Schimmenrijk,
heb ik gekregen van mijn buurvrouw, ze had dit speciaal voor mij
uitgezocht. Dat wist ik toen ik het kreeg niet. Net voordat ik het kreeg
was mijn broer overleden en ik sprak daar met haar veel over en ook over
de dood in het algemeen.
Toen ik in het boek ging lezen werd ik helemaal stil van binnen. Het
is erg ontroerend hoe in dit boek over de dood wordt geschreven. Het
toeval wil dat mijn schoonzus ook Lisa heet, ook iemand die met de dood
in aanraking kwam. Alleen mijn schoonzus Lisa wist wel hoe en waar haar
man was overleden. Anders wil je denk ik ook op zoek naar het hoe en
waarom.
Net als in het boek. Ik vind het prachtig
beschreven. Vooral hoe de Etrusken met de dood omgingen.
Op
zich is dit boek inderdaad het lezen waard, mooi geschreven, alleen wat
te veel vanzelfsprekendheden naar mijn smaak : vreemd
dorp, hup, meteen de goede kontakten en hup, meteen de beste vrienden en
hup, alles loopt te gladjes om waar te zijn. De hele beschrijving van
landschap en tochten die er gemaakt worden zijn erg mooi, maar
weer te veel van het zelfde.
Bovendien gebruikt steenbeek af en toe taal, dat je
denkt, waar háált ze het vandaan ... Bv. als ze
in de warm-waterbronnen zwemmen, een filosofietje over water:
"Een vreemd element, water, denkt ze, net zo vreemd
als wij mensen die eruit opgedoken zijn. Uit de hete oersoep. Als de
levende
visjes in de japanse soep die in de mond
met de laatste klapjes van hun staart het eetgenot verhogen ( gétverr!)
, zo spartelen wij op de tong van de doodsgodin."
Hier in zuid-limburg zijn trouwens ook "Vie
cave" ( holle wegen) door de natuur gevormd, dan loop je over het
pad en boven je aan weerszijden
groeien bomen.
Op mijn
site
http://travel.to/danielle
(onder tips Italië) heb ik nog wat linken vermeld naar recensies over
dit boek van Steenbeek, maar ook naar linken over tombaroli. Intrigerend
onderwerp vond ik dat.
Ik zou ook vorig jaar op vakantie naar Umbrië, helemaal aangestoken
door onder andere dit boek. Die reis is niet doorgegaan omdat we een
huis kochten ;-) Dit jaar zal het er waarschijnlijk wel van komen. Het
plan is (net als vorig jaar) om naar Rome en naar Umbrië te gaan
Ik ben trouwens al een aantal weken aan het zeuren bij de boekhandel
wanneer dat nieuwe boek van Rosita Steenbeek uitkomt.
Ooit heb ik zo'n lokkertje gekregen toen ik Schimmenrijk kocht (na met
veeeel enthousiasme Thuis in Rome gelezen te
hebben) het nieuwe boek gaat over Venetië en heeft volgens de
boekverkoper de titel 'Ballets russes' meegekregen. Maar wanneer
het nou eindelijk verschijnt.....
je kunt
jezelf een mail laten sturen wanneer het er is:
http://www.boeknet.nl
Halverwege
Steenbeeks Schimmenrijk vind ik het (nog?) een beetje mager boek. Veel
over de Etrusken maar weinig verhaal. Nog iemand al aan het lezen?
Mager
vond ik het niet, ahoewel, niet literair hoogstaand, maar dat hoeft van
mij ook niet. Ik heb het in 1 avond uitgelezen, en ik was enthousiast,
maar ja, ik was dan ook op de meeste locaties geweest en heb zelf ook
een paar graven mogen bezoeken waar normaliter niemand in mag, en als je
dan nog altijd met veel plezier aan die reis terugdenkt, komt zo'n boek
toch anders op je over denk ik.
