De roman "Mijn vader" van Abecassis is een monoloog van een vrouw die
terugkijkt op haar relatie met haar vader. De roman start op het moment
dat haar vader al 2 jaar dood is. Door het verhaal wat volgt, blijkt dat
haar vader op allerlei mogelijk manieren haar leven willens en wetens
doch ook weer onbewust heeft beinvloed. Zij is zich daar kort na het
overlijden van haar vader nog onbewust van. Zij komt daar pas achter na
het overlijden van haar vader nadat zij een brief ontvangt van haar
halfbroer Paul, waarvan zij het bestaan nooit heeft vermoedt. Ze heeft
zelfs dezelfde naam als de eerste vrouw van haar vader, Helena, de
moeder van Paul. Ook daar had ze geen weet van.
Paul komt naar Parijs waar zij woont en samen bezoeken zij een
gezamenlijk vriendin van hun vader in de hoop meer te weten te komen
over hun vader en zijn zwijgen naar beide kinderen toe over elkaars
bestaan. Paul heeft zijn vader nooit gekend. In Italie, waar Paul woont,
komen ze door het lezen van een brief achter de reden van hun vaders
zwijgen. Door de openbaring van een voor haar onbekend deel van het
leven van haar vader kantelt haar wereld en haar beeld van haar vader en
wat erger is, ook haar relatie met haar vader. Pas 2 jaar na zijn
overlijden raakt zij haar vader pas echt kwijt.
De roman begint te lezen als een uiting van liefde van een dochter voor
haar vader, maar heeft een niet alledaags einde doordat Paul in
figuurlijke zin een vader heeft gevonden en Helena heeft verloren. Het
boek eindigt dan ook wat dramatisch. Al lezend word je meegenomen in het
ritme van het verhaal, maar nu ik het boek er weer wat op na sla, komt
het soms wat pathetisch over. En ook wat ongemakkelijk.
Mijn aandacht was op deze schrijfster gevestigd door een mail van een
van de boekggrls over een van de andere boeken van deze schrijfster "De
verstotene". Nadat ik "Mijn vader" had gekocht, zag ik op het omslagblad
de andere titels van Abecassis staan en realiseerde ik me dat ik al
eerder iets van haar had gelezen, nl. "Het Qumran-mysterie", maar dat
heb ik destijds met een dikke min beoordeeld. Geen idee meer waarom... "Mijn
vader" is wel een mooi boek, maar soms stond het me tegen en dan m.n.
die delen waaruit bleek hoe de vader min of meer onbewust zijn dochter
claimde. Maar eigenlijk bevestigt dat ook wel het talent van Abecassis.
Ingetogen legt ze de wat ziekelijke relatie tussen een vader en een
dochter bloot. Een beetje onbevredigend is het dat helemaal niet
duidelijk word wie en waar de moeder van Helena is, in de roman word
daaraan geen letter besteed.
Helene, de ik-figuur, was dus de dochter, maar eigenlijk voor haar vader
ook tegelijkertijd de moeder, de verloren zoon van en de verlaten eerste
vrouw van haar vader. "Hij was op leeftijd toen hij overleed, en ik heb
hem mijn hele leven verzorgd alsof hij een kind van mij was. Ik die zijn
zoon wilde zijn, ben zijn moeder geworden, zonder te weten dat ik de
naam van zijn vrouw droeg.... Nu is mijn vader dood en ik betreur mij
leven, mijn leven dat ik in zijn gezelschap heb doorgemaakt met het
goedmaken van zijn verleden, met sterven, met begraven van mijn leven".
Kortom, mooi boek, maar voor mij geen topper (om maar even een recente
veel gebruikte term te gebruiken).
Marjan P.
|
2003, Ambo Anthos uitgevers
ISBN 9076341656
110 pagina's
Op 27 janvier 1969 wordt Eliette Abécassis geboren in een joods
saffardisch gezin in Strassbourg dat oorspronkelijk uit Marokko komt.
Haar vader Armand Abécassis is hoogleraar in de filosofie en een van de
grote denkers van het hedendaags jodendom. Eliette groeit op in een
uiterst religieuse omgeving vol joodse cultuur. Zij studeert in 1993 af
in de Filosofie.
In 1996 publiceert zij haar eerste roman, Qumran. Een jonge jood
onderzoekt verschillende mysterieuse doden die verbonden zijn aan de
verdwijning van Dode Zee manuscripten. De roman heeft onmiddelijk succes.
In Frankrijk worden meer dan 100.000 exemplaren verkocht en het boek
wordt in 18 talen vertaald.
In 1997 verschijnen haar tweede roman 'L'or et la cendre'.
Tegelijkertijd begint zij als docent filosofie aan de Universiteit van
Caen.
In 1998 gaat zij gedurende 6 maanden in de ultra-orthodoxe wijk Mea
Shearim van Jeruzalem wonen om het scenario te schrijven voor de
Israelische film 'Kadosh' van Amos Gitaï. De film wordt genomineerd voor
Cannes, maar behaalt net niet de prijs voor het beste scenario.
In 2000 verschijnt de roman La Repudiée (De Verstotene) die gebaseerd
is op het scenario van de fim Kadosh en beschrijft het compleet
tegengestelde leven van twee joodste zusters.
In 2001 ontvangt zij de prijs van de Gelovige Schrijvers. en
verschijnt het boek Le Trésor du Temple, een vervolg op Qumran. Dat
zelfde jaar trouwt zij in Jerusalem.
In 2002 wordt Mon père (mijn vader) uitgegeven.
(Bron:
Un Monde à Lire)
|