Ware liefde...
Jolande voelde haar boze bui in ijltempo naar haar weerloze knieën zakken
en ze greep zich vast aan de deurpost als een drenkeling aan de enige reddingsboei in de onstuimig golvende zee.
"Jij..." Het woord was niet meer dan een fluistering, maar toch drukte ze
de vingers van haar vrije hand haastig tegen haar lippen en vanuit haar ooghoeken keek ze schichtig naar haar wettige echtgenoot. Als Cor nu maar
niet...
Nee, geen zorgen, hij was hartstikke dronken.
Haar angstige blik dwaalde terug naar de man op de stoep. Zijn ogen waren
net zo blauw als Cor en ze keken haar staalhard aan vanuit een knap, klassiek gezicht. Hij droeg het uniform van een agent en de bekende
politiepet paste precies op zijn bruine krullen.
"Jolande Turnhout-van Oeveren?" vroeg hij op strenge toon.
Jolande slikte moeilijk, maar het droge gevoel in haar mond bleef gewoon
zitten. Ze kon niks meer zeggen.
"Jolande Turnhout-van Oeveren?" herhaalde de agent bars en hij keek Cor met een woeste blik aan.
Cor, laffe kruiperige Cor, knikte heftig. "Ja, dad...dis mijn vl...ouw,"
lalde hij.
Er kwam een cynisch grijnsje op de lippen van de agent.
"Jolande Turnhout-van Oeveren," baste hij. "U staat onder arrest."
Jolande's ogen vernauwden zich en ze staarde de politieman sprakeloos
aan. Ze had zich vergist. Dit was iemand anders. Dit was een echte agent!
Cor deed een wiebelende stap naar voren en hij omknelde de hoge
paraplustandaard als een beginnende schaatser zijn stoel, in een wanhopige
poging om op de been te blijven. "Al...lesteeld..." mompelde hij, "waa...lom?"
"Ze wordt verdacht van Gorgonzola-diefstal in de plaatselijke supermarkt.
De bedrijfsleider heeft aangifte gedaan."
Een ijzige virtuele hand sloot zich om Jolande's keel en het leek wel of
haar longen in steen veranderden.
Wat? Diefstal? Die ellendige Wil had aangifte gedaan? Maar dat was onzin!
Ze deed haar mond open om te protesteren, maar er kwam geen letter uit.
"Als u een koffertje wilt pakken, mevrouw," beval de agent. "Dit gaat wel
een paar dagen duren."
Nu kwam het er op aan. Nu moest ze wel wat zeggen!
"Ik heb niks gestolen," wurgde ze de woorden uit haar mond. "Het is
een vergissing!"
Maar de agent was niet erg onder de indruk van haar stuntelige protest. Hij wees met een bevelend gebaar naar de trap achter haar.
"Koffer pakken! Nu. En anders gaat u meteen mee."
Arme Jolande. Ze keek hulpzoekend naar Cor, maar die hing nog steeds om de
paraplustandaard gevouwen en het was duidelijk dat ze van hem niets te verwachten had.
Jeetje, wat had ze in vredesnaam ooit in die flapdrol gezien?
Ze probeerde adem te halen, maar de steenlaag om haar longen verschoof geen centimeter.
Hoe kwam ze ooit die trap op? Zonder lucht?
"Komt er nog wat van?" snauwde de agent en hij trok rammelend een stel handboeien uit zijn uniformjasje.
Het gerinkel van de boeien had dezelfde uitwerking op haar verstarde
longen, als de Bijbelse trompetten op de muren van Jericho.
Ze kon ineens weer ademhalen en stormde naar boven. Daar griste ze haar citroengele Samsonite koffer van de kast en gooide die vol met alles wat
haar voor de vingers kwam.
Zelfs het Zeedijk-rode lingerie setje dat acht jaar geleden Cor's
kerstgeschenk was geweest en dat ze nooit had durven ruilen, belandde tussen de spullen.
Ze gooide er nog een toilettas en een halflege make-up koffer bovenop en
keek radeloos om zich heen. Wat moest je in hemelsnaam meenemen naar... naar de lik?
Oh help!
"Komt er nog wat van?" schalde de barse stem van de politieman van
beneden.
Jolande ging geroutineerd met beide knieën tegelijk op de koffer zitten en
plukte nerveus aan de rits. Haar heftige gepruts kostte twee prachtig gemanicuurde nagels het leven, maar uiteindelijk wist ze het onding toch
dicht te krijgen.