Voor
wie na Schimmenrijk iets meer over de Etrusken wilt weten: er komt in
april 2002 een boekje uit: Etrusken - De mythe achterna (cultuurhistorische
verkenningen in Toscane, Umbrië en Lazio). geschreven door Willebrord
Nieuwenhuis, ISBN: 90 446 0108 3. Het kost 17,95 euro en met een
kortingsbon van het NRC kost het bij voorintekening 15,95 euro.
Lezersaanbiedingen kun je vinden onder http://www.nrc.nl/service/lezersactiviteiten.
De Etrusken beleefden in Italië hun hoogtepunt in de zesde eeuw voor
Christus. Het was een rijk en ondernemend volk. Ze waren dominant op zee
en op het land, en werden bewonderd door buitenstaanders, omdat zij zich
verzoenden met het leven, dat uitbundig vierden en de dood zagen als een
logische voortzetting van dat leven. Journalist Willebrord Nieuwenhuis
reisde voor dit boek langs de voornaamste steden van die
geheimzinnige cultuur. Hij vraagt hoe hedendaagse Italianen, grafrovers,
pastoors, archeologen, hobbyisten en carabinieri met dat belangrijke en
mysterieuze erfgoed omgaan. Dit is een boek voor iedereen die, reizend
of vanuit de stoel, van Italië en zijn geschiedenis houdt.
Zoals een
boekgrrl eerder al opmerkte: een boek dat je zo uitleest. Maar ...
ondertussen dwalen je gedachten af en sloeg ik hele stukken over. Kortom,
het boek kon mij niet echt boeien.
Wat ik mis in
het boek zijn de vaart en diepgang. Het hele verhaal gaat zo traag. Leuk
hoor, al die opgravingen, maar als ik iets wil weten over de Etrusken
dan lees ik wel non-fictie, met mooie platen erbij. Ondertussen worden
in het boek de personen nauwelijks uitgewerkt. Wat weten we op het eind
nu van Lisa of Angela. Eigenlijk bar weinig. Waarom kunnen Lisa en
Angela het zo goed met elkaar vinden? Waarom volgt Angela Lisa op haar
zwerftocht? Wat bindt die twee met elkaar? Zijn dat de karakters of is
het meer dat ze samen op zoek zijn naar hetzelfde, namelijk zichzelf?
Verder ben ik ook niet zo weg van de schrijfstijl van Rosita. Heel
veel korte zinnen die niet echt in elkaar overvloeien. Zinnen hoeven van
mij ook geen halve bladzijde te beslaan, maar de zinnen in dit boek
waren het andere uiterste. Misschien dat door deze schrijfstijl ook niet
echt vaart komt in het boek.
Ook ga ik in de loop van het boek ook steeds meer aversie krijgen
tegen de persoon Lisa. Hoe verder het boek vorderde, hoe vaker ik dacht:
"Mens, stel je toch niet zo aan." Een onsympathieke
hoofdpersoon is ook niet echt bevorderend voor het leesplezier.
Ik geloof zeker dat het gegeven van het verhaal heel interessant is,
en ik denk dat je daar ook een spannend of zeker een boeiend verhaal van
kan maken. Maar ik ben bang dat Steenbeek daar wat mij betreft niet in
geslaagd is.
Is
het niet ongeloofwaardig dat al die grafzoekers
hun hand maar in de grond of in het water hoeven te steken en daar
hebben ze weer een munt, een potje, een schedel of een ringetje te
pakken?
Overigens vind ik ze bere-interessant, die Etrusken. Gek genoeg kan
ik me van 5 jaar Latijn geen enkele aandacht hiervoor herinneren.
Met
uitzondering van de informatie over de Etrusken,
bouquetniveau. Klein citaat bouquet: "Lorenzo vermoord? Ze had
meteen aangevoeld dat die Mario een hufter was. Zijn ogen
hadden haar nooit recht aangekeken."
Op een gegeven
moment werden er wel erg veel scherven, sieraden, etc opgegraven, op een plek,
die altijd wel weer een speciale betekenis hebben. B.v. dat graven in de buurt
van het ziekenhuis in de Tiber waarbij dan een olielampje wordt gevonden,
vervolgens weer andere scherven met betekenisvolle afbeeldingen die precies
passen in de context van het verhaal. Het is soms een beetje té fantastisch.
