De grrls hadden er aardig wat over te zeggen, te beginnen met een
stukje van de aanbeveling:
Uit boekblad een aanprijzing door een boekverkoper: Wat een
prachtig boek! Faber neemt delezer bijna letterlijk bij de hand
en voert hem door de straten van Londen, ergens in de tweede
helft van de negentiende eeuw. Hij laat hem in wondermooie
bewoordingen kennismaken met personages van allerlei slag die
deze straten bevolken: van straatschoffies tot aristocratische
dandy's, van kantoorklerken tot prostituees.
Wat reacties:
Verder ben ik met veel plezier bezig in "Lelieblank scharlaken
rood" van Michel Faber. Historische roman van maar liefst 955 pagina's, over een
prostituee in Londen in 1875. Leest als een trein.
De Engelse titel is "The crimson petal and the white", misschien
vind je dat minder erg?Ik in ieder geval wel, komt uit een bekend gedicht van Tennyson.
Heeft iemand daar misschien een Nederlandse vertaling van (dwz komt het
"Lelieblank..." daar vandaan)?
'Wit en Karmijn' zou minder schreeuwerig geweest zijn, misschien
meer in de sfeer van de dichtregel, leuk dat je die herkende. Ik
heb er een kennismaking met Tennyson aan overgehouden. Om te kijken of de oorspronkelijke regel wél aanstuurde op het
gesuggereerde felle contrast het gedicht opgezocht. En nee, het
gaat juist om een verstild liefdesgedicht waarin overigens aan
het slot inderdaad een (water)lelie opduikt of juist onderduikt.
Voor de poëziegrrls:
Now Sleeps the Crimson Petal
Now sleeps the crimson petal, now the white;
Nor waves the cypress in the palace walk;
Nor winks the gold fin in the porphyry font.
The firefly wakens; waken thou with me.
Now droops the milk-white peacock like a ghost,
And like a ghost she glimmers on to me.
Now lies the Earth all Danaë to the stars,
And all thy heart lies open unto me.
Now slides the silent meteor on, and leaves
A shining furrow, as thy thoughts in me.
Now folds the lily all her sweetness up,
And slips into the bosom of the lake.
So fold thyself, my dearest, thou, and slip
Into my bosom end be lost in me.
JAAAAAAAA! Ik heb het boek een tijdje geleden cadeau gegeven aan
mijn ega (heel strategisch, dat doe ik wel vaker met boeken die
ik zelf ook graag wil lezen ;-))
dus toen het werd uitgekozen als maandboek voor de maand december
ben ik een week of twee geleden erin begonnen. Een keer in de
zoveel tijd vind je weer een boek dat direct opgenomen word in
het lijstje met beste boeken ooit gelezen. Het is niet simpelweg 'een goed
boek' maar werkelijk 'fantastisch, overrompelend en indrukwekkend'. Ik zal er in december gedetailleerder over mailen
(daar is het een maandboek voor) maar voor mij (en ik ben pas /al
op pagina 500) is het een boek dat thuishoort in het rijtje van
literaire geweldenaars als Stendhal (Le rouge et le noir) of Zola
(Nana). Ik heb nooit zoveel 19e eeuwse engelse boeken gelezen
maar Franse 19e eeuwse literatuur is mijn grote liefde. Dit boek
past daar naadloos in. Gelukkig maar dat het zo'n enorme dikke
pil is. :-)
Ik heb al een beetje op het net lopen speuren maar vreemd genoeg
heb ik nog steeds niet precies begrepen waar de titel op slaat.
Maar daar komen we in december wel achter.
Of iets eerder:
Q: Please explain the underlying meaning of the title of the
book, The Crimson Petal and the White.
