Campert en Heytze


Op het gevaar af dat iedereen de gelegenheidsgedichten al gelezen heeft die
geschreven zijn bij het overlijden van Jan Wolkers wil ik toch de gedichten
van Campert en Heytze citeren en vergelijken.
Het produkt van de Dichter des Vaderlands laat ik maar onbesproken.
Het zal ook niet gemakkelijk zijn om een goed gelegenheidsgedicht te
schrijven.

Leven (Remco Campert)

Vrijdagmiddag op het Centraal Station
kwam een onbekende op me af
keek me getroffen aan en zei:
'Heeft u het al gehoord?
Jan Wolkers is dood'.

terwijl ik nog maar net besloten had
om zolang ik nog te leven heb
niet meer aan de dood te denken
kwam jij, Jan, er onverhoeds tussen
zoals je me vaak belde
midden op een troosteloze dag
alsof je in Texel raadde
dat ik om je praatje verlegen zat

al wachtend op de trein
bleef denken aan jouw dood
niet denken aan De dood
maar eerder aan het leven
zoals jij het vierde
uitbundig en voorbeeldig

Remco Campert
De Volkskrant van 24 oktober 2007

Het gedicht begint heel realistisch en actueel: Vrijdagmiddag op het
Centraal Station. Dat station zal wel het CS in Amsterdam zijn, maar dat ik
Utrecht CS voor me zie stoort niet. Alle stations kunnen dienen voor
de absurditeit dat een vreemde onverhoeds een intieme boodschap overbrengt.
Campert en Wolkers waren vrienden, het bericht zal schokkend zijn geweest.
Dan beschrijft Campert iets moois. Dit schrijnende bericht brengt de
schrijver die zich dicht bij de dood waant dichter bij Wolkers'
omgaan met het léven. En dat schrijft hij bondig en inspirerend op.
Terwijl ik het gedicht overtikte merkte ik hoe goed het 'loopt', nergens
wringt het.
Campert schrijft over zijn eigen gevoelens en gedachten maar toch gaat het
gedicht over Wolkers. Jan Wolkers inspireert hem tot leven, ook, of juist
als hij dood is. Zo typeert en eert Campert Jan Wolkers.

In memoriam Jan Wolkers (Ingmar Heytze)

Ik merk dat ik nog steeds op zoek ben
naar een soort remedie voor de dood,
bijvoorbeeld dat ik een paar klokken
terugzet, waarna jij gewoon weer wakker
wordt. Zoiets. Of dat ik op hoge poten
naar een grijs loket stap om te klagen
en dat alles dan wordt opgelost (er
wordt zelfs iemand om ontslagen).
Het is onzin, zoals elk geloof, maar ik
buig me over deze dagen als een schaker
die de stelling niet herkent, een bioloog
die een vreemde plantensoort ontdekt.

Vannacht laat ik het raam wel open.
Als je heimwee krijgt mag je erdoor.

Ingmar Heytze, Trouw 24 oktober 2007

In het In memoriam van Heytze lees ik over Heytzes protest tegen de dood van
iemand op wie hij kennelijk gesteld was, maar die iemand kan iedereen zijn.
Nergens kom je Jan Wolkers tegen, zelfs niet bij dat aardig gevonden open
raam. Hij was geen man voor heimwee, hij heeft het leven al echt gelééfd en
had vrede met de dood. Wolkers verschijnt alleen inwisselbaar in de titel.
Als gedicht vind ik het In memoriam ook niet erg geslaagd, veel beelden die
te bedacht aandoen.
Bovendien is de woordkeus hier en daar lelijk en/of overbodig: een soort
remedie, bijvoorbeeld, paar, zoiets, wel, en dan dat uit de toon vallende:
'zoals elk geloof'.
Ik houd er eigenlijk niet van om een gedicht te citeren om het te
bekritiseren, maar hier diende de vergelijking om het directe,
doeltreffende en ontroerende van Camperts gedicht nog duidelijker te laten
uitkomen.