Ik kreeg bijna het idee dat daar de archeologische vondsten voor het oprapen
liggen. Even wat met m'n handen in de modder van de Tiber en hoepla: daar is
weer een magistrale vondst.
Kortom: ik betwijfel de geloofwaardigheid van het vindersgeluk.
Ik
deel de negatieve meningen over het boek niet. Ik vond het boek boeiend
van begin tot eind. Je leert -op een onderhoudende manier- een
en ander over de Etrusken en dat vond ik heel aardig. Dat het op sommige
punten enigszins ongeloofwaardig is (bijv. Etruskische vondsten) stoort
mij helemaal niet.
In een recensie van een ander boek van Rosita (thuis in Rome) las ik
dat die recensent het ook nogal geloofwaardig vond wat Rosita allemaal
overkwam in Rome. Hij/zij ergerde zich er aan/vond het ongeloofwaardig
dat Rosita zoveel interessante kennissen in Rome
had die haar toegang verschaften tot bezienswaardigheden die voor de
gewone bezoeker gesloten bleven. De recensent leest het boek dan volgens
mij alsof het allemaal feitelijk juist en echt door Rosita beleefd zou
zijn. Ik heb het meer gelezen als een beetje smeuiig gemaakt verhaal
over Rome, zeker hier en daar fantastisch, maar dat is juist een aspeckt
waardoor het boek lekker leest. Hetzelfde geldt
voor Schimmenrijk.
Ergens
heeft ze toch gelijk, want het is gewoon zo dat er in Rome zoveel
gevonden is en nog steeds wordt van de Etrusken, dat alleen "the
top off the bill" maar een plekje in een museum krijgt. Het is daar
serieus zo dat ieder gat dat je graaft, je brengt naar weer een berg
vondsten. Misschien niet zo extreem als Steenbeek beschrijft, maar wel
veel extremer dan de meeste denken.
Steenbeek woont in Rome (boven een fantastisch mooi kerkje trouwens zag ik
afgelopen donderdag bij 'het gevoel van de Poel') en ik geloof achter elkaar
dat mensen voor haar deuren openen. Ik heb zelf een exact vergelijkbare
ervaring gehad. Met de middelbare school ben ik naar Rome
geweest,
onder leiding van een gids (een leraar) die al jaren in Rome komt, vloeiend
Italiaans spreekt, en er veel mensen heeft leren kennen, deels
doordat veel exleerlingen er een tijd gestudeerd of gewerkt hebben die
contacten hebben opgeleverd, deels omdat je als leraar gewoon een streepje
voor hebt als je met een berg scholieren komt die allemaal latijn begrijpen.
En ik ben er op plaatsen geweest waar je normaliter echt niet zomaar
binnenkomt, ik heb er rondleidingen gehad, van mensen die dat eigenlijk niet
meer deden. Dus ja, ik geloof dat deuren geopend worden daar als je de juiste
contacten hebt. Maar toen ik afgelopen maart weer in Rome was, wist ik zeker
dat een normale toerist zover nooit komt...
Ik
heb het boek Schimmenrijk in een dag uitgelezen. Makkelijk
verteerbaar boek, heerlijk voor ertussen door. Vond het heel boeiend om
te lezen over het Etruskische rijk, wist daar eigenlijk weinig van. Vond
het mooi om te lezen, hoe Lisa door haar reis steeds sterker in haar vel
kwam te zitten. Het hele verhaal over de dood van Lorenzo kwam op mij
wat gekunsteld over.
Weer een boek wat ik zonder de grrls
nooit had gelezen.
