Over "Gewassen vlees" van Thomas Rosenboom werd
behoorlijk negatief geschreven. Opmerkingen als "dit boek deugt niet" en
"ik heb het rotboek weggegeven" inspireren niet bepaald tot het lezen van een
volgend werk van dezelfde schrijver. Vandaar dat de eerste mails over Publieke werken
begonnen met het overtuigen van de grrls toch vooral dit met de Libris Literatuur Prijs
2000 bekroonde boek te lezen.
De inhoud
Het boek speelt aan het eind van de 19e eeuw toen in
Amsterdam het Centraal Station gebouwd werd en daartegenover het Victoria Hotel. In een
van de huizen die zouden moeten wijken voor het Victoria Hotel woont de vioolbouwer
Vedder, tevens schrijver (onder pseudoniem) van ingezonden brieven over de publieke werken
in de stad. Deze Vedder wil, wanneer de stadsvernieuwing zijn eigen straatje betreft,
niets liever dan voor zichzelf en zijn buurman eens flink onderhandelen over de prijs
waartegen hij hun huizen zal verkopen.
Parallel daaraan speelt het verhaal van zijn neef Anijs,
apotheker te Hoogeveen. Anijs is boven zijn stand gehuwd en hij voelt zich daar tegenover
zijn kinderloze vrouw schuldig om. Pogingen hierin verandering te brengen mislukken, en
zeker wanneer er een nieuwe apotheker in de stad komt. Deze heeft een getuigschrift aan de
muur hangen waarop staat "Doctor Pharmaceuticus", wel even iets anders dan het
diploma dat hij zelf heeft opgehangen. Anijs richt zijn aandacht dan steeds meer op de
mensen voor wie hij wel degelijk een autoriteit is: de straatarme veenwerkers/turfstekers
uit een nabij gelegen gehucht. Het hart van Anijs staat vooral open voor Bennemin, de
vrijwillige leraar, diens dochter Johanna en zoontje Klein Pet.
Intussen heeft Vedder in Amsterdam zo zijn eigen zorgen. De
onderhandelingen met Ebert vlotten niet erg en Theo, om wiens liefde hij verlegen zit,
wordt steeds afstandelijker. Het mankement in de viool van Ebert kan hij ook al niet
vinden. Toch blijft hij ervan uitgaan dat het onteigeningsgeld eens zal komen. Zo
overtuigd is hij daarvan dat hij instemt met het plan van Anijs om de arme mensen uit het
veen (het veen raakt en er is geen alternatieve werkgelegenheid) te helpen door ze naar
Amerika te sturen. Dit mede onder invloed van nog weer een vage neef uit Amerika die
Amsterdam aandeed. De lezer van nu kan het huisje van Vedder nog steeds als in het hotel
gebouwd zien staan en weet dus dat het geld er nooit is gekomen. Hoe loopt dat af?
De grrls over de inhoud van Publieke werken:
Ik werd erg ontroerd en getroffen door de min of meer parallel lopende verhalen
van de twee neven. Je voelt dat het fout zal gaan voor beiden. Gedwongen door een sociale
drang om zich te willen verbeteren in de wereld, met het hoofd tegen die muur van
neerbuigendheid van de hogere klasse aan te lopen, en toch vasthouden. En je er dan ook
weer tegen willen afzetten.
Ik vond het verhaal van Vedder eigenlijk het meest trieste.
In eerste instantie strijdt hij gedreven door een soort Calimero-gevoel tegen de machtige
ontwikkelingen in de stad. Later wil hij zijn nog niet ontvangen geld vooral inzetten ter
verbetering van de omstandigheden van de arme werklui uit het Drentse veengebied (en om
zijn pleegkind Theo weer aan zich te binden). Hij wordt tot die nobele daad dan wel door
zijn neef Anijs overgehaald.
En ook komt er wel een stukje geldelijk gewin naar voren.
