Marjoleine de Vos


Haar kennende van de colums in de NRC ontdekte ik dat Marjoleine de Vos ook poëzie schreef. Haar eerste bundel 'Zeehond graag' was gauw gekocht en de meeste gedichten hierin bevielen me zeer. Een van mijn favorieten pen ik hier zometeen neer.
Omdat inmiddels veel dichters op deze lijst gepasseerd zijn heb ik
nagekeken of dat met de Vos ook al gebeurd was en ja, Irma is mij
voorgegaan met 'Kooklust' uit dezelfde bundel. Ik vind dat geen
belemmering, want de gedichten zijn erg verschillend.


Zien is kennen - Over het geluk

Het geluk zit bij zonsopgang in de trein
en zingt Vivaldi met de kievit
fietst langs de waddendijk: een feilloos oog
voor wollen schapen, ruime lucht van Hollands blauw.
Looft keuken en kamer, leest de krant
loopt de straat door om de herfst te prijzen,
verliefd op het gouden licht van september
lacht het naar oude dames babies leren jacks.
Het geluk bezit goed ingelopen wandelschoenen.
's Avonds zit het aan tafel met vrienden
het drinkt oude jenever, volgt een talencursus
doucht elke ochtend warm, zwemt 's zomers
spetterend door de lauwe zee. Het geluk schrijft
lange brieven, eet een haring, heeft een moeder
viert Sinterklaas.

Het geluk ligt graag in bed. Het is getrouwd
heeft tot zijn verdriet geen kinderen maar
het geluk houdt zich groot.


Uit: Zeehond graag. Uitgeverij Van Oorschot, 2000.

Wat ik hier mooi aan vind is de klankrijke opsomming van alledaagse
dingen waar geluk in vervat zit (voor de dichteres in ieder geval),
en in de laatste strofe de klap die alles omkeert en ontnuchtert. Ja,
geluk zit in kleine dingen en ja, geluk kan een alledaagse ervaring
zijn en ja, geluk kan groots en overweldigend zijn, maar geluk is
nooit compleet en ook nooit toereikend om onderliggend verdriet te
bedekken. Grappig vind ik ook dat geluk hier gepersonifieerd wordt.
Geluk toont de buitenwereld een ander gezicht. Het is een masker.

Vrij van de internetsite van de KB:
De Vos is Neerlandicus en dichteres. Bij het grote publiek zijn
ongetwijfeld de kookcolumns en poëziebesprekingen in NRC Handelsblad het bekendste onderdeel van haar werk, maar zij deed veel andere dingen: redigeerde het tijdschrift Diepzee, nam zitting in de redactie van het literaire tijdschrift Raster en schreef een
kinderboek: De wereldworst, Bij de Bezige Bij, 1986. In haar werk
speelt haar levensbeschouwing en religiositeit een even grote rol als
haar liefde voor de Nederlandse taal.

Aan te raden is het interview dat Remco Ekkers met haar had.



Bernique

 

 

> Zien is kennen - Over het geluk

Wat een heerlijk gedicht.
Woorden die precies zeggen zoals een mens zich kan voelen op die
momenten dat de simpele dingen, de zegeningen blijken te zijn. De
hoogtepunten.

Ik zit alleen telkens naar deze zin te staren:

> lacht het naar oude dames babies leren jacks.

Moet hier een komma in?
Terwijl ik de tekst op de site zette bij WG gaf de speller aan dat
het baby's zou moeten zijn, maar misschien is dit dichterlijke
vrijheid.

> Het geluk ligt graag in bed. Het is getrouwd
> heeft tot zijn verdriet geen kinderen maar
> het geluk houdt zich groot.

En dan in drie regels een heel diep verdriet.

Ik geniet altijd van haar columns en hier zie je de schrijfster in
één gedicht "verpakt". Het eerste deel is heel kenmerkend voor haar
columns, het tweede leert een andere kant kennen. Heel persoonlijk.


de link naar de pers is:
http://www.kb.nl/dichters/vos/vos-04.html

Kan me het meest vinden in de kritiek die Gerbrandy geeft.

Ik vind M.de Vos een stuk beter dan vele "meisjesdichters", maar in
'het geluk' vind ik het allemaal een beetje te gewoon en het lijkt me dat
het (schijnbare - dit omdat de dichteres best een denker is) spontane
gehuppel met eenvoud te kort doet aan het onderwerp. Het geluk is los
zand, woorden/begrippen zijn inwisselbaar voor andere gewoonheden. Het
maakt eigenlijk niet uit. En de gewone dingen hebben geen onderlinge
coherentie; vind ik erg magertjes voor een gedicht. (wat heeft Vivaldi met
een kieviet?) De taal "klinkt' nogal houterig, zingt ondanks Vivaldi niet.
Kortom, wat mij betreft teveel een versje, wat niet past bij het gewicht
van deze maskerade.