Ooit
heb ik een interview met Rosita Steenbeek gezien, en ik vond haar zo
aanstellerig dat ik nooit een boek van haar ben gaan lezen. Tot nu. Ze
overdrijft misschien als ze het heeft over het makkelijk vinden van oude
voorwerpen, maar dat past m.i. bij haar persoon, en och, mag een
schrijver overdrijven in een roman? Het nadeel daarvan is dat je dan ook
niet weet of de feiten over de Etrusken allemaal waar zijn, iets wat ik
graag zou weten. Want deze feitelijke informatie maakt het boek net iets
meer dan een zoetsappig verhaaltje, met teveel toevalligheden. De
ontkenning van de dood (Orfeus op zijn vrouws?) wordt met Etruskische
invloeden overtuigend omgezet in berusting en
acceptatie. Leest lekker, maar of ik nu meer boeken van Steenbeek zal
lezen? Twijfelachtig.
Schimmenrijk
is een boek voor op vakantie, liefst natuurlijk Italië, maar met mijn rug
tegen een stevige boom op de Veluwe was ook goed geweest. Nu was het
voornamelijk in de wachtkamer bij de tandarts.
Ik had moeite met het ritme van het boek, de zinnen zijn wel erg kort en
buitelen over elkaar heen. Door het zoeken van Lisa wilde ik ook iets in dit
boek vinden, een soort bevlogenheid, passie, het zoeken naar een muze, de
verdieping van Lisa via de Etrusken in haar kunst. Dat heb ik niet gevonden,
jammer, of gaat het dan toch om het zoeken en niet om het vinden.
Ik
vond het boek geen onverdeeld genoegen.Om over de
Etrusken te lezen was zeker interessant, maar voor de rest vond ik het weinig
samenhangend. Te pas en te onpas werd de ernstig zieke vriendin tevoorschijn
gehaald. Ik weet wel als je dat meemaakt, zal je op de meest vreemde momenten
aan haar denken. Maar het lag er hier te dik bovenop. Vaak kan ik een boek
niet wegleggen omdat het uit 'moet' of omdat het je niet loslaat. In dit geval
dus niet.
Het onderwerp
van het boek De Dood van allerlei kanten bekeken maakte dat ik me eerst niet
zo tot het boek aangetrokken voelde, maar het was nu eenmaal boek van de maand.
Rosita sleept heel wat aspecten van de dood bijelkaar, historisch (hoe gingen
de Etrusken met hun doden om? De verschillende manieren van doodgaan: eerst
wordt gedacht dat Lorenzo zelfmoord gepleegd heeft, dan dat hij door
tegenstanders vermoord is, en dat hij uiteindelijk door een ongeluk is
overleden. Heleen gaat door een ziekte dood. De vele bezoeken aan kerkhoven en
Etruskische graven. Mij is het alleen niet duidelijk waar Rosita Steenbeek nu
heen wil met al haar geschrijf over de dood. Was ze toen ze het schreef zelf
aan een rouw proces bezig? Wil ze anderen helpen? Heel
veel dipegang heeft haar gepraat over de dood niet. Wat vonden jullie van
Steenbeeks benadering van de dood?
Iemand had het over de traagheid waarmee het verhaal zich voort beweegt en
dat Lisa een beetje een ouwe zeur is. Ik denk dat iedereen die depri is een
dergelijke indruk op anderen maakt. Wat dat betreft heeft Steenbeek de spijker
op de kop geslagen. Maar als je in de eerste vijftig bladzijden van
het boek Lisa keer op keer trappetje op en af ziet gaan en zuchten slaken dan
is dat wel een erg stroef begin voor een boek wat voorop wordt aangekondigd
als "een mooie, licht en luchtig getoonzette roman". Ik vind al
dat gezucht en gesteun in het begin helemaal niet licht en luchtig en het
onderwerp ook niet. Ik had Heleen een veel leukere hoofd persoon gevonden.
Of misschien zelfs Lorenzo. Het verhaal zou beter kunnen worden als je het
perspectief verandert. Wat vonden jullie van Steenbeeks benadering van de dood?
Dat Lisa een mooie beeldhouwster was en Lorenzo een knappe, vurige,
ethische archeaoloog leek mijn wel heel erg ideaal en deed zeer zeker aan een
keukenmeidenroman/ soap opera denken.