Maar het gaat er beide neven uiteindelijk om dat ze zich met deze actie weldoeners kunnen
voelen die niet onder hoeven te doen voor de sociaal hogere laag. Maar toch, door zich aan
dit idee van Anijs te compromitteren, zet Vedder zich volledig vast. Hij moet ervan
uitgaan dat Ebert en Henkenhaf [Ebert onderhandelt met de huizenbezitters uit naam van de
hotelbouwer Henkenhaf] hem uiteindelijk dat geld wel gaan betalen. Vedder heeft zichzelf
aan alle kanten klem gezet door voordat hij het geld daadwerkelijk heeft, allerlei
verplichtingen aan te gaan.
Zijn waanbeelden kun je heel goed begrijpen want hij wil
alle waanzinnige ontwikkelingen verklaren, zonder dat hij zich van zijn beslissing
afvraagt of het de juiste is geweest. Hij kan dat ook niet meer, want hij moet tenslotte
de overtocht van de Drentse veenwerkers betalen. Hij heeft ten slotte gelijk, dat beeld is
al naar voren gekomen in de parabel over het lijk wat door de rivier wordt meegesleurd.
[Voor degenen die het boek niet lazen: de parabel gaat
erover wie er recht heeft op het lijk: de familie van de overledene of de mensen bij wie
het lijk is aangespoeld.] De "rechter" stelt uiteindelijk beiden in het gelijk.
Vedder bedenkt zich pas veel later dat in die parabel ook
de andere partij door de wijze in het gelijk wordt gesteld, en dus de partijen nooit tot
elkaar zullen komen.
En hoe vonden we het boek?Aanvankelijk werden er positieve
berichten ontvangen:
De twee grote verhaallijnen, van de apotheker en de vioolbouwer, hebben genoeg
diepgang en verrassende dingen in zich om mij als lezer te boeien. Waar beide
verhaallijnen gaan samenlopen, met name in de reis van de arme mensen naar Amerika, daar
wordt het pas echt spannend. Inderdaad, je weet al heel snel dat allerlei dingen niet in
orde zijn, en dat er allerlei mis gaat, maar het is toch een kunst van Rosenboom dat hij
de spanning over het lot van die arme mensen tot het laatst behoudt.
Hoe de levens van vioolbouwer en apotheker verder verlopen,
dat is toch ook een mooi staaltje van vertelkunst, vind ik. Beiden boeten ze voor hun
koppigheid, voor het slechte in hun aard, voor hun egoïstische houding.
Ook al is het een dik boek, ik heb met veel plezier "Publieke werken"
van Thomas Rosenboom gelezen. Ik vond het een heel bijzonder boek, origineel van onderwerp
en spannend van begin tot eind, behalve dat ik even aan het wat archaïsch taalgebruik
moest wennen.
Rosenboom heeft zich ook in de Drentse volkskunde verdiept,
lijkt het, en beschrijft krasse staaltjes van rituelen rondom vruchtbaarheid. Of het
historisch klopt, weet ik niet, maar hij beschrijft fantastisch goed de uitzichtloze
situatie van de mensen uit het turfgehucht.
In "Publieke werken" zijn de twee neven niet echt sympathiek, hoe
verschrikkelijk hard ze ook hun best doen om "goed" te zijn. Vooral hun
gedachten over wat anderen over hen denken zijn prachtig weergegeven.
Daarbij het is boeiend en ook wel beklemmend om de dreiging
te voelen van hoe dit uit de hand moet lopen (HOE zal ik niet verklappen). De
folkloristische gebruiken zijn wel rauw beschreven, 't zijn haast surrealistische
taferelen.
Helder van structuur vond ik de twee verhaallijnen over de
Amsterdamse en de Hoogeveense neef wel. Het perspectief wisselt per hoofdstuk en af en toe
was ik zo nieuwsgierig dat ik er stiekem eentje oversloeg.
De reden dat ik dit schrijf, is dat ik tot mijn verrassing de afgelopen dagen
"Publieke werken" heb gelezen en het zo mooi vond dat het me speet toen ik het
uit had! Ik verwachtte er weinig van, maar na korte tijd was ik gewonnen voor het boek en
kon ik bijna niet meer stoppen.