(Coherentie vind ik bijvoorbeeld meer in: 'Nu en altijd':
.. Herhaal dus het heden tot in eeuwigheid:
gekoer in de dakgoot, de krak
van de schaal die steeds nog niet breekt,
het versleten roze van lakens, zang
in het bad, de geur van nivea, kip in de oven .. )

De voorlaatste regels geven een overgang naar het ongeluk in het
staartje. Het geluk heeft een moeder, maar geen kinderen. Kan dus geen
geluk in zich dragen? Dat vraagt om krachtige beelden. Misschien is het
losse zand te zien als zand in de ogen strooien. Daarmee is het 'zien is
kennen' - wat sterk aan een vogelgids doet denken (wat vliegt daar? ooh,
mijn geluk!) - een beduidende titel ;-)


> coherentie; vind ik erg magertjes voor een gedicht. (wat heeft Vivaldi > met een kieviet?)

Ik vind het altijd zo intrigerend dat jij de dingen immer anders
bekijkt dan ik. Ik vroeg me namelijk niet af wat heeft Vivaldi met
een kieviet, maar bedacht Marjoleine is gek op Vivaldi en vindt
kievieten mooi. Bij jou is het denk ik altijd literair kijken en bij
mij is het altijd meteen het persoonlijke gevoel zien. Vind dat van
jou altijd een lekkere aanvulling.

> (Coherentie vind ik bijvoorbeeld meer in: 'Nu en altijd':
> .. Herhaal dus het heden tot in eeuwigheid:
> gekoer in de dakgoot, de krak
> van de schaal die steeds nog niet breekt,
> het versleten roze van lakens, zang
> in het bad, de geur van nivea, kip in de oven .. )

Van wie is dit?



Ook van M.de Vos, want geen appels met peren vergelijken ;-)


> Ik zit alleen telkens naar deze zin te staren:

>> lacht het naar oude dames babies leren jacks.

Vond ik ook lastig lezen, maar als je de vorige zin erbij neemt en
dan achter elkaar doorleest wordt het duidelijk.

'verliefd op het gouden licht van september
lacht het enz.'

Het laten doorlopen van al die zaken waar het geluk naar kijkt zie ik als
dichterlijke vormgeving.



> Kan me het meest vinden in de kritiek die Gerbrandy geeft.

Oké, ga ik lezen.
>
>Ik vind M.de Vos een stuk beter dan vele "meisjesdichters", maar in
> 'het geluk' vind ik het allemaal een beetje te gewoon en het lijkt me
> dat het (schijnbare - dit omdat de dichteres best een denker is)
> spontane gehuppel met eenvoud te kort doet aan het onderwerp. Het geluk
> is los zand, woorden/begrippen zijn inwisselbaar voor andere
> gewoonheden. Het maakt eigenlijk niet uit. en de gewone dingen hebben
> geen onderlinge coherentie; vind ik erg magertjes voor een gedicht. (wat
> heeft Vivaldi met een kieviet?) De taal "klinkt' nogal houterig, zingt
> ondanks Vivaldi niet. Kortom, wat mij betreft teveel een versje, wat
> niet past bij het gewicht van deze maskerade.

Ik snap wel wat je bedoelt, en inderdaad lijkt de opsomming wat
lukraak. Maar mij stoorde het niet. Het is gewoon wat in je oog
springt en in je hoofd opkomt, spontaan. Daardoor ook overtuigend,
vind ik.
En wat Vivaldi met een kieviet heeft? Grinnik. Niks natuurlijk. Ben ik
helemaal mee eens. Een leeuwerik zou logischer zijn. Ik denk dat het
vooral om dezelfde klankherhaling gaat in deze woorden?

> (Coherentie vind ik bijvoorbeeld meer in: 'Nu en altijd':
> .. Herhaal dus het heden tot in eeuwigheid:
> gekoer in de dakgoot, de krak
> van de schaal die steeds nog niet breekt,
> het versleten roze van lakens, zang
> in het bad, de geur van nivea, kip in de oven ..

Ja, dit hele gedicht is erg mooi. Heb ik ook overwogen. Net als nog
een paar andere. Haar alter ego mevrouw Despina is in deze bundel ook veel
aanwezig en tot voor deze 'taak' had ik nooit de moeite genomen om achter
het waarom en het mogelijk historische Wie te komen omtrent deze figuur.
Nu dus wel, maar dat is weer een ander verhaal.