Rosita Steenbeek schrijft nogal houterig, waardoor het soms moeilijk is om
vlot door te lezen. Het vloeit niet. Iemand schreef dat er wel erg makkelijk
vondsten worden gedaan in het boek. Ik ben geen archeaologe of historica en ik
weet dus niet of de informatie over de Etrusken, tombaroli en fiumaroli
korrekt is. Is er een boekgrrl die meer over deze onderwerpen weet? Er is hier
in het Museum of Fine Arts een Etruskische afdeling, misschien dat ik daar
eens even mijn licht ga opsteken.
Ik
vond het een overkill aan dood. Als je bijvoorbeeld kijkt naar hoeveel
ouderloze kinderen er in het boek voorkomen: Heleen
haar moeder is overleden en haar vader inmiddels ook. Dionigi
(ofzo) zijn moeder ook. Angela haar ouders (of een van de twee). Antero heeft
ook niet meer zijn beide ouders, dacht ik. Volgens mij
heb ik ze nu nOg niet allemaal gehad. Ik vind het een beetje tE. Ik kreeg ook
niet het gevoel dat Steenbeek de werkelijkheid benadert met haar manier van
schrijven over de dood. Ik vond het nogal klungelig en verzonnen overkomen en
vroeg me gelijk af of ze vanuit een eigen ervaring schrijft of het inderdaad
verzonnen heeft. De visie die ik uit het boek kon halen was dat als iemand is
overleden deze persoon in de ander voortleeft. In dat kader doet Heleen in het
boek wel een paar mooie uitspraken over haar vader. De
dood krijgt daarnaast in het boek heel duidelijk een plaats in het leven. Het
is een onderdeel van het leven; dat illustreert het Etruskenverhaal ook goed.
Het respect voor de doden en het laten voortleven daarvan, is op zich een heel
aardig gekozen thema. Erg jammer dat RS er niet meer van weet te maken, want
op zich vind ik de gedachte wel origineel (vooral de koppeling met de Etrusken).
Ik vond Lisa geen ouwe zeur, maar oppervlakkig neergezet.
Zinnen als "Ze had zich nog nooit zo begrepen gevoeld" (door Lorenzo
dan) zijn standaard Leni-Saris-zinnen. Dat vind ik
overigens sowieso als het gaat over Lisa en Lorenzo. Soms wordt het zelfs
bouquetreekserig. (de omschrijving van haar uiterlijk op een van de eerste
pagina's bijvoorbeeld) Op zich is er niks mis met Leni Saris ;-) alleen had ik
van Steenbeek iets meer verwacht. De stukken over de Etrusken vind ik, net als
vele grrls vóór mij al hadden geschreven, wEl heel aardig en ook boeiend. Is
Steenbeek journalist? Dat zou verklaren waarom de stukken die iets feitelijks
hebben veel beter uit de verf komen dan de stukken over emoties en gevoelens.
Al aan het begin van het boek kreeg ik het gevoel dat het
misschien verstandig was geweest als RS had gekozen voor
een ik-persoon. Nu gaven die tussenzinnetjes over
gedachtesprongen van Lisa het verhaal iets onnatuurlijks, iets knulligs.
Misschien is dat beter te verkroppen als het "vanuit het hoofd" van
iemand gaat. Heleen vond ik beter neergezet en was denk ik ook een leukere
hoofdpersoon geweest, maar daar staat tegenover dat in het boek wat meer
afstand bestaat tot Heleen en ze beter uit de verf komt, wat m.i. ook geldt
voor Angela (al is die dan wat plompverloren in het
verhaal neergezet) en ook voor een deel van de andere bij-personages (of hoe
noem je dat).
Ik denk dat RS het boek gewoon nog een tijdje had moeten laten liggen en er
nog een paar keer flink met de rode pen heen had moeten gaan. Zinnen als
"ze bukt zich voorover uit de stoel" hadden dan ook nooit een plaats
gehad in het boek, evenals "dan kussen ze ineens echt", dat ik in de
trein las, waar ik heb zitten brullen van het lachen over de alternatieven die
ik hiervoor op de mailinglist had gelezen (bekken, tongen,
kopkluiven). Vooral die laatste; die had ik nog nooit eerder gehoord
:-)))
Een
goede editor had een hoop ergernis kunnen voorkomen door het boek te weigeren
of door te corrigeren en RS te zeggen dat ze bepaalde passages moet
herschrijven. Ik ben het met je een dat het boek wat te haastig is uitgegeven.