De beide hoofdpersonen in het boek vond ik dit keer niet
door-en-door slecht en onaangenaam, maar zelfingenomen, ijdel, inhalig op een algemeen
menselijke en daardoor (voor mij) invoelbare manier.
Ik schrijf dit om andere Rosenboom-haters erop te wijzen dat ze misschien toch
iets missen als ze 'Publieke werken' niet proberen. Het is dan wEl zo dat je
"haat" door de inhoud moet zijn veroorzaakt, want als het je om de stijl van
Rosenboom ging, dan zul je zijn nieuwste boek ook niet waarderen.
Bij "Gewassen vlees" heeft mijn ergernis over de
slechtheid van de hoofdpersoon me waarschijnlijk het zicht op het fraaie taalgebruik
ontnomen, maar nu heb ik er van genoten. Hij schrijft op een enigszins plechtige wijze en
gebruikt allerlei ouderwetse woorden waarvan ik geen idee heb of ze echt of verzonnen
zijn, maar het effect vind ik heel mooi.
Niet iedereen was zo lovend: Ik durf het nauwelijks te zeggen over een boek dat
de Libris Literatuur Prijs heeft gewonnen, maar eerlijk gezegd kon het mij niet erg boeien
en heb ik hele stukken overgeslagen.
Voor zo'n dik boek vond ik de verhaallijn nogal mager. Na
de eerste hoofdstukken weet je al hoe het afloopt en is het naar mijn idee meer van
hetzelfde. Ik vond het nogal saai en slaapverwekkend geschreven. Ook vond ik vooral Vedder
niet echt levend overkomen en de bijfiguren zoals Theo, de heer Ebert en neef Al kwamen al
helemaal niet goed uit de verf. Hoofdpersoon Anijs vond ik wat te onnozel neergezet nadat
eerst uitvoerig was uiteengezet in hoeveel besturen hij zat of had gezeten.
Gelukkig zijn er meer mensen nu die er niet zo weg van zijn. Ik hou ook niet zo
van het archaïsche taalgebruik, wel als het een boek uit de 19e eeuw is, maar nu vind ik
het nogal gemaakt overkomen. Ik heb het wel uitgelezen, ik kan moeilijk een boek zomaar
wegleggen, wil het dan nog steeds een kans geven :-) (zeker als het zo'n grote prijs heeft
gewonnen) maar onderweg heb ik toch geregeld een halve of hele pagina overgeslagen.
Ik vind "Publieke werken" knap geschreven, maar het blijft
afstandelijk. Ik wordt er tot nu toe niet door geraakt. Dat komt ook door het taalgebruik,
de lange geconstrueerde zinnen en de lange beschrijvingen. Ik denk steeds, dat is een
mooie constructie en wat een aardige parallel, maar ben niet echt bij het verhaal
betrokken.
Anderen hadden er wisselende gevoelens bij:
Het taalgebruik is me soms te gewild uit die tijd. Woorden die nu niet meer
gebruikt worden. Ik hink daarbij een beetje op twee gedachten. Aan de ene kant geeft het
kleur aan het verhaal, aan de andere kant vind ik dat hij een schrijver van nu is, en niet
zo sterk met dat soort woorden hoeft te schermen om een goed verhaal over die tijd neer te
kunnen zetten. Want een goed verhaal is het.
Ik moet zeggen dat ik op voorhand niet zo snel naar dit
boek zou hebben gegrepen. Toch heeft dit boek me gegrepen. De onafwendbaarheid van het
verhaal, de vaart die de meeste stukken wel hadden. Ik wilde het toch uitlezen. Gelijk na
de eerste hoofdstukken bekroop mij wel zo'n gevoel van verwachting, spanning: waar gaat
dit heen. En dat gevoel is niet teleurgesteld. Het verhaal komt tot een mooie climax, met
voor de beide neven weliswaar niet een al te best eind, maar wel in de lijn van het
verhaal passend. En ik was toch zo blij voor de arme Drentse veenwerkers dat het voor hen
allemaal goed afliep. Ik was daar stiekem wel een beetje bezorgd over ;-)
Al met al voor mij een aanrader!
