Met hun stamper in hun vijzel roeren, de boon in de peul stoppen,
obelisk in het achterkasteel, prei in de moestuin, grendel op de deur,
sleutel in het slot, nachtegaal in het nest, pijl in de roos, banier in
de ravelijn, degen in de schede, wattenstok in de wond, tuintje
besprenkelen met de wijwaterkwast. Zo maar even bladeren in de eerste
honderd bladzijden van Zes Dagen van Pietro Aretino. Halverwege de
eerste dag had ik het al wel gehad. En dan moest er nog een halve dag
achteraan en nog vijf dagen.
De achterflap meldt: "Pietro Aretino schreef in 1534 Ragionamento della
Nanna e della Antonia en twee jaar later Dialogo nel quale la Nanna
insegna a la Pippa. Samen werden de werken bekend onder de titel Sei
Giornate. Aretino was zijn tijd bekend als dichter, satiricus en
polemist. De schrijver zal om dit boek geroemd en verguisd worden en
zijn faam als 'profeet van de seksualiteit' vestigen. Zes dagen kan
gelezen worden als een handleiding voor vrouwen die zich willen bekwamen
in het hoerendom. Nanna, de moeder van Pippa, weet niet wat ze met haar
dochter aanmoet. Moet ze haar naar het klooster sturen, een echtgenoot
voor haar zoeken of haar hoer laten worden? Gezeten onder een vijgenboom
in een lommerrijke tuin, laat ze in drie dagen samen met haar vriendin
Antonia de drie mogelijkheden de revue passeren. Op de eerste dag wordt
het kloosterleven besproken, op de tweede dag het leven van getrouwde
vrouwen, en op dag drie komen de hoeren aan de beurt. Ze komen tot de
conclusie dat als je toch de liefde moet bedrijven, je je daar maar
beter voor kunt laten betalen. Op de vierde dag vertelt Nanna aan Pippa
dat ze besloten heeft haar hoer te laten worden, en leert ze haar de
kneepjes van het vak. Op de vijfde dag worden de mannen en hun streken
en zwakheden behandeld en op dag zes komen de koppelaarsters aan bod."
Die achterflap klinkt intrigerend genoeg. Nanna en Antonia zitten in de
tuin en Aretino is de onzichtbare toehoorder die hun gesprek noteert.
Antonia merkt dat Nanna ergens bezorgd over is: wat te doen met dochter
Pippa. Nanna blikt terug op haar leven en vertelt in drie dagen over
haar leven.
De eerste dag gaat over haar tijd in het klooster, waar nonnen, broeders,
abten en weet ik al niet wie nog meer, het allemaal met elkaar doen.
Maar o wee als baccalarius, die Nanna voor zich opeist, in de gaten
krijgt dat Nanna het ook met een broeder doet. Ze krijgt een pak slaag
en laat haar moeder haar uit het klooster halen.
Haar moeder zoekt een geschikte echtgenoot en Nanna trouwt. Over haar
eigen huwelijksleven vertelt ze niet veel meer dan dat ze het met Jan en
alleman doet, liefst zo dat haar man het weet. Als haar man er dan
uiteindelijk iets van zegt, vermoordt ze hem. Voor dat gebeurt aan het
eind van de tweede dag, zijn er talloze verhalen over andere getrouwde
vrouwen langs gekomen, en allemaal zijn ze overspelig, hebben ze sullige
of barbaarse echtgenoten en zoeken ze hun genot elders.
De derde dag vertelt Nanna hoe ze hoer wordt. Hier gaat het niet zo zeer
over hoe ze mannen letterlijk uitkleedt al gebeurt dat natuurlijk ook
maar vooral hoe ze hen figuurlijk uitkleedt. De ene na de andere sluwe
streek rolt over de bladzijden. Op een kwart van het hoofdstuk heb je
het al weer wel gezien, maar nee, er volgen nog bladzijden en bladzijden
vol trucs en streken, een enkele vermakelijk, de meeste niet.
Nanna komt de conclusie dat als je dan toch de liefde moet bedrijven, je
je er maar beter voor kunt laten betalen.
