Uit de recensies was me al duidelijk geworden dat de een dit boek een
geslaagde beschrijving van geluk vindt en de ander al dat gelukkig leven
te zoet vindt. Hoe ligt dat hier? Ik hoor duidelijk bij de eerste partij.
Verhulst vond het een grote uitdaging om na Problemski Hotel en
De helaasheid der dingen eens te proberen een gelúkkig leven te
beschrijven. Veel moeilijker dan leed. Het leven van Mevrouw Verona gaat
niet bepaald over rozen, want haar geliefde sterft al jong, als hij
longkanker blijkt te hebben hangt hij zich op. Hij wil hun liefde een
liefde van het leven laten blijven en niet langzaam aftakelen. Tja. Voor
mij is dat een ''jonge'' filosofie. De liefde blijft toch geen sweet
seventeen-aangelegenheid, kan wel steeds een ander accent krijgen. Maar
hij zoekt dus een boom uit. Toch blijft het sprookje intact. Zijn vrouw
verzint zelfs een zeer romantische functie voor de boom die hij koos.
Dat detail was voor mij over the top, maar 't blijft maar een detail.
Verhulst pleegde een stijlexcercitie van niveau. Hij legde zichzelf op
per week niet meer dan één pagina af te leveren en het is ook wel te
merken dat hij geschaafd en geschaafd heeft. Je zou zelfs kunnen vinden
dat de stijl geforceerd mooi is. Ik heb ervan genoten. Veel onbekende
woorden, zoals 'villegiatuur', wel degelijk in Van Dale, het is een
zomerverblijf buiten op het land. Dat schapen kunnen onen wist ik ook
niet, maar onen blijkt toch geen dialect, een 'gewoon' van Dale-woord:
ze lammeren. Zo gaat het maar door. Je hebt het woordenboek niet echt
nodig, want uit de context blijkt meestal wel wat hij bedoelt. Intussen
draagt die woordkeus wel bij aan het speciale karakter van dit verhaal.
''Toen de vergauweloosden nog verliefden waren hadden zij zich
gezworen niet te willen leven zonder elkaar, ze hadden de zin van
hun bestaan overgemaakt aan elkaar en het verdwijnen van de een zou
om het verdwijnen van de ander schreeuwen''.
Huh? Vergauweloosd?? Uit het veld geslagen, vertelt van Dale en geeft
een citaat uit werk van Streuvels:
B. staat pafgeslagen, als een vergauweloosde duts.
Iets anders dat me opviel is Verhulsts originaliteit. Regelmatig een
gedachte, een beeld waar je van opkijkt, dat bijblijft. En dan die
vitaliteit, de spetterende levenslust. Heerlijk boek.
een paar van mijn snoepjes:
---
Mevrouw Verona moest er zichzelf op betrappen dat ze steeds vaker
dezelfde zinnen verzweeg. (als variant op de oude mens die steeds
hetzelfde vertelt, maar zij heeft niemand om tegen te praten)
---
Niet de eenzaamheid zou haar verdwazen, die was haar vreemd. Het was
de allenigheid, en die vertikte ze op te geven. Zij was alleen en
zou het blijven. Want alleen alleen herinnert een mens de mens
gepast aan twee.
---
Eens te meer begreep zij dat sarcasme een vorm van gemakzucht was,
een huis dat openstond voor onkundigen.
---
Niemand mag nooit van nergens zijn, wat niet benoemd kan worden
neemt aan geen verhalen deel.
---
Haar rode haren die in lokken van schaafkrullen tot op haar
schouders hingen.
---
's Zomers, wanneer de deur openstond en de herdershonden geprikkeld
naar vliegen hapten, sloeg de sigarettennevel naar buiten, en voerde
die de steeds luidere en meer bedronken stemmen mee.
Honden spelen een speciale rol in dit boek. Het echtpaar zal later op
dezelfde plek in de hemel terechtkomen, want daar worden wij ingedeeld
naar ons voornaamste kenmerk. Deze twee mensen hadden allebei dat honden
naar hen toekwamen en niet meer weggingen. Zij kozen de hond niet, de
hond koos hen.
Met hun verblijf op dezelfde plaats in de hemel wordt de idylle dus
zelfs na de dood voortgezet.
jop
dank
jop. ik ken het boek niet.
> Mevrouw Verona moest er zichzelf op betrappen
dat ze steeds vaker > dezelfde zinnen verzweeg.
> (als variant op de oude mens die steeds hetzelfde vertelt, maar zij >
heeft niemand om tegen te praten)
doet me denken aan teresa in de lit kring. die wel iemand heeft, maar
voor haar man john verzwijgt zij nogal vaak haar zinnen
niet omdat hij niet luistert, maar imo omdat hij alleen maar beleefd
luistert en haar niet snapt. zich ook niet in haar verdiept
> Niet de eenzaamheid zou haar verdwazen, die was
haar vreemd. Het > was de allenigheid, en die vertikte ze op te geven.
Zij was alleen > en zou het blijven. Want alleen alleen herinnert een
mens de mens > gepast aan twee.
mooi. :) en :(
> Eens te meer begreep zij dat sarcasme een vorm
van gemakzucht was, > een huis dat openstond voor onkundigen.
ook een mooie
> Niemand mag nooit van nergens zijn, wat niet
benoemd kan worden > neemt aan geen verhalen deel.
mooi!!
doet mij denken aan die film, hoe heetieookalweer? jonge weduwe wordt
steeds bezocht door de geest van haar overleden man, die dan in hun huis
de hele nacht strijkkwartetten en zo speelt
> en ook honden spelen een belangrijke rol. Het
echtpaar zal later > op dezelfde plek in de hemel terechtkomen,
want daar worden wij > ingedeeld naar ons voornaamste kenmerk. Deze twee
mensen hadden > allebei dat honden naar hen toekwamen en niet meer
weggingen. Zij > kozen de hond niet, de hond koos hen.
grin, zoals in de lit kring de poes lucius uitzoekt en niet andersom.
lucius is geloof ik my favourite character.
Het
is zo heerlijk dat er toch nog Nederlandstalige
schrijvers zijn die iets anders in de aanbieding hebben dan dat
vervelende zogenaamd filosofische geleuter. Dat is de reden dat ik
meestal ook Nederlandstalige schrijvers links laat liggen.
Ik heb het boekje een paar maanden geleden in een halve middag
uitgelezen. Ik vond het een prachtige roman. Heel mooi en beeldend
geschreven met veel gevoel voor humor. Vooral die koe als burgemeester
deed me schudden van het lachen.
Helemaal
met je eens, al vond ik het motto ook eigenlijk quasi-filosofisch. ''
Mijn hond is oud. Soms lijdt hij en zijn blik wordt smekend. Ik ben zijn
God. Hij weet niet dat er achter de God die hij smeekt en die hem redden
zal, een andere staat die hij niet ziet. Staat er nog een andere achter
de onze? De hond kruipt voor mijn voeten. Voor wiens voeten moeten wij
kruipen?'' Jean Ray.
Of kun jij hier een aardige draai aan geven?
Deze
is mooi filosofisch en zet aan tot nadenken. In combinatie met de rest
van de roman vond ik het zeer goed gekeuzen. Het is geen filosofie om de
filosofie zoals in veel Nederlandse romans, waarbij schrijvers alleen
maar hun best doen om critici te behagen. Schande dat deze roman geen
grote prijzen heeft gewonnen.