Ik heb het met wisselende gevoelens gelezen. De ene keer was ik eraan verslaafd
en kon ik het bijna niet wegleggen. Deed ik dat toch, dan kon ik er bijna niet toe komen
om het weer te gaan lezen. Het heeft wel mijn nieuwsgierigheid gewekt om Amsterdam eens
met andere ogen te gaan bekijken.
Soms vond ik er heel ontroerende passages in en dan dacht
ik weer: schiet nou eens op het is zo langdraaaadig. Al met al een wisselend boek wat ik
toch niet graag had willen missen.
Ik vond het juist heel goed. De hoofdpersonen zijn me ook bijgebleven en in
Amsterdam uit het CS komend, kijk ik altijd even naar die kleine huisjes in het Victoria
Hotel. Rosenboom beschrijft een interessante periode in Amsterdam en vaak heel beeldend.
Sommige ontwikkelingen zijn misschien wel erg ver uitgewerkt, zoals het overleg met Ebert,
sommige te vlak, bijvoorbeeld die met Theo, maar als geheel vond ik het bijzonder.
Ik ben het er absoluut niet mee eens dat de verhaallijn nogal mager uitvalt. Ik
kan niet zeggen dat "Publieke werken" het schitterendste boek is dat ooit door
iemand werd geschreven, maar ik kon het toch wel waarderen. En ik ben het er ook niet mee
eens dat je van te voren weet hoe alles gaat aflopen.
Ik heb het boek een paar maanden geleden met veel plezier
gelezen. Het is een feit dat je van dergelijke boeken niet vrolijker wordt. Net als in
"Gewassen vlees" zet Roosenboom personages neer die getormenteerd zijn, erg met
zichzelf en de wereld in de knoop liggen, en dus ook geen plezierig leven leiden. De
bijfiguren zijn niet uitgewerkt zoals de hoofdpersonages; ze zijn dan ook maar bijfiguren
en dienen enkel om de hoofdpersonen extra diepgang te geven.
Toen ik tijdens de zomervakantie in Amsterdam was, kon ik
het niet nalaten om weer terug te denken aan de bouw van het hotel tegenover het Centraal
Station. Het leek allemaal zo levensecht beschreven in het boek van Roosenboom, dat ik de
neiging moest onderdrukken om de gevel ervan te bestuderen...
En dan de uitsmijter:
Hier komt spuit elf ook nog even met iets over het net uitgelezen "Publieke
werken". Alleen komt er niet de spreekwoordelijke modder uit de spuit, maar een
lieflijker, loffelijker stroom ;-)
Ik vind het een prachtig boek: schitterend gecomponeerd met
de parallelle figuren van de beide neven in al hun dwaze en grootse menselijkheid; een
goed invoelbaar beeld van de ontwikkelingen in een grote en een kleine stad in de
laat-negentiende eeuw; een zeer eigen taalgebruik, waarvan het archaïsche karakter, dat
vooral in het begin, later in de roman minder voorkomt, mij niet hinderde en waarvan ik de
vele poëtische vergelijkingen en metaforen verrassend goed gevonden vond.
In eerdere mails las ik over een vertraging in het midden,
waardoor het boek daar minder boeiend werd gevonden. Dat het daar wat vertraagt, of
eigenlijk meer dat het in de climax aan het einde aanzienlijk versnelt, is waar, maar ik
vond het er niet minder boeiend door. Door de uitwerking van de figuren van Anijs en
Vedder, door het oproepen van de sfeer in het snel veranderende Amsterdam, het benauwende
Hoogeveen en de harde turfstekersgemeenschap en door het boeiende, persoonlijke
taalgebruik vind ik "Publieke werken" een boek van formaat.
Paula