Wat hieraan vooraf ging:
Eisjen stuurt een mail naar de grrls met wat blurb van het boek:
--------
Een eenvoudig bezoek aan de tandarts loopt uit op een drama voor de hoofdpersoon uit Het knipperleven. Door een fout van een onhandige
tandartsassistent wordt ze voor onderzoek naar het ziekenhuis gestuurd, waar uit foto´s blijkt dat ze terminaal ziek is. Wat volgt
is een anti-reactie: ze besluit het tegen niemand te zeggen en door te gaan in de dagelijkse routine. Nog zes weken. Nog zes weken
voordat het zo ernstig wordt dat ze niet meer zal kunnen functioneren. Hoe lang kan ze dit verschrikkelijk geheim voor haar
omgeving nog verzwijgen? Wat betekenen haar geliefde en vrienden nu nog voor haar? In een directe, dwingende, maar nergens zwaarmoedige
stijl ontvouwt Karin Amatmoekrim een nietsontziende visie op menselijk gedrag.
------------
toen vroeg ze: > > Wie wil dit boek ontvangen en recenseren?
waarop ik antwoordde:
> ik heb meestal niets met 'ziekte' boeken, maar deze anti-reactie spreekt
me wel aan. Als niemand anders met dringendere redenen komt dan wil ik
deze graag ontvangen en recenseren.
De recensie:
De ik-persoon in dit verhaal is jong, mooi en zal snel dood zijn. De
schrijfster is jong, mooi en hopelijk mag zíj nog wel heel lang leven en
schrijven. Want ik geloof dat ik best meer van haar wil lezen. Voor een
'nieuw Nederlands talent' schrijft ze in ieder geval nu al stukken beter
dan menige 'oud Nederlands talent'.
Leest erg snel weg, 166 pagina's, veel wit tussen de korte hoofdstukken door. Best veel ezelsoren gemaakt, bij
mij altijd een goede teken. Voor mij was het al iets bijzonders om zo'n
boek over het leven van _nu_ te lezen. Ik realiseer me dat ik meestal (veel) oudere boeken lees. Het feit dat dingen zoals Breezers en
bellen-vanaf-je-fiets volstrekt ingeburgerd zijn geeft een beetje aan hoe
helemaal van dit moment dit boek is.
Aan de ene kant zou je het boek kunnen zien als de gebruikelijke navelstaarderij van een eerste (slechte)
roman maar aan de andere kant, de schrijfster is heel erg _bewust_ van het
feit dat ze aan navelstaarderij doet. En dat maakt dus een hoop goed. (Ze kan ook schrIJven, dat maakt nog veel meer goed ;-) Ze spot ermee. Ze
geniet zelfs van haar eigen 'deeply shallow' neigingen. Een soort Bridget
Jones maar dan zonder al dat overdreven hysterisch 'kijk mij nou eens _grappig_ zijn!'. Zij slaagt erin om haar eigen vermoeidheid met hoe
'leuk' haar leven nu eenmaal is goed te beschrijven. Van de blurb zou je
een verschrikkelijke 'oh-wat-zal-iedereen-me-missen-als-ik-dood-ben-verhaal'
kunnen verwachten, maar nee, dat cliché weet ze ook heel goed te omzeilen.
Eigenlijk is dit helemaal geen 'ziekte boek'. Het is een korte blik in
het hoofd en het leven van een geslaagd meisje-van-nu. Scherp in focus gebracht door het feit dat ze weet dat ze niet lang meer te leven
heeft.
Voor mij mag haar volgende roman minstens 2 keer zo lang zijn. Ik vond dit een soort voorafje. Een smaakmaker. Die smaakt naar meer.
------
Op een gegeven moment wennen mensen aan elkaar en is het lastiger om hun
relatie te herdefiniëren , dan om maar gewoon op de oude voet ermee door
te gaan.
--- Ik zie een man met een crème-kleurigeregenjas [...] Zijn schouders hangen naar beneden,zijn blik is op een van de tegels van het
perron voor zijn voeten gericht. Als een tienermeisje met een witte hoofddoek iets aan hem vraagt, klaart zijn gezicht op. Met een
vriendelijke glimlach wijst hij naar een van de borden verderop het perron. Ze loopt door en hij drukt onmiddelijk weer zijn kin naar beneden
en neemt zijn oude houding aan. Zo is Nederland. Grauw, nietszeggend, middelmatig, maar niet vijandig.
-- Je vertelt jezelf je leven. Niemand luistert namelijk met je mee
-- Het perfecte koppel brengt samen de ideale zondagmiddag door. God, god, wat een geluk.
-- Ik voel me opgelaten omdat ik hem door mijn ziekte in deze ongemakkelijke situatie heb gedwongen. Ik
zal wel zijn dag verpest hebben.
-- Ik sla mijn handen voor mijn gezicht en trek de beheersing uit mijn tenen. Huilen in
Paradiso is geen optie,
gewoonweg geen optie.
-- Waarschijnlijk is dat omdat zij zo oppervlakkig is, dat het bijna een kunstvorm is.
-- Ze ziet er zelf uit alsof ze 24 nachten heeft doorgebeest op tequila en pillen, terwijl ze elke nacht door
verschillende grootgeschapen mannen is gepakt. Bij wijze van contrast ligt op haar gezicht een gelukzalige glimlach. (haar omschrijving van een
kersverse moeder...)
-- Nu sta ik op de rand van mijn eigen perron. Terwijl het lot met onafwendbare sneltreinvaart aan komt stormen.