"In Nederland" is een wonderlijk sprookjesachtig boek. Het lijkt wel een
verhaal in een verhaal. Alfonso Tiburon de Mendoza is een Spanjaard en inspecteur van de weg in Zaragoza. Hij heeft gestudeerd in
Nederland.
Hij
is in zijn vrije tijd schrijver en trekt zich in de hete zomermaanden
terug in een leegstaande lokaal, terwijl het om hen heen uitgestorven
is.
Iedereen is de stad ontvlucht vanwege de zinderende hitte.
De indruk
onstaat van een zonderling, die wel een gezin heeft maar iedereen heeft
de
moeite opgegeven om Alfonso te begrijpen. Alfonso vertelt het verhaal
van
Kai en Lucia (of eigenlijk schrijft hij het, maar het wordt verhalend
gebracht), 2 mooie mensen, een volmaakt paar. Alfonso speelt met de
woorden en uitdrukkingen in het Nederlands versus het spaans. Kai en
Lucia
wonen aanvankelijk in "het Noorden" en treden op als illusionisten in
circussen. Het boek speelt zich af in een tijd dat er een duidelijk
gescheiden Nederland was, het beschaafde Noorden en het verwilderde
Zuiden, slechts verbonden door een smalle strook land. Zoals het Zuiden
wordt beschrijven lijkt het wel op Tsjechie of ergens in het oosten van
Europa. Niemand wil naar het Zuiden, maar door omstandigheden gedwongen
(er is geen werk meer) vertrekken Kai en Lucia naar het zuiden. Kai
wordt
al snel ontvoerd door de sneeuwkoningin.
De hoofdstukken gaan
afzonderlijk
over Alfonso zelf of over Kai en Lucia (door Alfonso vertelt). Vanwege
zijn beroep is Alfonso erg gefocust op wegen en hoe deze lopen. Het
verhaal zelf kent voor mij niet echte hoogtepunten, het kabbelt rustig
voort. Zelfs de beschrijving van de eerste keer dat Kai toch min of meer
wordt verkracht (laten we het maar zo plat stellen) door de
sneeuwkoningin
roept weinig emoties op.
Het is mij niet helemaal duidelijk wat
Nooteboom
met deze roman wil zeggen (als hij al iets wil zeggen). Het barst van
kleine filosofische verwijzingen en uitspraken. Het lijkt een analyse te
maken van het schrijven versus het filosoferen of het zoeken van de
kaders
wat literatuur is of zoiets
Even googelen of anderen het beter kunnen doorgronden:
Ook hier vind ik weinig nieuws.
Het boek is in 1984 bekroond met de Multatuliprijs.
Ik heb het boekje eigenlijk gekocht omdat Palmen in haar roman "De weke
krijger" zo lyrisch was over deze roman van Nooteboom. Even bladeren in
haar boek en daar staat:
"De roman van Nooteboom laat zich lezen als een
onderzoek naar de roman zelf, een queeste naar de wetten, regels en
grenzen van de literatuur. Door in een literair werk de vraag naar wat
een
literair werk is aan de orde te stellen, is deze roman tegelijkertijd
een
schending van de wetten en rituelen van de literaire tekst. De bestaande
grenzen tussen taal en metataal, literatuur en literaire kritiek, tussen
sprookje en roman, tussen filosofie en literatuur worden daarmee
omverschreden."...
Nou, wat mij betreft een beetje te bombastisch
omschreven voor deze roman. Ik vind het een aardige verhaal, maar van
Nooteboom heb ik veel beter gelezen. Maar misschien moet ik het nog maar
eens lezen........
Marjan