A: It comes from a Tennyson poem that begins "Now sleeps the
crimson petal, now the white". But the poem has no particular
relevance to my story. I like the complexity of associations
suggested by crimson and white—Sugar is a "scarlet woman" but she
is mistaken for an angel by Agnes Rackham, and is also desperate
to move into a new life that's respectable and innocent. Agnes
is, by birth and inclination, pure white, but is troubled by the
phenomenon of blood. William uses and destroys petals of both
colours in his profession of perfume manufacture.
Ik ben weer thuis vanuit London en ga me nu heerlijk mengen in de
discussies over The crimson petal and the white/Lelieblank
Scharlakenrood ;-) Volgens mij heeft Agnes een hersentumor. Ze
heeft namelijk altijd pijn op dezelfde plek achter haar (linker?)oog (waar volgens mij ook een bult zichtbaar is). Later
in het verhaal heeft ze daar steeds vaker last van en ook van
symptomen als gezichtsveldverlies en aanvallen. Ook wordt ze
steeds 'gekker'.
De manier van onderzoeken (met bloedzuigers) was misschien
indertijd wel gangbaar, maar de intieme manier waarop dokter
Curlew Agnes "aanrandde" lijkt me wel degelijk 'out of the
ordinary'
Toevallig heb ik ook net deze passage gelezen. Een raar stuk. Ik
weet niet of het gebruikelijk was, het lijkt me niet. De diagnose
van Agnes is 'hysterie'. Verderop wordt gezegd dat de dokter
wekelijks langskomt en dan een inwendig onderzoek bij haar doet.
Ook houdt hij haar psychisch nogal onder de duim, ze mag niets
van hem. Ik hou het er voorlopig op dat de dokter een
eigenaardige machtswellusteling is, die erop kickt om dit soort
onderzoeken bij vrouwen te doen.
Ja, maar ik vraag me wel af waar het verhaal naar toe gaat. Het
wordt allemaal wel erg breed uitgemeten. En ik heb zelden een
boek gelezen met zo'n lang exposé. Is het verhaal al begonnen of
zitten we nog in de introductiefase? Of is dit niet zo'n boek met
een klassieke opbouw van exposé, verwikkelingen en plot?
Had ik het maar uit... zucht...
Ik ben nu beland bij de onwaarschijnlijke stap dat Sugar Miss
Suger wordt door gouvernante te worden van Sophie. Wat een
psychologisch wangedrocht! Ten eerste dat William het toestaat en
ten tweede dat Sugar het wil. Nou ja, er zitten nog wel meer
psychologische rariteiten in het boek. Bijvoorbeeld de verhouding
tussen Caroline en Sugar. Hebben jullie daar geen last van? Of
ben ik de enige die zich door het boek heen zwoegt?
Zoals ik al eerder, geloof ik, opmerkte, vind ik The crimson
petal and the white echt een wereldboek. Voor mij gaat het echt
in het rijtje van beste boeken ooit gelezen (samen met Mme Bovary
en Spijkerschrift in de top drie). Het herinnerde mij aan Het
rood en het zwart van Stendhal en Nana van Zola Nadat ik met pijn
in mijn hart het boek dichtklapte na het in recordtijd gelezen te
hebben heb ik een aantal interessante linken gezocht op het web.
* over het Londen in
Victoriaanse tijd
* Charles Booth's Poverty map
waarin je
per straat kunt zien hoe rijk of arm! de bewoners waren.
*
Zeer lezenswaardig interview met Michel Faber in de Belgische
Knack. Hoe benijdenswaardig: Faber woont in een klein stationetje
in Noord-Schotland, wil niet in de publiciteit en heeft stapels
en dozen vol met knipsels enzo over London verzameld tijdens het
schrijven van The Crimson petal
*
Whores, porn and lunatica - recensie in de Guardian
* Pickle-packer
hailed as the new Dickens - artikel over Faber
* Faber
serial in The Guardian
* Making
queen Victoria blush - recensie in Januarymagazine
* Profiel Faber + interview
"When I finished the original version of the book I was still in my late 20s and
I had a lot of growing up to do. And I did grow up a lot, became a nurse
and learned a lot more about people, fell in love with Eva and that
relationship was very nurturing. Very good for me. Very encouraging. And I
saw her relating to her children and realized that family life doesn't
have to be the nightmare that I had always thought family life was doomed
to be."
