Harry Mulisch: De ontdekking van de hemel


HET VERHAAL

Twee ‘engelen’ spreken met elkaar. Of beter gezegd, vieren de geslaagde
afloop van een missie die zij in opdracht van de Chef hebben uitgevoerd.
Of nog beter gezegd, de ene ‘engel’ brengt aan de ander verslag uit over
hoe hij/zij dit voor elkaar heeft gekregen. Het verslag is het verhaal van
Onno, Max, Ada, Sophia en vooral van Quinten. Een bijzondere manier van
vertellen. Verlies je je net in het verhaal van Onno en Max, in dat van
Quinten of Ada, komen die ‘engelen’ er weer tussendoor die duidelijk maken
dat het hier niet gaat om toevallige gebeurtenissen, maar dat alles wat je
zojuist gelezen hebt, door een van hen zorgvuldig georchestreerd is. Wat
is dan die zorgvuldig voorbereide opdracht? Daar kom je eigenlijk pas
helemaal aan het eind van het boek achter. Wel weet je vanaf het begin dat
veel moeite gedaan moet worden om de juiste persoon te ‘kweken’. Om deze
persoon geboren te kunnen laten worden zijn zelfs twee wereldoorlogen
nodig. Een ontmoeting tussen Onno, een wereldvreemd talenwonder uit een
gereformeerde familie van aristocratische, politieke zwaargewichten en
Max, de zoon van een joodse vrouw en een oorlogsmisdadiger leidt tot een
hele diepe vriendschap tussen beiden. En een bijzondere verwekking,
waarbij Ada op één avond met haar ex-vriend Max en met haar huidige vriend
Onno vrijt. Onno weet hier niets van, maar Max is bang dat zijn
vriendschap met Onno bedorven zal worden doordat het kind bij de geboorte
op hem zal lijken. Het lijkt zelfs of het sperma van beide mogelijke
vaders nodig is geweest, de jongen die geboren wordt (Quinten) lijkt
immers op geen van beiden of op misschien wel allebei. De ene ‘engel’ doet
in ieder geval voorkomen dat Max de vader is, maar in de loop van het boek
raakte ikzelf daarvan steeds minder overtuigd. Quinten heeft het
fenomenale geheugen van Onno (Onno op p. 263: ‘Dat is het gevolg van het
ellendige feit, dat ik niet kan vergeten wat ik ooit heb gelezen.’). Om
zijn opdracht te kunnen gaan vervullen moet de jongen door verschillende
bijzondere volwassenen opgevoed worden. En dus moet zijn thuissituatie
grondig ontwricht worden. Zijn moeder raakt al voor de geboorte in coma,
zijn vader (het is 1968!) kan de baby ‘natuurlijk niet alleen opvoeden’.
Max biedt aan om het kind (dat misschien wel het zijne is!) op te voeden
met hulp van schoonmoeder Sophia, met wie hij een heimelijke verhouding
heeft. Het is een ‘offer Onno can’t refuse’ en dus wordt het kind door Max
en Sophia opgevoed. Ze wonen in een kasteel in de buurt van Westerbork,
waar Max als astronoom werkt bij de radiotelescoop die op het terrein van
het voormalige doorvoerkamp Westerbork is gevestigd en vanwaar de moeder
van Max, verraden door zijn vader, op doorreis naar Auschwitz moet zijn
geweest. Quinten is een bijzonder kind: stil met extreem blauwe ogen,
zwart haar, bedachtzaam, los van de gewone wereld lijkt het. Zo mooi ook
dat hij de aandacht trekt: “Bovendien was zijn schoonheid ‘onquistiaans’,
zoals zijn tante Antonia het uitdrukte: een Quist was niet mooi.
Schoonheid was eigenlijk ongepast voor nette mensen.” Een huisgenoot
(mijnheer Spier, beeldhouwer) noemt hem Antinoüs, een beeldschone
jongeling uit de Romeinse oudheid. In het kasteeltje waar ze wonen, leeft
een flink aantal bijzondere mensen: een wat stiekeme sjacheraar, een
numeroloog, een kunsthistoricus, een beeldhouwer. Van elk krijgt Quinten
kennis mee. Zijn vader ziet hij slechts incidenteel: die jaagt een
politieke carričre na en pakt de relatie met de vriendin die hij had vóór
Ada (Helga) weer op. Als Quinten een jaar of 13 is, komt Helga om het
leven en verdwijnt zijn vader, die niet met het verlies van alweer een
geliefde om kan gaan. Onno en Quinten zagen elkaar zelden, dus er lijkt
aan hem niet veel verloren te gaan. Maar als Quintens pleegvader Max door
een meteoriet getroffen wordt en om het leven komt, besluit de jongen zijn
vader te gaan zoeken. Natuurlijk vindt hij hem, want niets is toeval. Onno
blijkt zich in Rome op te houden. Daar samen ronddwalend krijgt Quinten
een schok: de Burcht (Quinten heeft een terugkerende droom over een gebouw
dat hij De Burcht noemt) blijkt echt te bestaan! En dus moet hij weten wat
zich daar bevindt. Literatuuronderzoek door zijn vader, die immers
talenwonder is, en speculaties brengen hem tot de conclusie dat de stenen
tafelen die door Mozes beschreven zijn met het Verbond van God (de tien
geboden) zich daar moeten bevinden. Dwaze avonturen en geluk helpen hem de
tafelen naar Jeruzalem te retourneren en de geboden ‘vrij’ te laten uit de
stenen tafelen. Dat blijkt de opdracht te zijn die moest worden
uitgevoerd. God verbreekt zijn verbond met de mensheid. Die zoeken het
zelf verder maar uit. De aankondiging van het einde van de mensheid of de
gelijktrekking van de mens met God? Heeft de mensheid zijn eigen hemel
maakbaar gemaakt? Is de hemel nu ontdekt? (met veel dank aan Else)



index boekgrrls bespreking Ontdekking van de Hemel


 

 

 


De diverse onderdelen
van de Ontdekking van de Hemel
die de boekgrrls bespraken:

De proloog

Intermezzi en hemelse plannen

Getallen, symbolen, geometrische figuren, muziek en architectuur

Wie of wat is Quinten en wie is zijn vader

Sleutelfiguren en andere verwijzingen

Foutjes

Overige mails over de inhoud

Waardering
 


 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 30/10/07  Eisjen