Na het succesvolle Zestig, een bloemlezing uit haar hele werk ter
gelegenheid van haar zestigste verjaardag. (Zij is geboren op 8
september 1940) Nu uit haar bundel, ’Van cadmium lekken de bossen’, heb
ik het volgende gedicht uitgekozen:
Cara
Een lyrische aandrift bestormde mijn hoofd
terwijl de wind het wiegde en deinend mijn
haren met krachtige hand naar achteren schoof
Ik meende een boom te zijn
Uit de top van de heuvel golfden de wolken
als een haardos aan het hoofd van een rennende
vrouw; waar ging zij heen? haar blik was vrolijk
ik zag haar, moest stilstaan, zij
zag mij, moest lopen, ik betreurde mijn boom
zijn, kon niet achter haar aan. Toen merkte ik
dat aan haar zijde ontsprong een zilveren
beekje, dat zij op weg zond
nieuwsgierig riviertje dat zich haastig en
kronkelend in mijn richtig bewoog. Het stroomt
nu al jaren aan mijn voeten, het zilver
stond goud af, sloeg zich om mijn vinger
en mijn heuvel en ik, wij zijn verloofd
Elly de Waard 2002
(één van de drie beste gedichten van Gedichtendagprijs uitgereikt op
donderdag 30 januari 2003 )
Enige citaten vanaf het internet oa.
"Als dichter heeft Elly de Waard van meet af aan duidelijk stelling
genomen. Ze keerde zich tegen de invloed van de Vijftigers en pleitte
voor terugkeer naar een lyrische poëzie waarin op directe wijze uiting
wordt gegeven aan emoties en gevoelens. De Nederlandse poëzie moest naar
haar mening worden gevitaliseerd. Met haar derde bundel, Furie (1981),
heeft Elly de Waard werkelijk haar eigen stem gevonden: gepassioneerde
liefdeslyriek, direct, met grote inzet geschreven. De liefde tussen
vrouwen zal vanaf dat moment haar belangrijkste thema blijven." (Uitgeverij
de Harmonie)
Hoewel ik vind, dat dit bovenstaande gedicht universeel is!
De heftige gevoelsuitbarstingen in haar gedichten worden aanvankelijk in
balans gehouden door een zeer strakke vorm; veel met binnenrijm en
alliteratie, later is zij weer wat losser gaan schrijven. De witregels
die ze toepast, gebruikt zij nadrukkelijk om stilte en rust in haar werk
te brengen.
Haar afbrekingen in dit specifieke gedicht vind ik gedurfd maar klopt
allemaal! De kracht van Elly de Waard ligt in haar beeldend vermogen en
in haar gevoel voor ritme. Elly de Waard vindt dat een gedicht ergens
over moet gaan en dat herkenbaar en toegankelijk moet zijn. Zij zegt ook:
(en daar ben ik het gedeeltelijk mee eens, want niet iedere dichter is
een goede performer! ‘Vaak neem ik mijn gedichten op de band op en
beluister ze vervolgens. Dan hoor ik waar ik uit de maat ben. Ik heb het
al eens eerder gezegd: dichters die hun eigen werk niet kunnen
voordragen zijn geen goede dichters. Die hebben te weinig naar zichzelf
geluisterd!’
Rim
Ik
weet nog zo net niet, of 'k dit een mooi gedicht vind. De eerste strofe
spreekt me wel aan. Een sterk beeld: een staande vrouw, stevige wind,
wapperende haren. Ze voelt zich een boom. Sterke klanken ook - veel o's
en a's. (Hoewel - bij dat 'wiegende hoofd' denk ik toch eerder aan
blommetjes).
Een andere vrouw, ook omschreven met krachtige beelden, komt aangestormd.