* Informatieve site over de huidziekte van Sugar
Ben nu ongeveer op bladzijde 450 en dit lijkt bij mij steeds het
omslagpunt te zijn bij de dubbeldikkers. Oh, het verhaal boeit
wel en gelukkig zijn de postmoderne grapjes wat minder geworden
in het midden. Maar ik zou graag van grrls horen die óók
Obsession van Byatt hebben gelezen, waarom dit boek van Faber
beter zou zijn. Dat wordt in elk geval in veel kritieken aangegeven. Ik merk dat ik een beetje moe wordt van het
uitzonderlijke van Sugar, het patriarchale van William, het
clericale rond Henry en zijn mrs. Fox, het poppetjesachtige rond
Agnes en de stank en tegenstrijdigheden van Londen.
Het gedrag van Agnes is een prachtige zedenschets van
vrouwenlevens uit de hoogste en middenklasse in die tijd in
Engeland (en ook Amerika). In het midden en aan het eind van de
19e eeuw leek er een epidemie te heersen: de ene vrouw na de
andere leed aan een chronische ziekte. Artsen hadden een scala
van diagnostische etiketjes hiervoor: neurasthenie, (lichamelijke)
overgevoeligheid, zenuwinzinking, slechte
spijsvertering en natuurlijk hysterie. Symptomen? Hoofdpijn, spierpijnen,
zwakte, depressie, menstratieproblemen, indigestie
en noem maar op. Meestal werd er algehele en veelvuldige rust
voorgeschreven en niet zelden waren de vrouwen de rest van hun
leven 'patient'.
Een van de oorzaken hiervoor was de rol van vrouwen in het huwelijk; het waren sexuo-economische
relaties: vrouwen vervulden
sexuele en reproductieve plichten waarvoor zij financieel
onderhoud kregen. Een succesvolle man kon zich geen beter 'sociaal ornament' wensen dan een vrouw die niets te doen
heeft. Dus: ladies deden niets. Voor alles was een bediende, voor het
huishouden, voor het koken, voor de tuin en voor de kinderen. En
in Agnes' geval zelfs voor de sex.
Als je inactief moet zijn, kun je net zo goed ziek zijn, en
ziekte legitimeert inactiviteit weer. Cirkeltje rond.
Vanuit een romantisch perspectief stond het beeld van de 'zieke vrouw' niet ver van de
'ideale vrouw'. In die tijd ontwikkelde
zich een morbide schoonheidsleer, die ziekte zag als een bron van
vrouwelijke schoonheid en schoonheid - in de modieuze zin - was
in feite een bron van ziekte. De vrouwen dronken azijn of namen
arsenicum voor een ziekelijk uiterlijk. En die corsetten zorgden
voor het frêle uiterlijk.
Wat Lelieblank betreft, wil ik nog wel een waarschuwing geven.
Het is zo'n boek dat heel traag op gang komt. Tot pagina 200 of
zo gebeurt er niet zoveel en vraag je je af waar het verhaal naar
toe gaat. Dan raakt het verhaal in een stroomversnelling, en
vanaf pagina 700 komt het moment dat je het boek niet meer weg wilt/kunt
leggen.
Nou, ik heb hem (gelukkig) uit.
Het was een boek wat ik zelf nooit zou hebben uitgekozen, maar ik
had toch wel positieve verwachtingen, omdat zo'n boek vast niet
zomaar het boek van de maand is.
Wat een teleurstelling.
Het feit dat je tijdens het verhaal steeds als lezer wordt aangesproken, belet mij om echt in het verhaal te
komen.
Op de achterflao staat, "waren het maar meer bladzijden" . Nou
wat mij betreft "waren het maar 850 bladzijden minder geweest.
Het hele verhaal had m.i. ook in 100 pagina's verteld kunnen worden. En dan dat vreselijke
einde. een open einde, okay maar
dit boek heeft gewoon geen einde.
Het houdt gewoon ineens op.
Nee, het was een hele kluif.
Ik moet eerlijk bekennen dat Lelieblank etc. bij mij totnutoe ook
niet aan de verwachtingen voldoet. Ben halverwege en - hoewel het
een onderhoudend verhaal is - echt beroeren doet het mij niet.
Het heeft iets van een klucht. Ik voel geen meelij of medeleven
met Sugar, vind haar parfumeur hooguit wat pedant en die
reli-broer moet eens ophouden met zwelgen. Maar goed, nog een
half boek te gaan, wie weet valt alles nog op zijn plaats.
Misschien lag het aan mijn grieperige toestand, maar ik
had echt moeite m'n aandacht erbij te houden. Het verhaal is kort
samen te vatten en de enige persoon waar ik wat voor voelde (Agnes
Rackham) speelt eigenlijk een bijrol.
Wat ik miste was betovering, niet noodzakelijk romantiek, maar iets
waardoor je naar een hoger niveau wordt getild, naar een andere
wereld. Nu had ik tijdens het lezen alleen maar het gevoel dat ik met een
lelijke griep in bed lag (was ook zo) en me door een papieren berg
narigheid, kots, pis en kak moest worstelen.
Mijn enthousiasme komt waarschijnlijk zo moeizaam omdat ik wel
een kritische lezer ben, en op dit boek ook wel het nodige valt
aan te merken: het de lezer aanspreken in het begin was eventjes
leuk maar ging naar mijn smaak veel te lang door, alle personages (behalve het meisje Sophie, vond
ik) blijven zeer oppervlakkig,
vooral het middenstuk van het boek was erg traag, en sommige
wendingen in het verhaal zijn behoorlijk idioot voor een boek dat
toch lijkt een realistisch verhaal te willen vertellen (ik denk
vooral aan Sugars 'eruditie': waar had ze dien vandaan in de
jeugd die ze beschrijft; de wel érg soepele ommezwaai die William
maakt van nietsnut tot succesvol zakenman, alleen omdat hij geld
wil hebben om Sugar te kunnen onderhouden; Sugars fascinatie voor
het dagelijks leven van William en Agnes die zo ver gaat dat ze
gaat stalken; Sugars carrièrestap tot goevernante). Maar ja,
ondanks alles is het boek heel goed en aansprekend geschreven,
geeft het een mooie zedenschets van de Victoriaanse tijd, is het
laatste gedeelte bepaald spannend, en heb ik het boek met een
zucht van spijt weggelegd toen ik het uit had. Het einde vond ik
bevredigend (want: passend) en onbevredigend (want: je wilt méér weten,
natuurlijk) tegelijk, en de 'uitleiding' was wat mij
betreft dus geniaal: "An abrupt parting, I know, but that's the
way it always is, isn't it? You imagine you can make it last for
ever, then suddenly it's over."
ja hallo! sinds wanneer was IQ en achtergrond aan elkaar gelinkt?! Je hoeft alleen naar de Britse royal family te kijken
om te weten dat een 'goede' komaf geen garantie is voor hersens -
anders om is net zo waar. Een kind van een hoer kan net zo goed
intelligent en leergierig zijn als ieder ander. Trouwens, als je _wel_ zonodig haar intelligentie aan een
'goed genetisch achtergrond' wilt koppelen, het zou heel goed kunnen dat haar
vader een advocaat of een dokter of zoiets was. Of een wethouder... (maar nee, dit is meer een OT loekgrrls discussie
over een coke snuivend hoerenloper ;-)
Maar met eruditie bedoel ik niet IQ, maar... nou ja, ik heb maar
even in de Dikke van Dale gekeken of ik het juiste woord heb gebruikt. En
jawel, daarin wordt heel goed beschreven wat ik bedoel: 'uitgebreide
kennis, gepaard met smaak en kritische zin'.
Het lijkt me duidelijk dat Sugar heel slim is, maar ze pakt
William al de eerste avond in door een gesprek te voeren over
boeken en schrijvers die ze allemaal kent. En ze heeft dus ook
precies alles gelezen wat hij als ex-student belangwekkend vindt.
Dat vindt ik nogal wat voor een autodidact die is opgegroeid in
een hoerenkast en een moeder heeft die niet verder komt dan het
uitknippen van plaatjes van Maria Magdalena ;-)
tja, het is inderdaad nogal wat, maar zij is ook niet zomaar iemand... eh... ze had ongetwijfeld klanten van wie ze boeken kon
lenen/krijgen/stelen. Het was toch zo dat dat kroeg waar ze in
het begin kwam vol was met dronken studenten en wannabe schrijvers?
Ja, dat klopt. Misschien wist ze wel via die kroeg en haar andere
klanten wat een 'must' was om te lezen, en wat de gangbare mening
over bepaalde boeken en schrijvers was. En overigens meen ik me
te herinneren dat er sprake van was dat ze ook stiekum naar de
bibliotheek ging, of klopt dat niet?
het is voor haar belangrijk dat ze alles komt te weten over
William's leven - ze is volledig afhankelijk van hem. Een goede
hoer doet alles om een goede klant naar zijn zin te maken. Haar
bijna hysterisch interesse in zijn leven komt voort uit haar
vrees om de beste klant die ze ooit heeft gehad te verliezen.
Hier heb je gelijk in, denk ik. Zo gezien is het weer een van de
aspecten waaraan je kunt zien hoe een vrouw in die tijd totaal
afhankelijk was van de sociale ruimte die ze kreeg.
de relatie tussen Governess Sugar en William is me helemaal niet
duidelijk meer.
Is ze inmiddels toch een beetje verliefd op hem?
Dat vond ik een wat minder goed uit de verf komende aspect van
het boek: in het begin is heel duidelijk hoe Sugar over haar klanten/alle mannen
denkt, dus ook over William. Later krijgt ze
waardering voor hem omdat hij haar uit de hoerenkast heeft weggehaald, en genereus
onderhoudt. Maar haar positie als
goevernante is in zekere zin een stap terug: ze lijkt nu wel een
respectabel leven te hebben, maar haar sexuele macht over William
neemt af.
Die droge lippen en ruwe handen van Sugar - ik krijg zelf zowat
jeuk van, zo opdringerig aanwezig zijn ze.
Ja, dit is superonwaarschijnlijk. Ik moest steeds denken aan de
hoofdpersoon van The singing detective, al had die een ander type ziekte, geloof
ik, maar vooral het voortdurende schilferen van
haar huid leek me ronduit smerig. Misschien heeft dit een
symbolische betekenis, maar ja, welke?
Maar er is in ieder geval genoeg over gemailed, dus ik beperk mij
tot 1 ding (zonder iets te verklappen): is het abrupte einde nu
een 'flaw' (om met Virginia Woolf te spreken), of is het een
teken van beheersing van de stof door de schrijver (die
natuurlijk hier en daar onconventioneel/modern te werk gaat)? De
verteller is er wel van bewust, maar je vraagt je af waarom de
schrijver ervoor gekozen heeft...
In een van de interviews spreekt Faber over een eventueel volgend boek. Hij zou dat willen laten spelen rond de Eerste
Wereldoorlog. Hij heeft het idee dat Sophie, de dochter van
William, daar een prominente rol in zou kunnen spelen. Het is dus
niet echt een vervolg op de Crimson petal maar meer een geheel
nieuw verhaal met 1 bekend personage.
Samenvatting
Marion (Schippie)