Hoe gek kan het lopen? Ofwel, toeval bestaat niet. Twintig jaar lang
woonde ik in de Ruyschstraat, vlak bij de Boerhaavestraat. Zeker de
laatste jaren wilde ik daar liever weg dan blijven. Lang heette mijn
huis om oudere boekgrrls nog bekende reden 'Het huis met de roos'. Mijn
werk aan de Hogeschool heeft tijdelijk domicilie gekregen in het
Pathologisch Lab in Leiden, tegenover het Anatomisch Lab. Sinds vorige
week vrijdag ben ik verhuisd en op de laatste dag werd nog een pakje in
mijn handen geduwd. Peper's Vingers van Marsepein. Ik stopte het in de
bij-de-handtas, samen met een bijtend schoonmaakmiddel. Twee dagen later
pakte ik het eruit. Het bijtende middel had zijn sporen nagelaten. 's
Avonds in bed begon ik er meteen aan.
Het is een verhaal dat onder meer gaat over het werk van Frederik Ruysch,
de anatoom die in Amsterdam woonde aan de Bloemgracht in het Huis met de
Roos. Hij werd vermaard om zijn op sterk water zetten van 'leven'. Dat
heeft hij tot kunst verheven. En passant vond hij nog uit dat de mens
een lymfestelsel had. Maar daar gaat het verhaal natuurlijk niet over (daarover
lees je De Doodskunstenaar van Luuc Kooijmans). Het verhaal gaat over
Bregtje van toen en Ben van nu. Het verhaal gaat ook over hoe je als
kind omgaat met verlies, met scheiding, met onafhankelijk blijven en een
toekomst zoeken. Het is helemaal geen groot verhaal, juist niet. Want
iedereen worstelt elke dag met kleine dingen, die voor ons heel groot
zijn en waarvan we dan denken dat het heel veel mensen aangaat. Dat
maakt alles heel herkenbaar.En door dat soort obsessies raken we het
gevoel voor verhoudingen kwijt. Ook herkenbaar. Dood is vanzelfsprekend
groot. Altijd. Groot in pijn en verdriet. Dat daagt de (kleine) mens
soms uit tot grote daden. En daar schrikken we dan weer van.
Peper schetst dat allemaal vanuit de wereld van het kind tegen een
historisch decor en tegen een Russische achtergrond. Dat had niet
gehoeven, maar het geeft het meer kleur. Het is zeker niet haar beste
boek, maar het léést! Het is jammer dat de verhaallijnen vrijwel niet
bij elkaar komen en dat dit heel laat gebeurt. Maar je blijft lezen.
Alle Peper elementen zitten er in: verzamelen, passies, kunst. Ze weet
prachtig te beschrijven waar de schoonheid zit in het werk van Ruysch en
neemt je mee in haar wereld en aan het eind van het verhaal zocht
ik weer op internet. Nu mijn functionele relatie met Ruysch tot een eind
is gekomen, was het goed om eindelijk een beetje te weten waar wij
elkaar ontmoetten. Al was het maar de naam van onze huizen. 'Vingers van
marsepein' vond ik een heerlijk boek om te lezen.
yvonnep
maart 2008