Wiel Kusters



Vastenavond

Als ik mijn neus opzet, verlies ik prompt
een oor. Mijn haar wordt groen als ik het was.
Ik ben vergeten waar mijn dinges stond
nu ik vergeefs elf onderbroeken pas.

Ik maak muziek, zo vrolijk dat ik huil.
Ik dans alleen, de optocht maakt mij bang.
Ik slaap mijn roes uit in een eenmanskuil.
Ik voel waterkoude kussen op mijn wang.

Maar ik verrijs, laat dat geloof bestaan.
Ik spreek de waarheid met de brakke mond
die hangt te zingen aan mijn onderbuik.

Het voorjaar komt, ik voel het en ik ruik
het leven smeulen als een lange lont.
Ooit volgt de knal. Nu leven! Kraai maar, haan.

Wiel Kusters
uit: Zielsverstand, Querido, Amsterdam, 2007


Het is Aswoensdag als jullie dit lezen. Vastenavond ligt achter ons, of we
nu carnaval hebben gevierd of niet. Ik hoor niet bij de carnavalsvierders en
heb geen katholieke achtergrond, maar dat weerhoudt me er niet van in dit
sonnet veel genietbaars te vinden. Ik houd van de schijnbare ongerijmdheden
van de eerste strofe, de tegenstellingen in de tweede, de religieuze
verwijzingen in de derde, als de volta in het sonnet begint, en van die in
de vierde, en van de met triestheid vermengde levenslust in die laatste
strofe.
Favoriet zijn de tweede en derde regel van de derde strofe. Al hangt er bij
mij niets aan mijn onderbuik te zingen, die regels zou ik willen inlijsten
en boven mijn bed hangen om er elke ochtend mee op te staan. Ten slotte vind
ik het ook nog eens een knap gecomponeerd, mooi onnadrukkelijk sonnet, al
zou ik zelf 'Ik' in de vierde regel van de tweede strofe hebben weggelaten
en die regel met een komma hebben verbonden aan de regel ervoor. Door zo'n
kleine ingreep zou de regel net iets beter lopen. Maar dat
zijn peanuts ;-)

Over Wiel Kusters: http://nl.wikipedia.org/wiki/Wiel_Kusters
Over Vastenavond: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vastenavond



Edith
 

 

ik vind het een mooi sonnet, heel knap.
mijn favoriete strofe is het eerste, dat kan ik meevoelen. heel
geestig ook.
maar verder moet ik misschien wachten tot eind juli, als ik op mijn
rug in de Ardèche drijf en kijk naar het blauw van de zomerhemel.
en het dan nog eens lezen.

> Het is Aswoensdag als jullie dit lezen. Vastenavond ligt achter
> ons, of we
> nu carnaval hebben gevierd of niet. Ik hoor niet bij de
> carnavalsvierders en
> heb geen katholieke achtergrond, maar dat weerhoudt me er niet van
> in dit
> sonnet veel genietbaars te vinden. Ik houd van de schijnbare
> ongerijmdheden
> van de eerste strofe, de tegenstellingen in de tweede, de religieuze
> verwijzingen in de derde, als de volta in het sonnet begint, en van die
> in de vierde, en van de met triestheid vermengde levenslust in die
> laatste strofe.

ik ben het met je analyse helemaal eens.

> Favoriet zijn de tweede en derde regel van de derde strofe. Al
> hangt er bij
> mij niets aan mijn onderbuik te zingen, die regels zou ik willen
> inlijsten
> en boven mijn bed hangen om er elke ochtend mee op te staan. Ten
> slotte vind
> ik het ook nog eens een knap gecomponeerd, mooi onnadrukkelijk
> sonnet, al
> zou ik zelf 'Ik' in de vierde regel van de tweede strofe hebben
> weggelaten


dat ben ik met je eens kwa auditieve werking. die vierde 'ik' klinkt
overbodig maar zo op de bladzijde zijn die vier ikken onder elkaar wel mooi om
te zien.


Mooi gekozen in deze tijd van het jaar.
Ook voor mij geen carnaval maar dat maakt niet veel uit om dit sonnet te
kunnen waarderen. Ik vind juist het begin erg leuk, maar zoals je zelf
schrijft, ook de tegenstellingen in de tweede. Voor mij is het begin van
de vierde strofe een feest van herkenning. Heerlijk de lente en nieuw
(jong) leven! Wat mij betreft mag die "ik" blijven staan. Geeft wat meer
de ruimte om het uit te schreeuwen.


heerlijk gedicht. passie op iedere regel.

brak, naast zilt ook jachthond, en bengel, deugniet.
haan is ook trekker aan vuurwapen, dat het schot doet afgaan.

het nodigt me overigens niet uit om veel te puzzelen over woorden en
betekenissen. bij eerste lezing zit de stemming er meteen in. klanken,
wendingen geweldig. het ene woord zingt uit het andere. ja, een peanut
hier of daar, who cares! de voor waarheid weglaten, maar dan krijgt die
waarheid ander gewicht. zingen maar!


De laatste strofe spreekt me aan, vooral de eerste zes woorden van de
laatste regel.


Vorige week kocht ik de bundel waar je dit vastenavondsonnet uit koos.
Ik weet niet welk gedicht uit de bundel ik gekozen zou hebben, heb er
alleen nog maar doorgebladerd en hier en daar een paar regels gelezen,
maar dit zeker niet. Jij hebt er kennelijk andere beelden en emoties bij.
Je uitleg vind ik goed en ik probeer het zo te zien, maar het lukt me
niet.

'Ik spreek de waarheid met de brakke mond
die hangt te zingen aan mijn onderbuik.'

Nee, krijgt geen lijstje.
Alleen de laatste strofe spreekt me aan.


'Ik spreek de waarheid met de brakke mond
die hangt te zingen aan mijn onderbuik.'

> Nee, krijgt geen lijstje.

Ze zouden voor mij dienen als aansporing om altijd te zoeken naar
niet-clichématig taalgebruik in mijn gedichten. En als een ode aan het
leven in al zijn aspecten.


Ik moest slikken toen je die zingende brakke mond hangend aan de onderbuik
in een lijstje wou vatten. Markant hoe verschillend we kunnen lezen! Even
verdacht ik de schrijver van zelfhaat en daarna vond ik het brakke van
die mond vooral onaantrekkelijk, onsmakelijk zelfs, maar het beeld is
inderdaad geen cliché ;-) Een ode aan het leven dus, ja, zo is het wel
bedoeld neem ik nu aan.


> 'Ik spreek de waarheid met de brakke mond
> die hangt te zingen aan mijn onderbuik.'

> Ze zouden voor mij dienen als aansporing om altijd te zoeken naar
> niet-clichématig taalgebruik in mijn gedichten. En als een ode aan het
> leven in al zijn aspecten.


Niet clichématig OK, maar, Edith, wat moet ik me er bij voorstellen?
Ik krijg de gekste beelden in mijn hoofd bij deze tekst. Het eerste
wat ik in mijn hoofd zag waren enorme 'dronken' schaamlippen! En die
Wiel Kusters is een man......
En als zoiets gebeurd dan kan ik niet verder, dan verdwijnt de rest
van de tekst en blijft dat beeld hangen.

Het is dat iemand dan schrijft:

> De laatste strofe spreekt me aan, vooral de eerste zes woorden van de
> laatste regel.


> Het voorjaar komt, ik voel het en ik ruik het leven smeulen als een
> lange lont. Ooit volgt de knal. Nu leven! Kraai maar, haan.

Dat ik weer bij de les kom en denk, oh ja, er is nog meer en ineens
hier de schoonheid van zie. Wat zie jij dan voor je bij die brakke
mond? Of kun jij je alleen op de woorden richten en doemen er geen
beelden op?
Mijn kinderen gebruiken 'brak' altijd na een avondje stappen of laat
worden. Voor mij is dat typisch een woord van hun generatie, terwijl
meneer Kusters toch ouder is? Hij gaf mijn schoondochter les en zij
heeft hem dus een keer een bundel voor mij laten signeren! Google
levert op dat Kusters 3 jaar ouder is dan ik. Hij is van 1947. Hij
heeft zich dus het jargon van onze kinderen eigen gemaakt.
Die eerste twee alinea's zijn voor mijn protestantse geest het
typische voorbeeld van een carnaval. Volledig de kluts kwijt. En het
maakte me aan het lachen. Dan vraag ik me wel weer af hoe je in een
eenmanskuil waterkoude kussen kunt voelen? Ligt hij er dus toch niet
alleen? En dan komt die brakke mond zingend aan de onderbuik en dan
houdt voor mij alles op. Beelden verdringen elke tekst en ik denk
'laat maar', niet voor deze simpele geest.
Maar het laatste couplet is, nogmaals. echt mooi.
"Kraai maar, haan" heb ik echter weer een vraag bij.
Heeft hij het hier over zichzelf? Wiel Kuster de haan die misschien
als zodanig te keer is gegaan tijdens het carnavalsgebeuren?
Mijn protestante geest vraagt echter: Door wie wordt hij verloochent? Want
de haan kraait als Simon Petrus Jezus driemaal heeft verloochent. Of
verloochent hij zichzelf? Van Dalen geeft voor verloochenen o.a. "tegen je
eigen aard in handelen". Is hij misschien een hele keurige meneer die zijn
eigen aard verloochent tijdens carnaval?


> "Kraai maar, haan" heb ik echter weer een vraag bij.
> Heeft hij het hier over zichzelf? Wiel Kuster de haan die misschien als
> zodanig te keer is gegaan tijdens het carnavalsgebeuren? Mijn
> protestante geest vraagt echter: Door wie wordt hij verloochent? Want de
> haan kraait als Simon Petrus Jezus driemaal heeft verloochent. Of
> verloochent hij zichzelf? Van Dalen geeft voor verloochenen o.a. "tegen
> je eigen aard in handelen". Is hij misschien een hele keurige meneer die
> zijn eigen aard verloochent tijdens carnaval?


Mijn maag protesteerde bij die hangende brakke onderbuikmond en ik stelde
me ertegen te weer met de gedachte dat ik preuts was, maar anderen hadden
kennelijk eenzelfde reactie en met meer mensen preuts zijn krijgt alweer
een 'gezonder' aanzien ;-) Reacties van mijn maag sla ik trouwens
eigenlijk hoog aan, daar wil ik meer waarde aan hechten dan aan de
goocheltoeren van mijn hoofd. Nee dus, voor mij onsmakelijk. Maar dat
kraaien. Breng jij hanengekraai nooit met levensvreugde in verband? Ik had
net een kraaiende haan op een regenboog geschilderd en bedankte Edith
vooral omdat ik die tekst voor me zag in een bochtje over zijn hoofd. Het
drukte helemaal uit wat ik bedoelde toen ik die haan zat uit te zweten.
Moet grijnzen bij jouw interpretatie dat meneer Kusters zichzelf
verloochend heeft door te beesten tijdens carnaval. Volgens mij moeten de
psychologen na de Rorschachtest nu maar over op poëzieverklaring,
schitterend hoe we in onze commentaren onszelf blijken te zijn!


> Maar dat kraaien. Breng jij hanengekraai nooit met levensvreugde in
> verband?


Dat is raar ja, kwam hier helemaal niet bij me op.
Zal wel komen door dat "ik verrijs, laat dat geloof bestaan."

> Ik had net een kraaiende haan op een regenboog geschilderd en
> bedankte Edith vooral omdat ik die tekst voor me zag in een bochtje over
> zijn hoofd.

Ja, da's helemaal mooi.
Maar Edith had het ook over die draai naar het religieuze, daardoor
komt het waarschijnlijk ook.

> Moet grijnzen bij jouw interpretatie dat meneer Kusters zichzelf
> verloochend
> heeft door te beesten tijdens carnaval. Volgens mij moeten de
> psychologen na de Rorschachtest nu maar over op poëzieverklaring,
> schitterend hoe we in onze commentaren onszelf blijken te zijn!

Ja, ik ben bang dat een poëzieverklaring heel veel van je eigen ziel
blootlegt.


> Niet clichématig OK, maar wat moet ik me er bij voorstellen?
> Ik krijg de gekste beelden in mijn hoofd bij deze tekst. Het eerste wat
> ik in mijn hoofd zag waren enorme 'dronken' schaamlippen!

grin.
ik durfde het niet helemaal te zeggen, maar mijn gedachten gingen ook in
die richting en dat leidt mij vreselijk af van de schoonheid in dit leven.
;-)

> En die
> Wiel Kusters is een man......
> En als zoiets gebeurd dan kan ik niet verder, dan verdwijnt de rest van
> de tekst en blijft dat beeld hangen.

yep
na die mooie paradoxen in het begin kreeg ik toch iets dat tussen een
jakkie bah en een lach in hing hoewel ik de vorm schitterend vind en heel
knap gedaan

> Wat zie jij dan voor je bij die brakke
> mond? Of kun jij je alleen op de woorden richten en doemen er geen
> beelden op?

hier ben ik ook zeer benieuwd naar

> Mijn kinderen gebruiken 'brak' altijd na een avondje stappen

ik had die associatie ook, en ik zag brak water, ook niet iets waar
ik zo gauw warm voor loop

> Voor mij is dat typisch een woord van hun generatie, terwijl
> meneer Kusters toch ouder is? Hij gaf mijn schoondochter les en zij
> heeft hem dus een keer een bundel voor mij laten signeren! Google levert
> op dat Kusters 3 jaar ouder is dan ik. Hij is van 1947. Hij heeft zich
> dus het jargon van onze kinderen eigen gemaakt.

daar vind ik op zich niks mis mee, integendeel

> Die eerste twee alinea's zijn voor mijn protestantse geest het
> typische voorbeeld van een carnaval. Volledig de kluts kwijt. En het
> maakte me aan het lachen. Dan vraag ik me wel weer af hoe je in een
> eenmanskuil waterkoude kussen kunt voelen?

o, daar kan ik me van alles bij voorstellen
de kuil in het bed, maar ook de kuil ergens langs de weg waarin de
carnavalsgast in zijn dronkenschap is gevallen?
en koude kussen daar langs de weg vind ik voor de hand liggen kwa
regen of sneeuw
en in dat bed, sja, ik word ook niet gecharmeerd van een bedgenoot
met een kater van hier tot almelo ;-)
ik vind het nog vrij gul van de eventuele bedgenoot, een koud kusje. ;-)

> Ligt hij er dus toch niet
> alleen?

ik denk dat hij in die kuil wel alleen ligt, maar misschien in dat
bed niet?
of lits jumeaux?

> En dan komt die brakke mond zingend aan de onderbuik en dan
> houdt voor mij alles op. Beelden verdringen elke tekst en ik denk
> 'laat maar', niet voor deze simpele geest.

LOL, grapjas, met je simpele geest. ;-)

> "Kraai maar, haan" heb ik echter weer een vraag bij.
> Heeft hij het hier over zichzelf? Wiel Kuster de haan die misschien als
> zodanig te keer is gegaan tijdens het carnavalsgebeuren? Mijn
> protestante geest vraagt echter: Door wie wordt hij verloochent? Want de
> haan kraait als Simon Petrus Jezus driemaal heeft verloochent. Of
> verloochent hij zichzelf? Van Dalen geeft voor verloochenen o.a. "tegen
> je eigen aard in handelen". Is hij misschien een hele keurige meneer die
> zijn eigen aard verloochent tijdens carnaval?

of is het misschien de haan in het kippenhok?
le coq, and I don't mean the rooster, if you get my drift?


> > levert op dat Kusters 3 jaar ouder is dan ik. Hij is van 1947. Hij
> > heeft zich dus het jargon van onze kinderen eigen gemaakt.
>
> daar vind ik op zich niks mis mee, integendeel


Klopt. Het viel me gewoon op. Ik verbaas me altijd als ik een kind
hoor antwoorden "ik voel me een beetje brak". Vind dat eigenlijk nog
steeds heel erg vies, maar het klopt natuurlijk wel bij het gevoel na veel
drank.

> > maakte me aan het lachen. Dan vraag ik me wel weer af hoe je in een
> > eenmanskuil waterkoude kussen kunt voelen?

> o, daar kan ik me van alles bij voorstellen
> de kuil in het bed, maar ook de kuil ergens langs de weg waarin de
> carnavalsgast in zijn dronkenschap is gevallen?

Die had ik dus voor ogen.

> en koude kussen daar langs de weg vind ik voor de hand liggen kwa
> regen of sneeuw

mmm, regen of sneeuw en dan aan kussen denken?
werkt bij mij niet :-)

> en in dat bed, sja, ik word ook niet gecharmeerd van een bedgenoot
> met een kater van hier tot almelo ;-)

> > En dan komt die brakke mond zingend aan de onderbuik en dan
> > houdt voor mij alles op. Beelden verdringen elke tekst en ik denk
> > 'laat maar', niet voor deze simpele geest.

> LOL, grapjas, met je simpele geest. ;-)

Ja, maar, die man staat bekend als intelligent en ik kan 'm niet
volgen, dus dan denk ik automatisch 'simpele geest'.... (voor mezelf)

> sorry, als ik voor grrls de vreugde van een mooi gedicht aan het
> verbarrelen ben, maar het werkt zo wel op mij.

Ja we lopen wel alle kanten op. Maar het levert in ieder geval
plezier op. Maar of het literair verantwoord is en of Edith er blij
mee is............... :-)


> Ja we lopen wel alle kanten op. Maar het levert in ieder geval
> plezier op. Maar of het literair verantwoord is en of Edith er blij mee
> is............... :-)


Het overtreft mijn stoutste verwachtingen :-)

> Maar Edith had het ook over die draai naar het religieuze, daardoor komt
> het waarschijnlijk ook.

Ik had het niet over een 'draai naar het religieuze', maar over religieuze
verwijzingen en die zitten er ook volop in. Da's niet raar voor een
katholieke Limburgse dichter die over carnaval schrijft en hoeft dichten
over levensvreugde (inclusief 'vallen en opstaan') geenszins in de weg te
staan, ook niet in één-en-hetzelfde gedicht. Dat vind ik juist een van de
vele aardige kanten ervan.

Enne... wat er in je hoofd komt komt er in je hoofd, maarre... hangende
schaamlippen?? Zelfs als ik tot die passage de 'ik' in het gedicht zou
hebben gezien als een 'zij' (wat ik overigens nooit doe tenzij het uit de
context duidelijk is) zou ik daar toch van gedachte veranderd zijn ;-)

"Mijn kinderen gebruiken 'brak' altijd na een avondje stappen of laat
worden. Voor mij is dat typisch een woord van hun generatie, terwijl
meneer Kusters toch ouder is? Hij gaf mijn schoondochter les en zij heeft
hem dus een keer een bundel voor mij laten signeren! Google levert op dat
Kusters 3 jaar ouder is dan ik. Hij is van 1947. Hij heeft zich dus het
jargon van onze kinderen eigen gemaakt."


Nou, zo ligt het niet precies, denk ik. Zou een te 'platte' interpretatie
zijn. Je kunt er meer kanten mee uit, waaronder een meer letterlijke.

"Wat zie jij dan voor je bij die brakke
mond? Of kun jij je alleen op de woorden richten en doemen er geen beelden
op?"


Natuurlijk komt er een beeld bij me op en richt ik me niet alleen op de
woorden in een gedicht. Het zou niet best zijn als dat anders was. Maar ik
lees niet alleen de 'brakke mond', ik lees 'Ik spreek de waarheid met de
brakke mond / die hangt te zingen aan mijn onderbuik'. Die volgende regel
hoort er wel bij, je kunt niet doen of die er niet staat. Dat geldt ook
voor wat aan 'de brakke mond' voorafgaat. En dan zie ik geen schaamlippen,
maar een mannelijke dichter die, dankzij het uitbundig (maar wel alleen,
dat staat er niet voor niets) carnaval vieren in staat is om niet
(uitsluitend) vanuit het hoofd te schrijven, maar ook, of juist, vanuit de
onderbuik. Met nieuw elan en levenslust tot gevolg, zie de rest van het
sonnet.

Ik zag ook nog een kleine discussie voorbijkomen over waar de
'eenmanskuil' zich zou bevinden. Dat dat binnen, in een bed, zou zijn,
vind volgens mij geen steun in de tekst. Lijkt me meer een droge greppel
of zo, en de waterkoude kussen zouden (inderdaad) (een beeld voor)
regendruppels kunnen zijn.


> Enne... wat er in je hoofd komt komt er in je hoofd, maarre...
> hangende schaamlippen?? Zelfs als ik tot die passage de 'ik' in
> het gedicht zou hebben gezien als een 'zij' (wat ik overigens nooit doe
> tenzij het uit de context duidelijk is) zou ik daar toch van gedachte
> veranderd zijn ;-)


Tjee, met al het commentaar op dit gedicht gaat er werkelijk een
wereld voor me open ;-) Dat had ik in eerste instantie nou helemaal
niet verwacht van woensdag gedichtendag :-)


> Tjee, met al het commentaar op dit gedicht gaat er werkelijk een wereld
> voor me open ;-) Dat had ik in eerste instantie nou helemaal niet
> verwacht van woensdag gedichtendag :-)

Met de boekgrrls betreed je onverwachte paden ;-)

Nog een gedachte die net bij me opkwam: carnaval (vieren) en wat dat
teweeg kan brengen moet je volgens mij ook als een beeld zien dat voor
meer kan staan dan voor carnaval alleen. Het staat denk ik ook meer in het
algemeen voor loslaten, de teugels laten vieren, en (wat ik al eerder
schreef) voor vallen en weer opstaan.


Wat een reacties en interpretaties allemaal op je woensdag-gedicht-dag
bijdrage, Edith! Als Maastrichtse, katholieke en van carnaval houdende
grrl sprak het mij bijzonder aan. Zijn taalgebruik vind ik bijzonder
sfeervol en beeldend, altijd, ook de tekst van Passio Diaboli, een opera
van Bernard van Beurden, die in 1990 verscheen en die ik toen gelezen heb,
heeft die sfeer. Voor mij geen woordelijke uitleg, ik hoor, voel en proef
de sfeer van de "Vastelaovend" (carnaval op z'n limburgs) en die verlies
ik als ik ga analyseren. Heb alle interpretaties trouwens met verwondering
gelezen ;-))

En, Edith, je wilde 'ik' in de 4e regel van de 2e strofe eventueel
wegpoetsen, daar wil ik dan wel even op ingaan. Als dichteres heb je
natuurlijk gelijk, de zin loopt dan inderdaad beter. Maar misschien wilde
Kusters wel, zowiezo veelvuldig 'ik' gebruikend, als alleengenieter en
alleenvierder van carnaval : "Ik dans alleen, de optocht maakt mij bang"
dat nog benadrukken door elke regel met 'ik' te laten beginnen.

zijn laatste strofe duidt ook op de uitbarsting van vreugde met carnaval,
de laatste uitspattingen voorafgaand aan de vastentijd voor het Paasfeest
: het voorjaar dat dan echt genoten mag worden, het leven dat door de
lente weer openbarst, en verwijst uiteraard de opstanding van Jezus, na de
lijdenstijd die ingeluid werd door de verloochening van jezus door petrus
(ik zag het al langskomen hier) waarbij het kraaien van de haan hoort
(vóór de haan kraait zult gij mij 3 maal verloochend hebben...)

nog een leuke link naar een interview met Wiel Kusters waar nog een aantal
gedichten staan.
http://decontrabas.typepad.com/dekleinezaal/2006/06/interview_met_w.html


> weer openbarst, en verwijst uiteraard de opstanding van Jezus, na de
> lijdenstijd die ingeluid werd door de verloochening van jezus door
> petrus (ik zag het al langskomen hier) waarbij het kraaien van de haan
> hoort (vóór de haan kraait zult gij mij 3 maal verloochend hebben...)


Zie je nou! Mijn gereformeerde opvoeding werkt altijd :-)


> En, Edith, je wilde 'ik' in de 4e regel van de 2e strofe eventueel
> wegpoetsen, daar wil ik dan wel even op ingaan. Als dichteres heb je
> natuurlijk gelijk, de zin loopt dan inderdaad beter. Maar misschien
> wilde Kusters wel, zowiezo veelvuldig 'ik' gebruikend, als
> alleengenieter en alleenvierder van carnaval : "Ik dans alleen, de
> optocht maakt mij bang" dat nog benadrukken door elke regel met 'ik' te
> laten beginnen.

Ik denk dat je daar volkomen gelijk in hebt. Iemand anders wees ook al op
de visuele werking van dat vier maal herhaalde 'Ik' in die strofe. En dat
alléén vieren (inclusief je roes uitslapen en er 'gelouterd' uit wakker
worden) is inderdaad van belang, dat schreef ik al ergens.

Wat ik me afvraag: de grrls die afgeleid of ontstemd of ontregeld ;-)
raakten toen ze zich de 'brakke mond' als een reusachtige vagina
voorstelden, hebben die dezelfde reactie als ze zich een normaal formaat
penis in hangende staat voorstellen, zoals volgens mij de bedoeling is?
Niet dat ik daar vervolgens conclusies aan zou willen of kunnen verbinden,
ik vraag het me alleen af :-)


> Wat ik me wel afvraag: de grrls die afgeleid of ontstemd of
> ontregeld ;-) raakten


niet ontstemd of ontregeld
maar ook niet gecharmeerd ben ik bang. ;-)

> toen ze zich de 'brakke mond' als een reusachtige vagina
> voorstelden, hebben die dezelfde reactie als ze zich een normaal
> formaat penis in hangende staat voorstellen, zoals volgens mij de
> bedoeling is?

volgens mij toch in erecte toestand, want hoe interpreteer je dan uit:

> Maar ik verrijs, laat dat geloof bestaan.
> Ik spreek de waarheid met de brakke mond
> die hangt te zingen aan mijn onderbuik.
>
> Het voorjaar komt, ik voel het en ik ruik
> het leven smeulen als een lange lont.
> Ooit volgt de knal. Nu leven! Kraai maar, haan.

'maar ik verrijs' (in de onderbuik context)
'lange lont.'
'Kraai maar, haan.'


> Wat ik me wel afvraag: de grrls die afgeleid of ontstemd of ontregeld
> ;-) raakten


niet ontstemd of ontregeld
maar ook niet gecharmeerd ben ik bang. ;-)

Het is ook niet bedoeld om te charmeren. Uit je roes wakker worden, daar
is niks charmerends of moois aan. Maar het is wel (een) waarheid waar niet
omheen wordt gedraaid. Een ode aan het leven in al zijn aspecten heb ik
het in een eerdere reactie genoemd. Leven is niet alleen mooi. Als een
gedicht alleen nog maar over 'mooie' dingen zou mogen gaan, houd ik per
direct op met me met gedichten bezighouden :-)

> volgens mij toch in erecte toestand, want hoe interpreteer je dan uit:

>> Maar ik verrijs, laat dat geloof bestaan.
>> Ik spreek de waarheid met de brakke mond
>> die hangt te zingen aan mijn onderbuik.
>>
>> Het voorjaar komt, ik voel het en ik ruik
>> het leven smeulen als een lange lont.
>> Ooit volgt de knal. Nu leven! Kraai maar, haan.
>
> 'maar ik verrijs' (in de onderbuik context)
> 'lange lont.'
> 'Kraai maar, haan.'

Jemig, jij zoekt het wel ver :-)

Ik verrijs = ik sta op. Niets meer of minder, alleen niet in zo'n verheven
context als waarnaar de bijbelse verrijzenis verwijst. Nee, dit is een
'verrijzenis' van iemand die weet wat vallen is en dus het opstaan des te
meer waardeert. Van een mens dus, niet van een god. Juist door dat spelen
met de bijbelse termen wordt dat aangeduid. En bovendien: hangen is
hangen. Als er nou 'staat te zingen' had gestaan, ja dan... Maar dat staat
er niet :-) De 'lange lont' is het leven, precies zoals het er staat.
Leven dat toewerkt naar de dood, die hier met een knal wordt aangeduid. De
haan duidt de nieuwe morgen aan, die vernieuwde levenslust brengt. Wie de
penis van de derde strofe wil horen naklinken in 'lange lont' en 'haan'
moet dat zeker doen (dat deed ik ook!). Dat zal de dichter alleen maar
plezier doen :-) Hoe meer onderliggende betekenisassociaties, hoe beter.
Maar dat is dan wel een onderlaag. Dat er van alles meeklinkt in een
gedicht en dat je dat ook mee laat spelen, perfect. Maar om te beginnen
moet je wel gewoon heel precies lezen wat er stáát, anders krijgt je
hinein-geïnterpreteer.


>> Wat ik me wel afvraag: de grrls die afgeleid of ontstemd of
>> ontregeld ;-) raakten

> niet ontstemd of ontregeld
> maar ook niet gecharmeerd ben ik bang. ;-)

> Het is ook niet bedoeld om te charmeren. Uit je roes wakker worden, daar
> is niks charmerends of moois aan. Maar het is wel (een) waarheid waar
> niet omheen wordt gedraaid. Een ode aan het leven in al zijn aspecten
> heb ik het in een eerdere reactie genoemd. Leven is niet alleen mooi.
> Als een gedicht alleen nog maar over 'mooie' dingen zou mogen gaan, houd
> ik per direct op met me met gedichten bezighouden :-)


helemaal waar, geheel met je eens

>> volgens mij toch in erecte toestand, want hoe interpreteer je dan
>> uit:

>>> Maar ik verrijs, laat dat geloof bestaan.
>>> Ik spreek de waarheid met de brakke mond
>>> die hangt te zingen aan mijn onderbuik.
>>>
>>> Het voorjaar komt, ik voel het en ik ruik
>>> het leven smeulen als een lange lont.
>>> Ooit volgt de knal. Nu leven! Kraai maar, haan.
>>
>> 'maar ik verrijs' (in de onderbuik context)
>> 'lange lont.'
>> 'Kraai maar, haan.'
>
> Jemig, jij zoekt het wel ver :-)

LOL, in poëzie zeker ja.

> Ik verrijs = ik sta op. Niets meer of minder, alleen niet in zo'n
> verheven context als waarnaar de bijbelse verrijzenis verwijst.
> Nee, dit is een 'verrijzenis' van iemand die weet wat vallen is en
> dus het opstaan des te meer waardeert. Van een mens dus, niet van
> een god. Juist door dat spelen met de bijbelse termen wordt dat
> aangeduid.

ik snap het

> En bovendien: hangen is hangen. Als er nou 'staat te zingen' had
> gestaan, ja dan... Maar dat staat er niet :-)

je hebt helemaal gelijk

> De 'lange lont' is het leven, precies zoals het er staat. Leven dat
> toewerkt naar de dood, die hier met een knal wordt aangeduid.

aaah, dat had ik nog niet zo gezien

je kent het gedicht 'The Hollow Men' van T.S.Eliot?
http://en.wikipedia.org/wiki/The_Hollow_Men
da's meer zoals ik het zie.
dat zullen mijn steile protestantse voorouders wel zijn. ;-)

> De haan duidt de nieuwe morgen aan, die vernieuwde levenslust brengt.
> Wie de penis van de derde strofe wil horen naklinken in 'lange lont' en
> 'haan' moet dat zeker doen (dat deed ik ook!). Dat zal de dichter alleen
> maar plezier doen :-)

LOL

> Hoe meer onderliggende betekenisassociaties, hoe beter. Maar dat is dan
> wel een onderlaag. Dat er van alles meeklinkt in een gedicht en dat je
> dat ook mee laat spelen, perfect. Maar om te beginnen moet je wel gewoon
> heel precies lezen wat er stáát, anders krijgt je hinein-geïnterpreteer.

je hebt helemaal gelijk
dat komt door het 'hangen' in regel 11.
door al dat verdere gebungel daaronder werd ik afgeleid. ;-)


> beter. Maar dat is dan wel een onderlaag. Dat er van alles meeklinkt in
> een gedicht en dat je dat ook mee laat spelen, perfect. Maar om te
> beginnen moet je wel gewoon heel precies lezen wat er stáát, anders
> krijgt je hinein-geïnterpreteer.


Ja juf :-)
maar hineininterpreteren vind ik zo lekker...
Vooral tijdens een kopje koffie 's ochtends.
En de narcissen steken hun kop op.
Kraai, haan kraai!
het voorjaar komt
de zon schijnt.
Heerlijk. Ik heb de deuren naar het water nota bene even open gehad.


> Ja juf :-)
> maar hineininterpreteren vind ik zo lekker...


Als je mij er maar buiten laat ;-)


>> Ja juf :-)
>> maar hineininterpreteren vind ik zo lekker...

> Als je mij er maar buiten laat ;-)


grin


 


 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 25/02/08  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag