Herinneren jullie je De Tuin van de Samoerai nog? Het is een boek
dat we in het allereerste begin (1997) van ons bestaan bespraken. We
waren het beslist niet eens met elkaar over dit boek, zoals je
hier kunt lezen. Ik herinner me dat ik het een heerlijk boek vond en
hetzelfde geldt voor de Straat van duizend bloemsems. Het deed
iets met mij zoals ook De Tweeling van Tessa de Loo dat deed. Je gaat ineens
zien hoe het aan de 'andere kant' toeging. Hoe daar geleden werd.
Japanners uit de tweede wereld oorlog waren voor mij toch eigenlijk
alleen maar van die
fanatiekelingen die de 'heilige' oorlog van hun keizer in hun
zelfmoordvliegtuigjes met overtuiging uitvochten. Japanners hadden alles
te maken met de verschrikkingen in de kampen in Indonesië en aan de
Birma spoorlijn. Maar daarachter bevond zich ook een volk. Een volk dat
het lang niet altijd begreep wat er gebeurde en als het wel geïnformeerd
was, het er ook lang niet altijd mee eens was. Een volk dat ook
verschrikkelijk leed.
De hoofdpersonen zijn twee broertjes, Hiroshi en Kenji, die op heel
jonge leeftijd door een ongeluk hun ouders verliezen en door hun
grootouders worden opgevoed. Naast het leren leven met het enorme
verdriet weten grootouders en kinderen een harmonieus bestaan op te
bouwen dat door de WOII volledig in de war wordt gegooid. Kenji die elke
vrije middag doorbrengt bij de beroemdste maskermaker voor het
Noh-theater, verliest deze vriend en leraar omdat hij op de vlucht moet
voor de politie van de keizer. Hiroshi, een groot sumo-worstelaar
talent, moet zijn opleiding stoppen omdat de sumoschool sluit. Het
zoeken naar eten en het graven van loopgraven bepaalt hun leven.
Die twee uiterst traditionele kanten van het Japanse leven worden
heel boeiend beschreven. Ik heb die Sumo-worstelaars altijd maar een
lachertje gevonden, maar na het lezen van dit boek heb ik met veel
plezier en heel andere ogen de verschillende sumo-filmpjes op Youtube
bekeken. In één keer begrijp je waar ze mee bezig zijn. De betekenis van
hun gebaren en handelingen, de rituelen en de enorme status die ze
hebben in Japan.
De achterflap zegt o.a.:
Straat van duizend bloesems is een overweldigend en ontroerend
verhaal over tradities en verandering, over verlies en vernieuwing,
maar bovenal over de blijvende kracht van familiebanden, tijdens een
keerpunt in de moderne geschiedenis van Japan.
Ontroerend vond ik het beslist. Mooi om te lezen hoe de familie zich
door moeilijke tijden weet heen te worstelen en hoe Japan zich na WOII
zich weer ontwikkelt.
Eisjen
december 2007