> Ik vind het altijd zo intrigerend dat jij de dingen immer anders
> bekijkt dan ik. Ik vroeg me namelijk niet af wat heeft Vivaldi met
> een kieviet, maar bedacht Marjoleine is gek op Vivaldi en vindt
> kievieten mooi. Bij jou is het denk ik altijd literair kijken en bij mij
> is het altijd meteen het persoonlijke gevoel zien. Vind dat van jou
> altijd een lekkere aanvulling.

Vind ik nou ook en leer ik altijd van, al is het maar anders kijken
en zelf extra nadenken. Wat niet noodzakelijk tot een ander eigen
gevoel hoeft te leiden. Maar soms wel, ook door reacties van andere
grrls trouwens. Maar door deze interactie dring ik steeds meer door
in de geheimen van de poëzie en dat is waar ik op uit ben.


> Ik vroeg me namelijk niet af wat heeft Vivaldi met
> een kieviet, maar bedacht Marjoleine is gek op Vivaldi en vindt
>> kievieten mooi.

Doet Vivaldi niks met kievieten in zijn Seizoenen?




Heb ik aan gedacht, maar ik kan niets vinden. Het geluid van de
kieviet is weinig muzikaal en het is een echte flapwing, d.w.z. hij
vliegt aritmisch, terwijl Vivaldi helder barokt op strak. Als nou de
overige voorbeelden ook deze tegenstelling hadden geboden ...


Waarom zou je in het gedicht van De Vos een maskerade willen zien? Vanwege die laatste regel: het geluk houdt zich groot? Ik nam dat letterlijk i.p.v. het gebruikelijke figuurlijke. Kléin geluk met een grote
uitwerking, want daardoor is een leven met verdriet leefbaar. Verdriet om
ongewenste kinderloosheid hoeft niet te betekenen dat je nooit meer
openstaat voor klein geluk. Dat staat niet onweerlegbaar in het gedicht,
mijn interpretatie van 'houdt zich groot' is zeker voor discussie vatbaar
maar gaat wel uit van de realiteit. Geluk is vaak / altijd? klein. Een
(voorbijvliegende) gelukservaring krijg je van even zon op je neus na
maanden van regen en van al die kleine dingen die M. de Vos beschrijft. De
kieviet heeft niks met Vivaldi, dat heeft zijzelf op de ogenblikken dat ze
gelukkig is en terwijl ze Vivaldi neuriet voegt de kieviet er zijn roep
aan toe. Ze houdt van allebei. Een gedichtje zonder raadsels of veel
diepgang, net als het kleine geluk, maar door de laatste regels krijgen de
kleine gelukservaringen voor mij de rol van tegenhanger voor het grote
verdriet. Ik zie er een ode aan het kleine geluk in, geen maskerade. Het
gedicht gaat door dat verdriet wel onverwacht de diepte in, ongeluk is
indrukwekkender dan geluk, terwijl het niet eens zeldzamer is. Iemand uit
mijn kennissenkring vindt ongeluk en verdriet waarachtiger dan geluk en
blijdschap. Hij is de enige niet?

In welke kritiek van Gerbrandy kun je je het meest vinden? Als ik
zijn tekst lees zie ik weinig dat op dit gedicht van toepassing zou zijn.
En coherentie in de gelukservaringen? Dat die er opzettelijk niet is in
bijvoorbeeld: Het geluk schrijft lange brieven, eet een haring, heeft een
moeder viert Sinterklaas. werkte voor mij juist sterk. Geluk wordt erdoor
gekenmerkt, het trekt zich van logica niets aan. Door in de beschrijving
ervan geen coherentie op te leggen typeert ze het juist.


> Gerbrandy kun je je het meest vinden? .... van toepassing zou zijn.

Nee, dat klopt, slaat meer op haar werk in het algemeen.

> En coherentie in de gelukservaringen?
> Geluk wordt erdoor gekenmerkt, het trekt zich van logica niets aan.
> Door in de beschrijving ervan geen coherentie op te leggen typeert ze
> het juist.

