Spijt heb ik als haren op mijn hoofd, dat ik mijn kippenhok heb weggedaan. Als het vroeg donker
werd, raakten ze van de leg en toen er één door een hond gebeten was, een andere haar poot had
gebroken, was ik het zat. Jammer, want sinds ik dat fabriekje in Lecco heb
ontdekt, waar je de prachtigste pigmenten kunt kopen, ben ik behalve acrylverf, die
ik meestal al zelf maakte, ook zelf ei-tempera gaan bereiden. Voor dat ik mijn atelier in
ga, splits ik het geel van het wit. De dooier dient als bindmiddel en het wit
gaat, zuinig als ik ben, in een bakje in de ijskast. Daar bak ik dan crèpes mee, want iets anders kan ik met het
ei-wit niet verzinnen. Aangezien ik veel schilder, eten we veel pannenkoeken.
Zo'n 30 jaar
geleden, kwam ik in de Pyreneen toevallig bij een Amerikaans schrijversechtpaar
terecht. Ze woonden, zoals wij nu, in een boerenhuis in een klein bergdorpje. Hij hakte hout en zij bakte appelkruimeltaart in de oven van het
op hout gestookte fornuis. Als Jan nu hout staat te hakken en ik bak appelkruimeltaart in de
houtoven, hoor ik die Amerikaan weer zeggen:" ik kan net zo goed mijn boeken hier in de bergen
schrijven". Het is vast de berglucht, die zorgt voor meer eetlust en meer
creativiteit. In ieder geval lijkt schilderen heel veel op wijn drinken. Na het maken van een schilderij of na het drinken van 1 glas wijn raak
je niet bevredigd, maar krijg je er juist meer zin in.