De titel trok niet, maar dit is een boek dat op de lijst van debutanten
stond en dus ben ik het toch gaan lezen. Laat ik daar nu dus absoluut
geen spijt van hebben, integendeel!!! Het is geen prettig thema, het
gaat over hoe de medische molen draait bij een vrouw met borstkanker.
Aggie van der Meer-Twiskens opent het boek, ze heeft al een borst weg
moeten laten halen en komt nu op de poli om de uitslag te horen van het
genetisch onderzoek. Geneticus Jan Bloemendal, een sikkeneurige arts die
op de grens van een burnt-out zit, zal haar vertellen dat ze draagster
is, waardoor ze een groot risico loopt ook in de overgebleven borst
kanker te krijgen. Ook haar enige dochter, Natasja, eveneens werkzaam op
dit ziekenhuis, loopt een risico. Bloemendal zit er op een botte manier
achterheen dat ze zich nogmaals laat opereren, maar als mevrouw van der
Meer later bij de assistent komt, blijkt die niet zo overtuigd van het
nut daarvan. De homoseksuele assistent is een dokter die meer oog heeft
voor het menselijke aspect, en botst daardoor nogal met zijn supervisor.
Een ander hoofdpersonage is de chirurg Durk Jaersma, een machotype. Hij
valt op grote borsten, en denkt dat iedere vrouw voor hem valt. Vreemd
genoeg draait hij er zijn hand ook niet voor om om op zeer kundige wijze
de borsten van een vrouw weg te snijden. Hij had een relatie met Natasja,
maar nu ze patient wordt, wil hij haar niet meer.
Het boek is opgebouwd als een ingewikkeld spinnenweb: iedere persoon die
met een van deze hoofdpersonages in contact komt heeft een eigen draadje,
van de chef-arts tot de schoonmaker die de gang veegt, van de
operatie-zuster tot de koffiejuffrouw. Al deze korte of wat langere
draadjes komen tot een einde, steeds wordt er tussen haakjes vermeld hoe
en wanneer ze hun dood vinden. Dit doorbreekt het verhaal op een manier
die je dan wel niet echt grappig kunt noemen, maar het is een vrom van
zwarte humor die mij wel aanspreekt. De avonturen van dokter Jaersma
doen doktersromanachtig aan, maar vormen ook een welkome onderbreking in
het verhaal dat anders maar deprimerend zou zijn. In dit volgende stukje
komt dit beiden tot uitdrukking:
"De operatiebrancard werd tijdelijk op die plek geparkeerd, nu
door die roomkoffiebruine operatiezuster (Lota Oliviera-de Macedo,
vierenzeventig, multi-infarctdementie)"
Het perspectief wisselt steeds naar gelang welke persoon iets doet of
zegt. Zo lees je over de misverstanden, de miscommunicaties, het
onbegrip tussen arts en patient, en ook het cultuurverschil tussen
allochtoon en autochtoon wordt heel concreet beschreven. Kortom, dit
boek is een mix van serieuze en luchtige zaken, ik vond het heel leuk om
te lezen. Maar dat zal zeker niet voor iedereen gelden.