Een droom: ik
moest een woning zoeken. Een paniekgevoel, geen dak boven m¹n hoofd meer. Tot
ik me opeens een plek herinnerde waar ik terecht kon. Ik kwam er met een mooi,
open treintje over een slingerend baantje in een oude stad. Maar toen ik
uitstapte bleek het door mij gewenste onderkomen in brand te staan. Toen werd
ik wakker.
Dit droomde ik in de nacht van vrijdag op zaterdag. En wat las ik
zaterdagmiddag op een van de laatste pagina¹s van Schimmenrijk: Lisa droomt
dat ze in een treintje op weg naar huis is. Maar het treintje rijdt te ver
door en zij beseft nooit meer thuis te zullen komen. Maar dan komt Lorenzo
aanlopen, die zegt haar thuis te zullen brengen. Lorenzo had haar ooit gezegd
dat een huis altijd voor jezelf staat. Toen ik dat las, heb ik wel even een
tijdje voor me uit zitten mijmeren, alvorens de laatste vier pagina¹s uit te
lezen en het boek met een zucht te sluiten.
Toch een mooi boek. Niet altijd. En ook geen boek om in een ruk uit te
lezen, althans, niet voor mij. Het is als in een museum: op een gegeven
moment stomp je af door de overdaad. Maar ik liet me de
volgende dag dan toch weer graag meevoeren in het schimmenrijk. In twee rukken
uitgelezen dus. En ik voel me erdoor in een tussenwereld beland. Tussen droom
en werkelijkheid, of zoals Lisa door het hele boek heen: tussen dood en leven.
Als museummens
schrok ik van de manier waarop grafroven en illegaal op archeologische
plaatsen rondstruinen in dit boek werden geromantiseerd. Terwijl het
Etruskische erfgoed in de depots van musea maar ongezien ligt te verstoffen en
museumdirecteuren de mooiste dingen gewoon lekker thuis houden, zijn
grafrovers (die er zelf niet rijk van worden) eigenlijk een soort redders van
de Etruskische schoonheid.
Hm.. Ik ben dan wel niet op de hoogte van de situatie in het Italiaanse
museumveld, maar dit was me toch een beetje gortig. Een goede reden om wat
beter naar de presentatie van musea in Schimmenrijk te kijken!
En het valt gelukkig mee.
Voor Lisa zijn de musea die ze bezoekt in eerste instantie een plek van
herinnering, waar ze bovendien een uitgangspunt voor haar zoektocht vindt;
namelijk waar ze grafrover Antero kan vinden, die Lorenzo goed
kende en haar misschien meer kan vertellen over diens laatste dagen.
Antero beweert dat de Etruskische voorwerpen nu tenminste door echte
liefhebbers, de verzamelaars, worden gekoesterd. Maar zijn de
voorwerpen daarmee niet net zo ongezien als wanneer zij in de museumdepots
liggen? Verzamelaars kijken wel uit om hun onwettige
collectie publiek te maken! Musea hebben tenminste nog
de verplichting hun collecties toegankelijk te maken en dat gebeurt ook steeds
meer, vooral met de opkomst van bijvoorbeeld 'open depots' en internet. In het
Centraal Museum in Utrecht kun je -tegen betaling- een dag doorbrengen met een
object uit het depot.
Ook verwijt Antero de musea dat zij voorwerpen niet opgraven waarvan ze wel
op de hoogte zijn (of door hem worden gebracht). Toch is dat voor de dingen
zelf vaak beter: wanneer je geen geld of methoden hebt om goed voor het
erfgoed te zorgen, kun je het voorlopig beter behouden op de plek waar het
toch al zo lang bewaard gebleven is. In Utrecht (of Nijmegen?) vond een
winkelier onlangs een prachtige middeleeuwse schildering op de zolder van haar
winkelpand. Monumentenzorg raadde haar aan de schildering niet verder bloot te
leggen, want we beschikken nog niet over een techniek om de bedekkende
kalklaag veilig te verwijderen. Er waren helaas al wat stukken verf met de
afgekrabde laag meegekomen. Geduld is een schone zaak, ook al is dat soms
frustrerend.