Op de vierde dag neemt Pippa Antonia's plaats in de tuin in. Nanna wil
niet dat haar dochter de eerste de beste straatslet wordt, maar een
chique vrouw van lichte zeden. Ook hier komt het bed veel, heel veel,
aan bod, maar aardig is wel dat je een kijkje krijgt in de zeden en
gewoonten van de zestiende eeuw. Over hoe je je aan tafel gedraagt 'zonder
je vingers vies te maken', over taal 'ze willen dat de mensen 'weldra'
zeggen niet
'zo meteen'', over hygiëne 'gebruik geen muskus of civet, noch enige
andere scherpe geur, want die dienen alleen om de lucht te maskeren van
iemand die stinkt. Maar dep jezelf wel met hete natte doeken', en een
papegaai is hét huisdier van dat moment.
Op de vijfde dag komen de mannen en hun streken aan bod, maar om die
mannen draaide het natuurlijk al in hoofdstuk vier. Spanjaarden zijn
opgeblazen gierige lieden, Fransen gulle, vrolijke drinkebroers,
Florentijnen zijn ook gul, Venetianen zien er prachtig uit, maar zijn
ook gierig en zo voort. De streken die mannen vrouwen leveren zijn
dezelfde als omgekeerd. Na een paar heb je ze allemaal voorbij zien
komen en blader je verder om kijken wanneer het hoofdstuk uit is. En dan
merk je: voorlopig nog niet.
Op de zesde dag schuiven Meter en Min aan onder de boom van Nanna en
Pippa. Meter is een ervaren koppelaarster en leert Min het vak. Nanna en
Pippa luisteren mee, vooral omdat Nanna denkt dat Pippa er veel van kan
leren. Omdat de datingbureaus van onze tijd natuurlijk heel anders zijn
dan de koppelaarsters van toen, leek me dit wel een aardig hoofdstuk,
maar Meter vertelt hoe ze mannen beduvelt en vooral figuurlijk, maar ook
weer
letterlijk uitkleedt voor ze hun aan hun beoogde geliefde voorstelt. Hoe
ze door boontjes te gooien de toekomst voorspelt en mensen vooral
vertelt wat ze graag willen horen. En hier is het boek helemaal
verworden tot een pageturner, maar niet in de goede zin van het woord.
Ilja Leonard Pfeijffer schrijft in zijn voorwoord dat Zes Dagen een
maskerade is, een parodie. De dialoogvorm refereert aan de schrijfkunst
van Plato, die heren laat discussiëren over filosofie. En als alle
vrouwen hoeren zijn, zijn alle mannen hoerenlopers. Hooggeplaatsten die
zich inlaten met hoeren, halen zichzelf naar beneden, of het nu om
religieuzen of burgers gaat. 'Mannen zijn niets anders dan argeloze
slachtoffers van het onuitputtelijke raffinement van de vrouwen, die
niet anders willen dan hen te misbruiken voor eigen gerief en gewin. Dit
boek zou verplicht moeten zijn voor alle mannen en voor alle vrouwen
verboden.'
Ik kan me goed voorstellen dat Zes Dagen halverwege de zestiende eeuw op
de Index van verboden boeken is geplaatst. Naarmate het er in
middeleeuwen en later steeds victoriaanser aan toeging, is het
natuurlijk - vooral voor de kerk - niet handig als er zo'n boek
circuleert. Hoewel Nanna braaf naar de kerk gaat en het geloof enorm
verweven is met het dagelijks leven in die tijd.
Maar ik kan me niet voorstellen dat Pfeijffer het boek nu wil 'verbieden'
voor vrouwen. Dat hoeft volgens mij ook helemaal niet, ik kan me
namelijk niet voorstellen dat er veel vrouwen zijn die dit boek met
plezier van het begin tot het eind helemaal uitlezen.
Ankie
|
Pietro Aretino heeft dan wel een dik boek over onze Heiland en
Verlosser geschreven, we kennen hem toch vooral van zijn vieze praatjes.
De bundel Standjes hadden we al in het Nederlands, met verhelderende
houtsneden. Het wachten was nu alleen nog op zijn dialogen over plaats
en positie van de vrouw in de moderne samenleving.
Feitelijk zijn het twee boeken in één band, deze Zes dagen. Het eerste
is een vertaling van de Ragionamenti, gesprekken tussen de vriendinnen
Antonia en Nanna, de moeder van het meisje Pippa, over wat je als vrouw
met je leven aanmoet: het klooster in, trouwen of meteen maar het
bordeel. Dat wordt natuurlijk het laatste, want zoals Nanna uit eigen
ervaring weet: de andere twee opties houden niet echt iets anders in,
maar betalen aanzienlijk slechter.
(Meer bij
8weekly)
|