Jop
 

 

 



Ik moet zeggen dat ik het erg met je eens ben.
Het gedicht van Campert vind ik erg mooi en treffend.
Ik zie Jan Wolkers voor me als ik het lees ofzo.
Het tweede gedicht van Heytze lijkt afstandelijk lijkt meer een groot
protest tegen de dood in het algemeen dan tegen de dood van Jan Wolkers.
Het lijkt alsof hij juist heel erg opziet tegen zijn eigen dood en dat dit
gevoel de dood van Jan Wolkers overschaduwd. Zoiets.


Goed idee om de in memoriams van Campert en Heytze naast elkaar te zetten.
Ik had ze inderdaad al gehoord en/of gelezen, maar dat maakt toch niet
uit? Wat je schrijft over beide gedichten klopt, behalve, wat mij betreft,
de persoonlijke kwalificaties die je eraan verbindt. Dat heb je natuurlijk
vaker met persoonlijke kwalificaties ;-) Camperts gedicht is zeker bondig,
maar inspirerend vind ik het niet. Daarvoor vind ik het te direct. Als
eerbetoon aan een vriend is het uitstekend, maar het blijft voor mij iets
tussen dichter en overledene. Heytze is inderdaad algemener, maar zijn
gedicht doet me meer. Mij komen de beelden niet bedacht voor. Ze trekken
me effectief in het gevoel van iets onherroepelijks niet willen
accepteren. Het belangrijkste verschil tussen de beide gedichten zoals ik
dat ervaar komt neer op het aloude 'show, don't tell'. Heytze 'shows',
Campert 'tells'.

Het 'product' van de DdV heb ik gemist, maar ik heb er niet veel aan
gemist, begrijp ik? ;-)


Vloek ik in de kerk als ik zeg dat het tweede gedicht me meer aanspreekt
dan dat van Campert (dat ik trouwens wel ontroerend vind, daar niet van,
maar het is zo... persoonlijk? Ik voel me bijna een indringer in de
relatie Campert-Wolkers. Dat bijeffect heeft het tweede gedicht niet...


Zul je altijd zien: wat je weglaat willen ze juist horen.
Ik laat persoonlijke kwalificaties deze
keer achterwege ;-)

Dag Jan

Wie liefdevol zijn leven nabeschouwt
Ziet al te goed hoe het verkeren kan,
Hoe of een jonge god tot broze man
Door Moedertje Natuur werd omgebouwd.

Hij was zo zichtbaar en aandoenlijk oud
En ook al werd de oude jonge Jan
In wezen er bepaald niet anders van
Er was voor hem geen kans op lijfsbehoud.

Want toen de dood tenslotte bij hem kwam,
Omdat de tijd toch echt begon te dringen,
En hem voorzichtig in zijn armen nam
Ging hij de gang van alle stervelingen.

Zijn kaars was op, en de gedoofde vlam
Vervluchtigt in de lucht tot hoge kringen.

Driek van Wissen

Commentaar op dit gedicht van Jan Blokker: http://tinyurl.com/3cxfzp.


> Wie liefdevol zijn leven nabeschouwt)

Mijn dank is groot. Tja. Het is Van Wissen in optima forma en 'we' hebben
hem zelf gekozen zal ik maar zeggen ;-)


Oef wat erg. Mijn Sinterklaasgedichten zijn nog mooier :-)


van wissen was geen fan, zoveel is duidelijk.


Mij viel bij alle drie de ''lyckzangen'' zoals Vondel het genre noemt op
dat Wolkers kunstuitingen niet genoemd worden. Campert roemt zijn
levensfilosofie en aardige karakter, van Wissen heeft het er alleen maar
over dat Wolkers zo'n broze oude man werd maar toch dezelfde bleef en
Heytze roemt of noemt helemaal geen enkele eigenschap van de overledene.
Ook Frank Starik schreef een lyckzang voor de ''lieve'' Wolkers. Starik is
de dichter die in Amsterdam de Poule des Doods heeft opgericht. Dichters
luisteren de uitvaart op van mensen voor wie geen belangstellenden
voorhanden zijn. Ook in andere steden wordt nu zijn initiatief nagevolgd.
Zie http://www.starik.nl/dieper.html

I. M. Jan Wolkers

Vanmiddag werd hij weggebracht. De televisie
deed rechtstreeks verslag, het alziend oog discreet
met doeken afgedekt. Tranen, toespraken. Hij mocht
zijn laatste gedicht zelf voorlezen, op band.

De Nieuwe Ooster, waar ik dikwijls kom
om een eenzame dode te begraven: een gedicht
van iemand anders, vier mannen om de kist te dragen
en een bloemstuk van de Dienst.

Vanmorgen vroeg mij de sigarenman of
ik daar niet heen moest, hij tikte met zijn vinger
op de foto op de voorpagina van de krant.
Het was een lieve man, die Wolkers

vindt ook mijn sigarenman. Ik zei van niet.
Het is niet nodig dat ik kom. Misschien is het waar
dat liefde altijd uitbetaalt. Hij had genoeg,
nee niet genoeg, er was te véél.

Een gulzig vuur. De belangstelling massaal.
Ze kwamen je halen. Dag Jan. De fik erin.
Straks rest een kilo as.

Dag geile held, ik geef je mijn ene,
die speciale, met mijn andere hand
houd ik het boek vast.

> Het belangrijkste verschil tussen de beide gedichten zoals ik dat ervaar
> komt neer op het aloude 'show, don't tell'. Heytze 'shows', Campert
> 'tells'.

En wat doet Frank Starik? Show and tell?


> En wat doet Frank Starik? Show and tell?

Ik kan het werk van Starik vaak waarderen, maar in dit geval duurt het in
mijn ogen wel heel lang voor hij to the poetic point komt. De laatste
strofe vind ik ijzersterk, maar die kan in zijn eentje het wijdlopige, al
te anekdotische van de rest niet dragen. Overigens is het lastig hoor, dit
type gedichten, je schreef het zelf ook. Het moet snel, je hebt nauwelijks
tijd voor reflectie.


> Overigens is het lastig hoor, dit type gedichten, je schreef het zelf
> ook. Het moet snel, je hebt nauwelijks tijd voor reflectie.

Het moest héél snel, dezelfde avond komen voorlezen op de radio, terwijl
hij die dag nog andere verplichtingen had. Starik schrijft in zijn weblog
dat hij er 200 euri voor kreeg, ook wel eens interessant om te lezen wat
een omroep over heeft voor zo'n opdracht.


ja, lijkt me ook lastig een (gelegenheids)gedicht ophoesten.

Het gedicht van Campert doet me denken aan een ander stationsgedicht; niet
van Wolkers, maar wel over eenzaamheid, geloof ik. Ik vind getroffen,
onverhoeds en troosteloos woorden die te veel uitleg geven en weinig
overlaten aan de lezer; ook beetje veel cliché. storend.

Het tweede gedicht is een strijd tegen beter weten in, het ongeloof
dat het echt en voor altijd voorbij is. Heel sterk neergezet. nee,
voor mij geen woord teveel.

Starik: een eenzame dode? jak! pleo tauto, is het minder eenzaam
doodzijn met zijn vijven?


> Starik: een eenzame dode? jak! pleo tauto, is het minder eenzaam
> doodzijn met zijn vijven?

Wie zal het zeggen? ;-)

De 'eenzame dode' moet worden gezien in de context van de
'eenzame-uitvaart'-gedichten die, zoals J. al memoreerde, door Starik in
Amsterdam zijn geïntroduceerd (overigens in navolging van Bart F.M. Droog,
indertijd stadsdichter te Groningen). Ik begrijp wel dat Starik in het
gedeelte dat daarover gaat de tegenstelling tussen zo'n eenzame uitvaart
en de overvolle van Wolkers wil benadrukken, maar echt nodig vind ik dat
niet en het komt ook wel een beetje koket op me over.


het lijkt me als het zo bomvol is dat niemand, ook de bewoner van de
kist niet, eenzaam is. nou ja, iedereen is misschien eenzaam: velen
zijn hem voorgegaan, kijk ons allen hier nu staan, hoelang hebben wij te
gaan? ... maar niet alleen. het is vast zeer druk in het dodenrijk. ik
vind eenzaam cliché. als alle uitvaart als een eenzame gang wordt gezien,
hoef je het niet te zeggen. maar goed, terugslaan op ... dat kan
natuurlijk;-).
 


 

 

 

 

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 03/11/07  Eisjen

 
Woensdag Gedichtdag