Over de bekende Franse mode-ontwerpster Coco Chanel (1883-1971) zijn al
verschillende biografieën geschreven en in de afgelopen jaren
verschenen er eveneens twee films over haar leven: Coco Chanel & Igor Stravinski en
Coco avant Chanel. Je zou je af kunnen vragen wat een nieuwe biografie
daaraan nog zou kunnen toevoegen. Het eerste deel van In bed met de
vijand levert geen spectaculaire nieuwe feiten op, het tweede deel
echter geeft een heel ander beeld van Chanels levenswandel gedurende de
Tweede Wereldoorlog dan tot nu toe bekend was.
Voor de oorlog
Coco Chanel werd geboren als Gabrielle Chanel in een kinderrijk, maar
arm gezin uit Saumur. Haar moeder overleed toen Chanel 12 jaar oud was
en haar vader stuurde haar samen met haar zusjes naar het weeshuis van
een klooster ergens in Midden-Frankrijk. Op 20 jarige leeftijd ging
Chanel aan de slag als naaister en haar vrije tijd zong ze in cafés,
waar ze al gauw bekend stond als 'Coco', een naam afgeleid uit een
liedje dat ze zong, of misschien ook wel de verkorte vorm van het
Franse cocotte: een vrouw van lichte zeden. Chanel heeft in haar leven
een hele stoet minnaars gehad (de laatste op de respectabele leeftijd
van 72 jaar), die haar financieel enorm geholpen hebben en/of haar
introduceerden in de artistieke en betere kringen van Parijs, de stad
die in het begin van de 20ste eeuw het culturele middelpunt van de
wereld was. Al gauw werd ze een een bekende verschijning en had ze had
tal van vrienden met een interessant verleden. Ook onderhield ze
contacten met enkele leden van de Britse adel en kende ze Winston
Churchill persoonlijk, wiens hulp na de oorlog van groot belang bleek
te zijn. In die begintijd ontwierp ze haar beroemde creaties en
ontwikkelde een eigen parfum, dat ze Chanel no.5 noemde omdat vijf haar
geluksgetal was. Later zou ze de exploitatierechten verkopen aan de
joodse zakenman Werthheimer en tegenwoordig wordt wel gezegd dat er
elke 30 seconde ergens op de wereld een flesje van dit beroemde parfum
over de toonbank gaat. Waar ik nauwelijks van gehoord had was haar
verslaving aan morfine, dat was voor mij de enige openbaring in dit
deel van het boek.
En na de oorlog
Hoewel er al meer dan zestig jaar allerlei geruchten de ronde deden
over Chanels leefstijl tijdens de Tweede Wereldoorlog werden die nooit
nader onderzocht. Hal Vaughan deed dat wel en dook in verschillende
Amerikaanse en Europese archieven. Hij onthult dat Chanel in de
oorlogsjaren onder de code naam Agent F-7124 een spion voor
nazi-Duitsland is geweest. Volgens hem had Chanel in die tijd een
verhouding met de Duitse diplomaat Hans Günther von Dincklage, die een
spionagenetwerk in Frankrijk leidde en dus niet de onschuldige
tennissende playboy was zoals andere biografen hem vaak hadden
omschreven. Door haar collaboratie kon Chanel tijdens de bezetting in
redelijke luxe in het Hotel Ritz wonen terwijl de Parijse bevolking het
steeds slechter kreeg. Vaughan beweerd ook dat Chanel haar
nazi-relaties gebruikte om het eigendomsrecht van haar parfum terug te
krijgen van de familie Werthheimer. Wat haar gedreven heeft om voor de
nazi's te spioneren is niet helemaal duidelijk, maar Vaughan doet wel
een poging het te verklaren. Dat zou al beginnen in haar jeugd, waar
katholieke instituten in die tijd de jeugd indoctrineerden met hun
afkeer van de joden, die zij verantwoordelijk achten voor de dood van
Christus. Inderdaad staat Chanel bekend om haar vele antisemitische
uitspraken. Maar misschien stemde ze ook wel toe om haar broer, die
door de Duitsers gevangen genomen was, te bevrijden. Het heeft vast een
rol gespeeld en volgens mij moet men ook niet vergeten dat de Franse
regering zelf ook niet het goede voorbeeld gaf.
Hoe dan ook Chanel werd uiteindelijk verraden door een goede vriendin.
Opvallend genoeg werd ze na de oorlog nooit veroordeeld terwijl haar
bedenkelijke rol wel door het Franse gerechtshof werd onderzocht. Naar
verluidt kwam dat mede door de invloed van de Britse premier Winston
Churchill, die waarschijnlijk vreesde voor onthullingen die de
collaboratie van de hertog en hertogin van Windsor en verschillende
andere hooggeplaatsten in de Britse maatschappij aan het licht zouden
brengen. Wel leefde ze negen jaar in ballingschap in Zwitserland, waar
ze altijd vreesde dat nieuwe feiten haar goede naam zouden schaden.
Vaughan stelt dat haar reputatie uiteindelijk gered werd door het
omkopen van oorlogsmisdadiger Schellenberg en diens vrouw zodat haar
naam niet genoemd werd in diens memoires. Op haar 70ste keerde Chanel
terug naar Parijs, waar ze het modehuis Chanel opnieuw tot één van
meest toonaangevende modehuizen wist op te bouwen. Ze stierf op 87
jarige leeftijd in haar appartement in het Ritz Hotel.
Dat Hal Vaughan degelijk onderzoek heeft gedaan moge duidelijk zijn uit
de vele pagina's eindnoten en de uitgebreide bibliografie. Maar ook hij
weet niet alle vragen afdoende te beantwoorden, zodat er altijd wel een
mist zal blijven bestaan over wat er precies gebeurt is. De
schrijfstijl is die van een onderzoeksjournalist, wat met zich mee
brengt dat er veel namen en details worden beschreven. Dat had wat mij
betreft wel wat minder gekund, het duizelde me nu soms en of het er
allemaal toe deed? Ik weet het niet, het zijn toch vaak
veronderstellingen die jaren later moeilijk te verifiëren zijn. Tijdens
het lezen realiseerde ik me dat Chanel toen ik geboren werd al 76 jaar
was en dat ik me haar nooit als een vrouw op leeftijd had voorgesteld.
Een compliment ook voor de bedenker van de cover, simpel, maar het is
meteen duidelijk over wie het gaat. Val Haughan heeft het is boek is
opgedragen aan de mannen en vrouwen in Frankrijk die onder het juk van
de nazi's weigerden te collaboreren. Die kan Chanel alsnog in haar zak
steken.
Janneke
|
|