Het boekje leest als voert de wind je over het water, in
een ritmische beweging, eigen ook aan de roeisport, zoals gedreven, liefdevol en deskundig
beschreven. Ik zwicht voor zoveel inleving en toewijding en vergeet mijn vooringenomen
afkeer aan het lijflijk krachtsvertoon van sportlieden. Ik ben ik door het boekje gegleden
met waardering, waar de schrijver zich van zijn literaire zijde toont, wanneer hij
spanning weet op te bouwen door wedstrijd en eindbezoek met elkaar te verweven.
Helaas bezondigt de schrijver zich nog al eens aan zuiver ''opschrijven'' zonder de
kunst van het suggeren te beoefenen. Hij verklapt vooraf wat hij gaat zeggen en ontneemt
de lezer het geheimvolle van vermoedens en verborgen wendingen. De lezer bekruipt het
gevoel dat iets wordt meegedeeld en niet verteld, dat het gaat om een reportage, een
verslaglegging, met gevoel en zorg weliswaar. Hij laat weinig ruimte voor de verbeelding
van de lezer, want dan volgt al de volgende mededeling.
Veel van wat de schrijver zegt kan weg, want hij zegt nòg eens wat al wordt/is
opgeroepen door zijn woorden. Al lezend stevent men vrijwel vanaf het begin op de finish
af met als verrassing dat de wedstrijd verloren wordt, maar de deelnemers zich toch
kampioenen voelen. Het pleit voor de vaart waarmee het verhaal geschreven is: vlot,
vloeiend, wervelend soms, voortstuwend, volgestopt met woorden, waardoor je buiten ademt
raakt zoals de roeiers zelf. Maar de lezer wel eens recht heeft op een beetje rust, wat
meer ruimte zonder altijd weer die finishlijn in het verschiet.
De nauwe verwantschap met verslaggeving neemt de lezer mee en stelt hem/haar niet voor
vragen. Hoezeer ook de stijl en het ritme een milde streling van gevoelens en esthetiek
opwekken, zorgvuldige lezing toont een te zeer meededelende wijze van schrijven, die haaks
staat op een zelfzoekende stijl van verbeelding. De schrijver lijkt bang te zijn dat hij
niet duidelijk genoeg is en schrijft voortdurend expliciet waarover het gaat, hij legt
uit, licht toe.
Over het water behoort tot een genre dat hedendaags is. Het komt dicht bij zoals mensen
in een activistische wereld zichzelf ervaren en blijft daarom, in weerwil misschien van
zichzelf en de opgeschreven emoties, aan de oppervlakte, de buitenkant. Het schept een
genoegen in woorden, dat we kennen en delen, zo dicht als we zelf aan de oppervlakte leven
al was het maar om te kunnen ademhalen en in een bewegende omgeving niet onder de voet te
worden gelopen door de zich haastende, voortspoedende, opdringende menigte rondom. Voort,
vooruit, steeds in onze goldrush naar de finish en ineens blijkt dat alleen het water
stilstaat, kabbelt, zwijgt en weerspiegelt wat over het water scheert.
Roeispaan (Roland Jooris)
De visser
op de oever
van de avond
de bocht
in de late
rivier
het lis
en de doelloze
roeispaan
in het water
van het werkwoord
drijven.
femia