Ze trok het zwarte handvat uit en sleepte de tegenstribbelende koffer
resoluut met zich mee naar het trapgat.
"Ik kan hem niet tillen," riep ze naar beneden. "Kan iemand helpen?"
De politieman was met drie atletische sprongen boven, greep de koffer beet
alsof het een veertje was en daalde, met het loodzware ding losjes aan zijn pink bungelend, de trap af.
Jolande ging hem bibberig achterna naar beneden.
"Bel jij een advocaat voor me?" vroeg ze in het voorbijgaan aan Cor, maar
die keek haar lodderig aan.
"Lus geen advo... caat," lispelde hij met een dikke tong. "Neem wel
lum..."
Jolande stapte over de drempel en knalde de voordeur met een klap achter
zich dicht.
Als ze door het zware eikenhout van de deur heen had kunnen kijken, zou ze
gezien hebben, dat de luchtverplaatsing teveel was geweest voor Cor. Hij
verloor zijn greep op de paraplustandaard en gleed hulpeloos naar beneden
tot hij als een vormeloze berg vuil wasgoed roerloos in de hal bleef
liggen.
"Lum..." kon je hem nog vaag horen mompelen. "Wil bol...lel."
*
De agent duwde Jolande op de voorstoel van zijn papegaai-groene Ferrari en
gooide haar koffer achteloos op de achterbank.
Jolande zakte weg in de comfortabele zitting. Dus toch! Ze had zich helemaal niet vergist toen ze dacht dat
hij... Maar jeetje, wat had hij haar te pakken gehad, zeg.
Ze was nog nooit zo geschrokken.
De agent kwam vrolijk fluitend naast haar zitten, startte de wagen en
spoot de straat uit. "Kat int bakkie," was zijn tevreden commentaar.
"Mister Robin Dijksma, I presume," zei Jolande. Het had luchtig moeten
klinken, alsof ze al die tijd al geweten had wie hij in werkelijkheid was.
Maar daar trapte Robin uiteraard niet in. "Goeie act, hè?"
Ze knikte wat slapjes. "Je bent nog steeds een prima acteur."
"De beste," zei hij breed lachend. "Ik heb niet zomaar drie Oscars
gewonnen, Ineke."
Ineke...
Die naam wilde ze niet meer horen. Niet uit zijn mond.
"Ik heet nu Jolande, daar ben ik aan gewend."
"Oké, Jolande."
Het was alsof hij de naam met zijn tong op smaak beoordeelde en het was duidelijk dat hij het lekker vond.
De Ferrari nam een afslag en draaide de snelweg op.
'Zandvoort 30 kilometer' stond er zakelijk op het blauw-witte ANWB-bord langs de weg.
Ze hield haar adem in. Zandvoort! Het huisje!
"Heb je het huisje nog?" vroeg ze kleintjes.
"Ja natuurlijk. Ik ben er ook nog vaak geweest om aan je te denken. Oh
Jolande, waarom moest je zo nodig met dat stuk lamlul trouwen?"
Het verleden viel als een verstikkende, zware deken over Jolande heen en
ze bewoog heftig om het ding kwijt te raken.
"En waarom ging jij naar Amerika?" vroeg ze. Ze hoorde zelf hoe verwijtend
haar stem klonk, net zo verwijtend en net zo rauw van verdriet als toen.
Ze had hem zo verschrikkelijk gemist. Het plotselinge besef sneed door haar ziel als een gloeiend mes door een stijfbevroren ijstaart. Al die
jaren had ze hém gezocht. In alle mannen die ze tegenkwam. In Cor, in Giovanni...
"Hoe heb je me eigenlijk gevonden?" vroeg ze.
Hij haalde zijn gespierde schouders op en trapte het gaspedaal nog eens stevig in. "Ik zag je lopen op de galerij bij
Silvia. En toen ben ik je
achterna gegaan."
Ze knikte langzaam. Robin was terug. Een zalige kalmte overspoelde haar als zacht kabbelende golfjes, en waste al haar zorgen weg. Ze voelde zich
schoon en mooi, een maagdelijk strand na de vloed.
Het kleine huisje midden in de eenzame duinen was nog niets veranderd. Het
stond stil te schitteren in het licht van de volle maan en duizenden twinkelende sterretjes.