Actueel is de suggestie van Antero dat in veel gerenommeerde,
internationale
musea vervalste voorwerpen staan en dat de museumdirecteuren daarvan op de
hoogte zijn. Ze geven dat natuurlijk niet toe, want dan zijn hun zalen meteen
leeg... (Aldus Antero) In het Van Goghmuseum is op dit moment een
tentoonstelling over Gaugain en Van Gogh. Daar hangen -en dat is uniek- de
drie Zonnebloemen van Van Gogh naast elkaar. Drie? Ja, drie. Maar de
kunstwereld is het er niet over eens dat deze schilderijen alle drie van de
hand van Van Gogh zijn! Vincent van Gogh maakte meestal
twéé versies van een schilderij (een voor de opdrachtgever en een voor
hemzelf) en van een derde exemplaar wordt nergens in de dagboeken of brieven
melding gemaakt. Een overtuigende theorie is dat Gaugain
het derde exemplaar schilderde, of de vaker van vervalsing verdachte
kunsthandelaar Schuffenecker - beide waren daartoe in de gelegenheid. Het Van
Goghmuseum spreekt dit tegen. Het museum heeft zelf ooit
(als autoriteit op het gebied) de authenticiteit van het
betreffende schilderij bevestigd. Het is overigens het exemplaar van het
Japanse zakenbedrijf dat tevens de verbouwing van het Van Gogh Museum heeft
gesponsord. Dit schilderij bracht bij veiling zoveel op dat de kunstwereld een
enorme boost kreeg. Als het een vervalsing zou zijn, zou de kunstmarkt
volledig instorten...
Zo bij elkaar komt dit natuurlijk erg suggestief over. Wie
weet wat de waarheid is? Voor de huidige tentoonstelling is er weer onderzoek
naar verricht door het Van Gogh Museum (het 52 pagina's
tellende onderzoeksverslag kun je downloaden via http://www.vangoghgaugain.com)
en kwam men tot de conclusie dat dit schilderij afwijkt van de andere doordat
Van Gogh worstelde met de ideeën die hij in dit exemplaar
wilde verwerken Maar het zou dus wel degelijk echt zijn. Wanneer ik alleen de
conclusie van dat verslag lees ben ik nog niet overtuigd. Sinds donderdag is
er een symposium waarop dit onderwerp ook wordt besproken en dat vandaag
afloopt. Ik ben benieuwd wat daar uit komt!
Maar ik raak wat ver verwijderd van Schimmenrijk.
"Veel verdwijnt over de grenzen, zei Lorenzo", die zich daarmee
tegen de verkoop aan verzamelaars uitsprak. En "Lorenzo had zich erover
opgewonden dat door de tombaroli veel studiemateriaal
verdwijnt. Men heeft geen overzicht meer van het geheel." Lisa
weet ook dat archeologen tegenwoordig niet meer rücksichtlos voorwerpen
verzamelen, maar dat ze veel meer zijn geïnteresseerd in de context, de
vindplaats. Bovendien heeft Lorenzo Lisa verteld dat de tombaroli 'die ene
corrupte museumdirecteur' gebruiken om hun eigen gedrag goed te praten.
Al met al blijkt Steenbeek zich gelukkig dus toch niet uit te spreken 'pro-tombaroli'.
Wel brengt ze veel lezers interesse bij voor de oudheid,
Etrusken, de geschiedenis van het door haarzelf aanbeden land - zoals uit de
verschillende Boekgrrlmails al bleek. En dat vind ik een aardige prestatie.
Op de verdere min- en pluspunten die zijn langsgekomen ga ik
dan ook maar niet meer in ;-)
Samenvatting
Eisjen
maart '02