De Italiaanse schrijver Alessandro Baricco
schreef Zijde; Uitgeverij De Geus liet het vertalen en maakte er een prachtig klein boekje
van met een stofomslag van zijdepapier. Herve Joncourt woont in Lavilledieu, een Frans
plaatsje dat volgens mij niet bestaat, maar als zou bestaan dan zou het in de Provence
hebben gelegen. Om te leven koopt en verkoopt hij zijderupsen. Er treedt een ernstige
ziekte op onder de rupsen en Joncourt moet zijn handel verleggen naar Japan. Daar ontmoet
hij een geheimzinnige vrouw met niet oosterse ogen. Hij krijgt van haar een briefje in
zijn handen gedrukt met de tekst 'Kom terug, of ik ga dood'. Joncourt gaat terug, zelfs
met gevaar voor eigen leven, zelfs het geld verspillend van de zijdetelers.
Ach, wat is dat nu - een verhaal en dit keer gaat
het over de zijdehandel. Baricco spreekt mij in de eerste zin al tegen.
"Dit is geen roman. En ook geen verhaal. Dit
is een geschiedenis. Ze begint met een man die naar de andere kant van de wereld gaat, en
ze eindigt met een meer dat daar maar ligt te liggen, op een winderige dag."
Het verhaal dat geen verhaal is gaat over de
liefde, nee toch niet, over verlangen, nee ook niet - de emoties gaan dieper. Dat hoef je Baricco niet te vertellen:
"Je zou kunnen zeggen dat het een
liefdesgeschiedenis is. Maar als het niet meer was dan dat, zou het niet de moeite waard
zijn haar te vertellen. Er komen verlangens in voor, en pijnen, die je heel goed kent,
maar je hebt er geen echte naam voor om ze mee aan te duiden. Maar het is in ieder geval
niet liefde. (Dat is al van oudsher zo. Als je geen naam hebt om de dingen mee te
benoemen, dan gebruik je er een geschiedenis voor. Zo werkt dat. Al eeuwenlang.)"
Baricco trekt mij langzaam mee in zijn geschiedenis
en schrijft een paar regels verder:
"Iedere geschiedenis heeft haar eigen muziek. Deze geschiedenis heeft een witte
muziek. Dat is belangrijk om te zeggen, want witte muziek is vreemde muziek, soms raak je
ervan in de war: zij wordt zachtjes gespeeld, en er wordt langzaam op gedanst. Als ze haar
goed spelen, is het alsof je hoort hoe de stilte gespeeld wordt, en als je kijkt naar
degenen die erop dansen alsof hun leven ervan afhangt, lijkt het wel alsof ze stilstaan.
Het is verdomd lastig, witte muziek."
Ik val als een baksteen voor Baricco's taal, zijn
verbeelding, zijn fantasie, zijn woorden, en, niet te vergeten, zijn humor:"Veel meer
valt er niet aan toe te voegen. Misschien is het goed om te verduidelijken dat het om een
negentiende-eeuwse geschiedenis gaat: dan hoeft niemand vliegtuigen, wasmachines en psychoanalisten te verwachten. Die komen er namelijk niet in voor. Misschien een volgende
keer."
'Zijde' is een koel, zacht, kleurrijk en de
zintuigenstrelend boekje. Moet je lezen."
yvonnep
Ik
schrijf u vanuit de Ardeche, zuid-Frankrijk, over het boekje ZIJDE van
Alessandro Baricco. In het commentaar op uw website staat dat
Lavilledieu waar Hervé Joncour
geboren is, misschien niet bestaat.
Op 5 minuten van mijn huis ligt Lavilledieu. Daar is ook de straat
genoemd naar de hoofdpersoon Hervé Joncour. Dit was de streek van de
zijde-industrie en het stierf hier van de fabriekjes - ik kijk nu op één
uit - totdat de ziekte uitbrak. Die straat in Lavilledieu is misschien
zo genoemd naar aanleiding van het boekje, of andersom, ik moet daar
eens naar vragen.
De auteur Alessandro Baricco is hier in Lavilledieu geweest in 1997, om
zijn Franse versie van SETA aan te bieden. Dus er is vast een gedeelte
van waar.