Binnen was het warm en de knisperende vlammetjes van de open haard
begroetten haar met stralende vonkjes.
Ze zakte op haar vaste plekje op de rode chaise longue en nam dankbaar het
glas Champagne uit Robins hand.
"Zal ik naast je komen zitten?" vroeg hij.
Het leek zo'n gewone vraag, maar dat was het niet.
Wilde ze met hem vrijen? Zich helemaal overgeven aan de enige man van wie
ze ooit echt gehouden had? De man die haar zo vreselijk had gekwetst?
Of was het allemaal net zo goed haar schuld geweest. Had ze het allemaal
maar laten gebeuren?
Ze keek hem aan en glimlachte. "Graag. Heel graag."
Hij bleef aarzelend staan. "Wil je... wil je slagroom op je fruitsalade?"
Ze knikte. "Ja, ik ben nog steeds dol op slagroom."
Hij kwam naast haar zitten en sloeg zijn vrije arm om haar heen. Hij hief
het sprankelende glas in zijn andere hand. "Op de liefde," zei hij.
Zijn glas tikte parelend tegen het hare. "Op de ware liefde," zei ze hem
na.
Ze dronken hun glas half leeg en zetten het op een met kleurige
mozaïeksteentjes ingelegd tafeltje.
Als op afspraak sloegen ze tegelijk hun armen om elkaar heen en hun lippen
raakten elkaar met zoveel passie, dat het bijna pijn deed.
Al kussend trok ze zijn jasje uit en haar vingers friemelden aan de
knoopjes van het hagelwitte dienstoverhemd.
Toen ze allemaal los waren, stroopte ze het vol verwachting van zijn lijf
af.
Ze was dol op pakjes uitpakken en Robin was wel een heel speciaal
Kerstcadeau.
Ademloos bekeek ze zijn naakte bovenlichaam. De jaren hadden maar weinig
vat op hem gehad. Hij was nog steeds krachtig en gespierd, zijn schouders
breed. Ze liet haar vingers door de zacht kriebelende krulhaartjes op zijn
borst glijden. Wat had ze dit gemist! Wat had ze hém gemist.
Ze hielp hem met de sluiting van de strakke uniformbroek en legde die
keurig in de plooi over een stoel.
Robin ging achterover op de bank liggen en werkte zich uit zijn
boxershort. Haar hart sloeg een tel over van pure opwinding. Hij verlangde
naar haar. Hij verlangde net zoveel naar haar als zij naar hem. Ze gaf hem
een ondeugend knipoogje en keek hem vragend aan.
"In de koelkast," zei hij.
Ze liep naar het piepkleine keukentje en pakte de enorme beker slagroom uit de koelkast. Daarnaast stond een bakje met schijfjes ananas.
Terug in de kamer, knielde ze bij de bank en legde de sappige gele stukjes
ananas één voor één op zijn blote buik. Ze begon bij zijn navel en ging in
een loom tempo steeds verder naar omlaag.
"Brrr..." zei hij gemaakt rillend.
Ze grinnikte. "Jij krijgt het zo wel warm, dat beloof ik je."
Ze maakte een kommetje van haar hand en pakte een flinke schep slagroom uit de beker. En toen bedekte ze alle gele stukjes met een witte
deken. Ook het strakgespannen roze ronde topje helemaal onderaan verdween.
Ze duwde haar vingers in zijn mond en hij likte ze gulzig schoon. Ze boog
zich over hem heen en begon bovenaan.
Hij kreunde heftig, terwijl ze met kleine hapjes naar beneden ging.
Langzaam, tergend langzaam, terwijl de zoet-zure smaak van fruit met slagroom haar tong prikkelde. Het duurde eeuwen voor het roze topje
weer roze was.
"Nu ik," zei Robin hees. Hij duwde haar voorzichtig achterover op de bank
en kleedde haar uit. "Je bent prachtig," fluisterde hij. "Zo mooi
vrouwelijk rond."
"Cor klaagt altijd over mijn vetb..." begon Jolande zachtjes, maar haar
woorden eindigden in een hese kreun. Robin had haar tepel gevonden en zoog
er zachtjes aan.
Haar lichaam spande zich en een intense hitte gloeide door haar heen, terwijl Robin geroutineerd al haar geheime plekjes verkende...
*
Een half uurtje later lag Jolande op de bank.
Naakt, rozig, ontspannen, en loom.