Toeval is logisch, zei Johan Cruijff;-)
Ik vind niet dat in al haar bijeengeraapte momenten geluk zit. De
woorden op zich staan niet voor geluk.
Ik noem het los zand. Mag best, maar dan is het voor mij meer zo'n
meisjesversje en geen gedicht, waar het erom gaat zo precies mogelijk te
zijn. Ik vind coherentie altijd een vereiste voor een gedicht - het kan
ook coherent zijn door volhoudend los zand natuurlijk, maar ook dan mag
geen woord de keuze voor vervangbaarheid bieden. De schijfster zegt in een
vraaggesprek dat een gedicht er zomaar uitfloepte, dat is dan net zo als
het per ongeluk schieten van een echt goede foto, dat kan namelijk niet
;-) Hieraan moest ik denken bij het lezen van het geluk. De maskerade
blijkt voor mij vooral uit de titel: zien is kennen, dat is namelijk ook
niet waar, dat mag weer blijken uit de laatste regels. Het niet-geluk
wordt niet getoond achter het groot-houden.


>Ik vind niet dat in al haar bijeengeraapte momenten geluk zit. De
> woorden op zich staan niet voor geluk.

Bestaan er woorden die op zich staan voor een gelukservaring die per
definitie zo iets persoonlijks is?

> kan ook coherent zijn door volhoudend los zand natuurlijk, maar ook dan
> mag geen woord de keuze voor vervangbaarheid bieden.

Het is inderdaad een vervangbaar rijtje, zeker met die haring ;-) ! Maar
universeel is dat ieder mens zo'n rijtje heeft van mensen, voorwerpen,
omstandigheden die 'm een geluksgevoel kunnen bezorgen. Dimitri Verhulst
vertelde in Mevrouw Verona enz. dat oude verhaal na waarin je bij de
hemelpoort moest melden wat karakteristiek was geweest voor jouw persoon,
dat vond ik niet gemakkelijk voor mezelf, maar de geluksgevoelens zouden
daar mooi voor kunnen dienen. Ik zou ook zo mijn litanie kunnen oplepelen
en ieder ander waarschijnlijk haar eigen incoherente lijstje.

> De schijfster zegt in een vraaggesprek dat een gedicht er zomaar
> uitfloepte, dat is dan net zo als het per ongeluk schieten van een
> echt goede foto, dat kan namelijk niet ;-)
> Hieraan moest ik denken bij het lezen van het geluk.

Omdat er altijd ambachtelijkheid aan te pas moet komen? Nadenken,
bijschaven, ordenen? Dat lijkt mij ook wel ja.

> De maskerade blijkt voor mij vooral uit de titel: zien is kennen, dat is
> namelijk ook niet waar, dat mag weer blijken uit de laatste regels. Het
> niet-geluk wordt niet getoond achter het groot-houden.

Die titel vind ik raadselachtig. Een onzintitel verwacht ik niet bij haar.
Als het klopt dat er impliciet van 'tonen' sprake is, dan past nIEt-kennen
erbij doordat iemand zich groothoudt, kennen past dan niet. Het is
denkbaar dat ze zich groot houdt voor zichzelf, ruimte wil blijven geven
aan gelukservaringen, slaat dat zien en kennen dan op haar inzicht dat ze
zich groot loopt te houden?? Zichzelf kennen?


> Ik noem ik het los zand. mag best, maar dan is het voor mij meer zo'n
> meisjesversje en geen gedicht, waar het erom gaat zo precies mogelijk te
> zijn. Ik vind coherentie altijd een vereiste voor een gedicht - het kan
> ook coherent zijn door volhoudend los zand natuurlijk, maar ook dan mag
> geen woord de keuze voor vervangbaarheid bieden.

Eerlijk gezegd vind ik De Vos uitermate specifiek in haar
benoemingen, vervanging door eigen equivalenten komt niet in mijn
hoofd op. En misschien is het wel los zand, maar al die losse korrels
worden dan toch maar onstuitbaar richting laatste regels gezogen, om
aldaar uit te komen bij een rotsblok van formaat. Nou ja, mijn woorden...

> Ik vind niet dat in al haar bijeengeraapte momenten geluk zit. de
> woorden op zich staan niet voor geluk.

De woorden op zich staan inderdaad niet voor geluk, helemaal waar,
maar wel voor _haar_ geluk. Moet betekenis altijd universeel zijn? Ik weet
wel dat het er meestal om gaat om uit te komen bij iets algemeen geldends,
iets universeels, maar dat kan toch niet altijd? Marjoleine heeft het hier
over iets dat volstrekt en alleen haar eigen individu betreft. Dat is
vanaf de eerste regels duidelijk. Het universele zit 'm voor mij
bijvoorbeeld in de strekking dat geluk in kleine en alledaagse dingen zit,
dat soort dingen. Of zie ik het zo verkeerd?