Maar dan - dat zilveren riviertje dat goud wordt om 'mijn vinger'? En de
slotzin vind ik ronduit een afknapper. Ik ben zeker niet ongevoelig voor
symbolieken, maar een verloofde boom met ring rond haar twijgen - nee,
ik ben er niet kapot van. Ik verwacht iets anders van boom-vrouwen.
uiteraard
heeft iedereen het recht om te voelen hoé een gedicht overkomt , het
spreekt je aan of niet. Smaken verschillen nu eenmaal, en dat is maar
goed ook, anders zou het leven saai zijn.-) Ik vind juist de manier
waarop Elly de Waard de 'liefde' beschrijft uit 't oogpunt van een boom,
een mooie metafoor. Net zoals ze 'de ring' aan haar vinger als metafoor(
: dat zilveren riviertje dat goud wordt ...) het is toch anders verwoord.
Ik
weet niet goed waar het wringt. Is het een liefdesgedicht? een
natuurgedicht? een advertentie?
De eerste strofe geeft een goed beeld van een sterke vrouw. Als een boom
voelt ze zich, stevig geworteld in de aarde. Ze staat recht in de wind,
haar haar waait naar achteren.
Dan komt er een beeld dat me wel aanspreekt, 'uit de top van de heuvel
golfden de wolken als een(?) haardos aan(?) het hoofd van een rennende
vrouw' . Twee vrouwen met wapperende haren. Een staat stil, de ander
rent. Maar dan? De vrouw rent op de ik af, anders had die de blik niet
kunnen zien in haar ogen, en rent dan weer verder, en de ik kan niet
achter haar aangaan. En dan dat nieuwsgierige riviertje. Ontspringt dat
aan de zijde van de heuvel of aan de zijde van de vrouw? of nog ergens
anders?
Ik ben het er helemaal mee eens dat de dichteres een beeldend vermogen
heeft, maar in dit gedicht vind ik de metafoor van de stilstaande boom
en de rennende heuvel doodlopen op de slotregel. De mededeling 'en mijn
heuvel en ik, wij zijn verloofd' is totaal overbodig. Zonder die regel
was de afloop al duidelijk. Toch een soort advertentie in dichtvorm?
Ik vind dat Elly de Waard heel mooie gedichten heeft geschreven, maar
dit gedicht is nog niet af, het zou nog eens goed bekeken kunnen worden
door de dichteres. Ik zou het geweldig vinden als ze het met behoud van
de metafoor ik meende een boom te zijn nog eens zou bekijken. Wat pedant
van mij, he?
Mijn
eerste reactie was juist "ochgottegottegot, wat lief", vind het een echt
liefdesgedicht, bijna zoet, maar mooi in bewoording. Die stijve boom die
niet mee kan rennen en toch de aandacht trekt van de renster, iemand die
vast op de grond moet staan en toch gebonden raakt aan iemand die in
beweging moet blijven. Opposites attract??
Ik
meende uit de beschrijvingen over het werk van de Waard die meegestuurd
werden dat ze veel lesbisch-erotische gedichten schrijft dus wellicht
moet je ook vanuit dat perspectief naar dit gedicht kijken. Dat zilveren
riviertje dat goud wordt en de heuvel zijn in mijn ogen simpelweg
verwijzingen naar sex (venusheuvel en gevingerd worden/vingeren?). En
die top van de heuvel met haardos: kan ook zijn dat er gebeft wordt? Of
gaat mijn oversexte brein met me aan de haal :-)?
Zo
had ik het nog niet bekeken, het zou kunnen, ik kan dat niet beoordelen.-)
( mag van mij hoor!)
LOL!
Jee, wat ben ik dan een onschuldig zieltje eigenlijk. Ik vond het juist
zo'n snoezige beschrijving van wederzijdse verliefdheid (zie mijn andere
mail). Zoals jij het beschrijft vind ik het opeens een nogal smerig
gedicht worden, ahum... Ben ik nu óndersext?
Nou..smerig..?
maar ik rolde ook lachend van de heuvel bij dit nieuwe perspectief
Is
toch niet smerig?
Inderdaad,
helemaal niet smerig. Ik heb blijkbaar ook een oversext brein, want ik
mijn eerste indruk was ook die van een verkapt sexueel gebeuren.