In de verte hoorde ze het geklater van de douche. Ze glimlachte. Hij was
nog geen spat veranderd, haar eigen lieve Robin. Ze voelde zich zo zalig,
zo gelukkig met hem.
Het was net of haar hele leven op zijn plaats was gevallen, op dat
verrukkelijke, intense moment van puur genot, toen zijn staalharde verlangen al haar zachte hemelse sluizen had opengezet.
Ze hield van hem. En ze ging zo gauw mogelijk scheiden van Cor.
Er klonk gerommel in de keuken en nog geen tel later klapte de deur van de
kamer met een knal open.
Er stond een vrouw op de drempel. Haar blonde haren waren kletsnat van de
regen en het water droop uit de punten van haar lange rok langs haar venijnig scherpe naaldhakken op de wollige vloer. Er lag een verwilderde
blik in haar ogen.
'Nemesis,' flitste het door Jolande heen, 'Daar staat Nemesis.'
"Jij slet!" gilde de Wraakgodin alsof ze op de markt vis stond aan te
prijzen. "Wat heb jij met mijn man uitgespookt?"
Jolande's hart veranderde in een ijsklomp en haar maag draaide zich om van
schrik. "Je... je man?" vroeg ze, helemaal in de war. "Is Robin jouw man?"
"Ja, wie anders?" schreeuwde de godin en ze wees naar de wijdopenstaande
deur. "Eruit! Wegwezen!"
Ze griste het zware december nummer van de Cosmo van het mozaïek-tafeltje,
rolde die overspannen gebarend op en begon er Jolande mee te slaan.
"Eruit, zeg ik je!"
Toen greep de godin der Wrake Jolande's arm, sleurde haar met ongekende kracht van de bank, duwde haar zonder pardon naar de deur en schopte haar
letterlijk het scheef betegelde stoepje af.
Jolande kon er niks tegen doen, godinnen zijn nou eenmaal sterker dan echte mensen.
"Wacht Jolande! Het is niet wat je denkt!" schreeuwde Robin ergens vanuit
het huis, maar Jolande hoorde het niet.
Robin had haar bedrogen, de ware liefde van haar leven was net zo'n schoft
als al die andere mannen. Maar nu had ze er genoeg van. Ze wilde geen man
meer, ze wilde niks meer!
Op blote voeten rende Jolande naakt door de zanderige duinen en het
vlijmscherpe helmgras verwondde haar voeten tot bloedens toe. Maar ze merkte het niet. Als een op hol geslagen paard rende ze naar het lonkende
water en haar zilte wanhoopstranen vermengden zich met het zout van de woest kolkende zee...
Wordt vervolgd...
:-) Anita Verkerk
|
Romantisch
Vervolgverhaal
Deel 1: Een bedje spinazie
Deel 2: O Sole mio
Deel 3: Babi Pangang
Deel 4: Slagroomsoesjes
Deel 5: Saucijsjes
Deel 6: Een pak Always met vleugels
Deel 7: Gedeelde ossenstaartsoep
Deel 8: Telefoon
Deel 9: Joyeux Noel
Deel 10: Ware Liefde
Deel 11: Het
Glazen plafond
Heerlijke
aflevering. Dank!
...dat
gaat niet goed Hanneke....
heerlijk! de seniore signora heeft toch niet zo'n saai leven (gehad) ik
genoot, veel dank, ron
Welja,
donder er nog maar een verhaallijn in. Alsof het arme schaap al niet
genoeg meegemaakt heeft. Maar ik moet toegeven, het was ware romaniek.
Hanneke
He,
wat heerlijk; een maagdelijk strand na de vloed. Zo zou ik me ook wel
willen voelen ;-) Mooie aflevering Anita. Agnes
Net terug van een paar daagjes Friesland probeer ik me door een enorme
berg mails heen te werken (226 stuks!). Las natuurlijk eerst Anita's
bijdrage aan het feuilleton. Smullen, smullen. En inderdaad, chaos alom.
Arme Hanneke, hoe ga je dit weer rechtbreien?
Een beetje vertrouwen, he? Het arme schaap zal blij zijn dat er eindelijk
een eind komt aan haar leed. Godbewaarme, nauwelijks nachtrust gehad en
geen hap gegeten tijdens al die afleveringen en alsmaar de deksel op de
neus in de liefde. Het leven van een moderne romantica is geen rozentuin.
Ik geloof dat ik de rest van mijn leven celibatair blijf. Hanneke
|