Het 'Zien is kennen' in de titel, daar snap ik ook niks van. Door wat
jullie erover zeggen wordt het mij niet duidelijker. Ik heb dat
onderdeeltje maar gewoon terzijde geschoven. Tot misschien een flitsend
begrijpen ooit, ergens, later.


> Eerlijk gezegd vind ik De Vos uitermate specifiek in haar
> benoemingen,

Ja, dat is juist mijn bezwaar, zie vorige mail.

> De woorden op zich staan inderdaad niet voor geluk, helemaal waar,
> maar wel voor _haar_ geluk. Moet betekenis altijd universeel zijn? Ik
> weet wel dat het er meestal om gaat om uit te komen bij iets algemeen
> geldends, iets universeels, maar dat kan toch niet altijd?

Laat ik vooropstellen dat ik met poëzie een wat eenzijdige verhouding heb;
het is zoals met mijn Spaans, ik kan het aardig verstaan, hoor verschil
tussen het Spaans in Mexico, Chili en Spanje (om maar een paar voorbeelden
te noemen), maar spreken doe ik het (nog) niet. Dichten is bar moeilijk,
moeilijker dan Spaans leren. Alles is al gezegd en gemaakt, dat geeft aan
alles, maar dan ook aan alles bij voorbaat een universele waarde. Als dat
een dichter genoeg is, dan is het zonde van de tijd om een gedicht te
schrijven. In eigen woorden universeel zijn, dat moet iedere dichter
kunnen. Hoogstpersoonlijk of niet verder reikend dan, vind ik een
zwaktebod. Dan kun je alle groepjes regels die gesnoeid worden in het wit
als gedicht zien. Weinig handicap, weinig inspanning, weinig
nauwgezetheid, weinig uitdaging, niks an. Een spel wordt gemaakt door de
regels. Dat maakt het juist zo boeiend.

> Het universele zit 'm voor mij bijvoorbeeld in de strekking dat geluk in
> kleine en alledaagse dingen zit, dat soort dingen. Of zie ik het zo
> verkeerd?

Ja, dat is zo, maar dat is wel erg makkelijk, de hoogstpersoonlijke
voorkeur van de dichter(es), zie hierboven en vorige mail

> een flitsend begrijpen ooit, ergens, later.

Wie weet!


> Bestaan er woorden die op zich staan voor een gelukservaring die per
> definitie zo iets persoonlijks is?

Een gedicht bestaat niet zozeer uit woorden, denk ik, maar uit
begrippen. Het is zeker mogelijk geluk of welk begrip dan ook op een
meer algemeen geldende manier uit te drukken.

> die haring ;-) ! Maar
> universeel is dat ieder mens zo'n rijtje heeft van mensen, voorwerpen,
> omstandigheden die 'm een geluksgevoel kunnen bezorgen.

Tja, dan leg je het universele van het gedicht alleen bij de
interpretatie van de lezer, de dichter zelf hoeft slechts iets (hoogst
persoonlijks) te beschrijven - zonder metafoor, zonder algemene of
verderstrekkende geldigheid, zonder ruis - en de lezer doet dat ergens aan
denken en zegt dan: dit versje over een lekkere appel doet me denken aan
de peren die ik zo lekker vind, ergo de dichter deelt iets met me en dus
heeft het .... Ja, zo lust ik er nog meer ;-) De dichter hoeft geen moeite
te doen de juiste woorden te vinden, alles geldt want een gedicht dat niet
over zijn eigen tekst heen doet kijken zal ongetwijfeld emotie oproepen
bij de lezer, of iets van herkenning. De lezer betrekt immers alles op
zichzelf en is tevreden met wat (bij ieder persoonlijk) wordt opgeroepen.
Ik denk dat veel op die wijze wordt gelezen en geprezen. Maar ik kan daar
niet tevreden mee zijn ;-)

> Dimitri Verhulst vertelde in Mevrouw Verona enz. dat oude verhaal na
> waarin je bij de hemelpoort moest melden wat karakteristiek was geweest
> voor jouw persoon, dat vond ik niet gemakkelijk voor mezelf, maar de
> geluksgevoelens zouden daar mooi voor kunnen dienen. Ik zou ook zo mijn
> litanie kunnen oplepelen en ieder ander waarschijnlijk haar eigen
> incoherente lijstje.

Juist, en het lijstje in het gedicht zou zó moeten ruisen dat het meer dan
hoogstpersoonlijk gelezen kan worden.

> Die titel vind ik raadselachtig.

Ook daar: "zichzelf" kennen zou niet alleen op het (on)geluk zoals de
dichteres dat opsomt moeten slaan, maar meer moeten zeggen over menselijk
geluk. Door de hapsnap opsomming zonder diepgang is het inderdaad hoogst
persoonlijk en waarom zou je het dan in een gedicht zetten, vraag ik me
af. Waarom wordt het geluk zo letterlijk genoemd en benoemd, waarom is er
geen moeite gedaan in treffende woorden geluk te schilderen?


Het is een erg gemakkelijk gedicht van De Vos.
Omdat ze de juiste woorden niet heeft gevonden, roept het geen emotie bij
me op. Het slot, dat treurig had moeten zijn, doet me dan ook helaas
weinig.


De theorie waarom het gedicht tekort zou schieten bevalt me wel, maar de
praktijk is dat het een gedicht is dat me wél wat deed. Ik ga er maar
vanuit dat iedereen een andere ontvankelijkheid heeft en theorieën niet
het laatste woord hebben. Wat me bevalt is het Felix Timmermansachtige,
het zintuigelijke, het vitale van én met een verdriet leven en toch bij
vlagen zo gelukkig kunnen zijn, want die maskerade is ook theoretisch voor
me gebleven.


> Ik ga er maar
> vanuit dat iedereen een andere ontvankelijkheid heeft en theorieën niet
> het laatste woord hebben.

Wel, daarmee maak je het iedere (would be) dichter erg makkelijk en
hoeft het werk ook niets met het dichterlijk universum (dat is het
universele dat ik bedoel, niet het algemeen voor de handliggende
herkenbare) van doen te hebben. Ergo ieder versje is een gedicht ;-)
Brrrrr. Een theorie is het geheel van de grondregels van een kunst of
techniek, die kun je toch niet zomaar veronachtzamen bij welk ambacht dan
ook? . > Wat me bevalt is het Felix Timmermansachtige, het zintuigelijke,
het > vitale > van én met een verdriet leven en toch bij vlagen zo
gelukkig kunnen zijn,

Oh oh, over Timmermans is men niet erg tevreden meer, lees:
Begijnhofsproken is geschreven door de archetypische Timmermans zoals hij
vijftig jaar na zijn dood herinnerd wordt: als een verrukte, devote
idealist, die zijn stof zocht in wat in zijn nabije omgeving voor het
oprapen lag. en: 'Geen enkele van Timmermans' werken wordt zo beheerst
door gevoel en verbeelding', heet het op de achterflap. Op geen enkel
moment slaagt Timmermans er echter in de liefdesperikelen boven het niveau
van sentimentele clichés te tillen.

Snik, wat zijn we vergankelijk...


> De theorie waarom het gedicht tekort zou schieten bevalt me wel,
> maar de praktijk is dat het een gedicht is dat me wél wat deed. Ik ga
> er maar vanuit dat iedereen een andere ontvankelijkheid heeft en
> theorieën niet het laatste woord hebben. Wat me bevalt is het Felix
> Timmermansachtige, het zintuigelijke, het vitale van én met een verdriet
> leven en toch bij vlagen zo gelukkig kunnen zijn, want die maskerade is
> ook theoretisch voor me gebleven.

Eh... tja, en ik zie het dus net zo. Interessante
uitwisseling, meiden, en het heeft mij zeker geboeid en aan het
denken gezet.


> Oh oh, over Timmermans is men niet erg tevreden meer

Wat ben je recht in de leer. Stel je voor dat ik niet mooi mag vinden wat
ik mooi vind. Ik zou het dichters te makkelijk maken? Ik ben niet bezig
als kunstcriticus maar als lezer. En dat Timmermans helemaal niet meer
kán, haha, dat weet ik ook wel. Maar wie maakt dat voor mij uit? Ik noem
hem expres. Kan zo genieten van zijn ''clichés''. ''Men'' is niet meer erg
tevreden over hem. Wie weet straks weer wel, ben ik mijn tijd vooruit. Kom
je me smeken om een deeltje van mijn verzameling. Nou vooruit.


> Wat ben je recht in de leer.

Gelukkig maar, houd ik de eer van het ambacht hoog ;-)
Anyway, ik vind wat er over Timmermans gezegd wordt toepasselijk op M. de
Vos, dat heb je wel goed gezien...

> Stel je voor dat ik niet mooi mag vinden

Je mag mooi vinden wat je mooi wilt vinden, natuurlijk! Het is
kennelijk moeilijk over te brengen wat ik precies bedoel...
Als ik een gedicht lees, wil ik wel echt kunnen zeggen dat ik een
"gedicht' lees. Dat mag ik toch wel zeggen?
Soms komt er een vers voorbij dat imo geen gedicht is. Er wordt veel
(over)gewaardeerd omdat de lezers het zichzelf en de schrijver /
dichter gemakkelijk maken door al snel iets op zichzelf te betrekken
(en daarmee vinden dat er iets is opgeroepen) en te gaan voor de
persoonlijke herkenning. En dat vind ik jammer, want zo er is geen
plaats voor onderscheid tussen kaf en koren.
Dat iedere lezer zich daar per definitie mee bezig moet houden, zeg ik
niet. Maar ik geloof wel dat het lezen verdiept, meer zin heeft als men
wel bij de kwaliteit van een werk stilstaat. En ja, ik kan niet begrijpoen
dat je iets goeds niet zo zou willen lezen .. Het blijft me verbazen dat
dichters (vooral -essen) die weinig nauwkeurig met het moeilijke ambacht
omgaan, de hemel in worden geprezen. Mooi vinden en een goed gedicht lezen
zijn voor mij heel aparte dingen. Een gedicht waarin ik maar weinig
ambachtelijke kwaliteit kan ontdekken kan ik niet mooi vinden; het stoort.
O.a. hoogstpersoonlijke uitingen, die sowieso niet thuis horen in welke
kunstuiting dan ook. (je moet immers iets delen) Er zijn gedichten (ik
lees eigenlijk niet anders meer dan poëzie en over poëzie) die ik niet
mooi vind, maar die ik wel goed vind, omdat de ambachtelijke kwaliteit
duidelijk aanwezig is. Er zijn gedichten die ik mooi vind om hun eenvoud,
om hun kracht, om hun "laten zien met nieuwe ogen", maar het mooi vinden
is voor mij niet de interessante kant van kunstuitingen. Er zijn gedichten
die me onmiddellijk boeien (en misschien niet "mooi" zijn) terwijl ik ze
nog niet helemaal begrijp. Ben al weken bezig met Blenheim van Muldoon.
Regel voor regel voert het een mij onbekende wereld binnen, geen
herkenning (gelukkig), maar enthousiasme - soms zelfs opwinding, zodat ik
's nachts mijn bedje uitkruip en met de knijpkat de regels weer en weer
lees - om hoe het er staat (twee zinnen maar, met interne krul en ritmisch
binnenrijm), het recreëren van de meanderende betekenissen, het verrast
worden door de plotseling duidelijk wordende coherentie van de begrippen -
hoe alles op z'n plaats valt - bij iedere stap verdichting en verdieping,
tot het laatste woord Iron Maiden mij laat zitten met een aantal
zingevingen waaruit ik nog niet de juiste kan kiezen. (Ik zag een site
waarop een spelletje gespeeld wordt met gedichten. vervang één woord, zo
gaat het. En wat blijkt? Bij een goed gedicht zit je meteen in de
problemen. Vervang één woord en er klopt meteen niks van)

> Kom je me smeken om een deeltje van mijn verzameling. Nou vooruit.

Weet je dat je gratis Pallieter kunt downloaden? Da's nog eens een
cadeau met terugwerkende kracht ;-)
En zie! ginder, heel, héél ver, een witte stip, langs den kant waar
het Zuiden openklaarde, reed de witte huifwagen den reuzenboging
onderdoor. Alzoo vertrok Pallieter, de dagenmelker, uit het Netheland, en
ging de wijde, schoone wereld in, lijk de vogels en de wind.


Vraag je mij: is dat gedicht van M. de Vos grootse dichtkunst, nee, dat
zal ik niet beweren. Maar niet alles wat ik eet is haute cuisine, niets
van wat ik draag is haute couture en ik kan demi-littérature soms best
waarderen.

Lees net een stukje van M.de Vos in de NRC 'Veertig soorten azijn' waarin ze beschrijft hoe gelukkig en ongelukkig zijn elkaar kunnen afwisselen.

Het is wel fraai om te lezen na onze discussie of er wel of geen sprake
was van een maskerade in haar gedicht 'Over het geluk'. De Vos: 'Mij valt
juist altijd op hoe angstaanjagend gemakkelijk het is om gelukkig te zijn
terwijl je weet dat anderen lijden, vervolgd worden, eenzaam zijn. Hoe
verschrikkelijk veel vormen geluk kan aannemen, hoe het kan zijn als een
golf die door je heen spoelt en zich niets aantrekt van het verdriet dat
je daarnet nog voelde - het schuldige geluk van wie rouwt maar toch, op
een warme dag het water induikend en weer bovenkomend in de stralende
wereld, voelt wat een genot het is in leven te zijn. Daar kun je je niet
eens tegen verzetten.''


> Lees net een stukje van M.de Vos in de NRC 'Veertig soorten azijn'
> waarin ze beschrijft hoe gelukkig en ongelukkig zijn elkaar kunnen
> afwisselen. Het is wel fraai om te lezen na onze discussie van twee
> weken geleden of er wel of geen sprake was van een maskerade in haar
> gedicht 'Over het geluk'.

Hoe zijn de woorden "het geluk houdt zich groot" anders uit te leggen dan
maskerade? Zich groot houden betekent immers doen alsof. Mijn slotsom is:
geluk is altijd hoogst persoonlijk. Dat het in alle vormen kan voorkomen,
tja, wie weet dat niet. Wat kun je daarmee, als dichter? Want zodra geluk
een naam heeft, is het geen geluk.

Wat heerlijk dat grrlmeningen zo divers kunnen zijn!
Het stukje (ik heb de digi-NRC): ik vind dat een column iets moet
scherp stellen. De Vos doet ook hier aan kolen en geit sparen. Da's
voor een dichter en een columnist een zwakke inzet, imo ;-)


> Hoe zijn de woorden "het geluk houdt zich groot"
> anders uit te leggen dan maskerade? Zich groot houden betekent immers
> doen alsof.

Van Dale er maar bij gepakt: de eerste betekenis is: zich flink gedragen
en de tweede: zich houden alsof men iets hinderlijks niet bespeurt of het
zich niet aantrekt. 'Het geluk houdt zich groot' kon ik daarom zien als:
ik wil het gelukkig zijn niet laten ondersneeuwen door het verdriet.

Blijf wel zitten met dat ''zien is kennen''.


> Van Dale er maar bij gepakt: de eerste betekenis is: zich flink gedragen
> en de tweede: zich houden alsof men iets hinderlijks niet bespeurt of
> het zich niet aantrekt.
>


Ook niet eerlijk! Die van mij geeft alleen de tweede betekenis.

> Het geluk houdt zich groot,
> kon ik daarom zien als: ik wil het gelukkig zijn niet laten
> ondersneeuwen door het verdriet.

Okay, voor jou geen maskerade maar een boer die lacht.... ;-)
>
> Blijf wel zitten met dat ''zien is kennen''.

Schijn bedriegt, zou ik zeggen. Zit je weer met die maskerade...
Of als je het geluk in iets ziet, dan ken je het daar ook in. Zoiets. Maar
raden doe ik liever niet. De nauwgezetheid ontbreekt, en dat doet afbreuk
aan het gedicht. Enfin, ik vind het - vanwege het altijd zeer persoonlijke
karakter van wat geluk inhoudt - een beetje dom eigenlijk, om geluk in een
gedicht te willen benoemen.


> Enfin, ik vind het - vanwege het altijd zeer persoonlijke karakter van
> wat geluk inhoudt - een beetje dom eigenlijk, om geluk in een gedicht te
> willen benoemen.

Het kan nog steeds zijn dat ik niet zié wat ze wil zeggen. Dat het wel
terzake is. Een mogelijkheid is nog dat ze zegt dat je het geluk kent als
je het maar ziét, als je er oog voor hebt. Dat vind ik zeker van
toepassing op het grote, het echte geluk dat niet zo persoonlijk is als de
geluksgevoelens die ze beschrijft, het geluk dat je ouders deugden, je
kinderen gezond zijn, er heuse liefde in het spel is, enz., daarvan loopt
een mens niet continu te genieten. Misschien besef je dat geluk zelfs pas
als het voorbij is of als je anderen ontmoet die een ander leven
toebedeeld kregen. Eerst zag je het niet, daardoor kende je het niet als
geluk. De Vos beschrijft niet dat 'echte' geluk, maar het verschijnsel dat
in een bepaalde stemming geluksgevoelens ontstaan. Heerlijke stemmingen
waarvoor de een meer aanleg heeft dan de ander. Er hoeft maar iets aan de
neuronenvoorraad de andere kant op te marcheren of een zoemend insect in
de zon is hinderlijk in plaats van harmonisch en vredig. Misschien zijn
het niet alleen de neuronen en hormonen die aan die geluksstemming
meewerken. Als je verdriet de overhand heeft heb je geen oog voor de zaken
die een geluksgevoel kunnen oproepen. Zo zou ik de titel wel kunnen
plaatsen.


 

Marjoleine de Vos


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 05/09/07  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag