Michel Rostain
De zoon
Oorspronkelijke titel: Le Fils
Vertaald door: Martine Woudt
128 pagina's | Uitgeverij Mouria | oktober 2011




Dit boek moest geschreven worden, dat is duidelijk.
Als een schrijver een kind verliest, waarover moet hij dan anders nog schrijven. Ik begrijp van der Heijden, Thomèse en tot op zekere hoogte Palmen ook wel. Eerst moet die prop weg, die kurk eraf en misschien komt er dan nog ooit iets anders.
Nu dus Rostain.
Het boek moest geschreven worden, maar ook gelezen?
Zelf had ik een dwingende reden.
Mijn beste vrienden hebben hun jongste zoon verloren.

De zoon in het boek krijgt op vrijdag hoge koorts en is op zaterdag dood. De oorzaak is Purpura fulminans. Door een gemeen virus knappen de bloedvaten. De ziekte heeft maar twee dagen nodig om een gezond mens te doden.
De 21-jarige Lion studeert en woont op kamers en hij is daardoor net weer een toegankelijker kind geworden, vindt het zelfs leuk om met zijn ouders naar de opera te gaan, nog niet eerder vertoond. De vader geniet van de nieuwe intimiteit die sinds kort mogelijk is en dan is het allemaal opeens over en uit.

Het vertelperspectief ligt bij de overleden zoon.
Heel mooi vind ik de beetje spottende maar liefdevolle kijk van de overleden jongen op zijn emotionele vader. Als de kist staat opgebaard en de vader met succes het personeel van het crematorium heeft weggewerkt zakken de ouders op de grond en klemmen zich vast aan de kist. Taferelen die je niet snel in een Nederlands crematorium zult aantreffen maar het gaat hier om
Franse kunstenaars, emotioneel in het kwadraat.
Samen met hun vrienden nemen ze afscheid van de jongen door toespraken en verhalen te improviseren, een in mijn ogen ideaal ritueel, geen clichés, geen ongewenste inmenging van beroepstreurders.

De moeder wordt slechts terloops genoemd, het gaat in dit boek om de vader-zoonrelatie.
Het contrast tussen de licht ironische teksten van de zoon en de exuberante uitingen van de vader is een sterk punt.
Weer wat minder sterk wordt het boek door het autobiografische karakter. De schrijver heeft zelf een zoon verloren. De tranen slaan als het ware in golven over je heen wat volkomen voorstelbaar is maar het verdriet is nét niet genoeg gestileerd om als verhaal te dienen. Zo is het tenminste in mijn ogen, maar daar zullen mensen ongetwijfeld ook heel anders over kunnen denken.

Citaat dat ik tegelijk een goed voorbeeld vind van het psychologisch inzicht van de schrijver en ook van de emotionaliteit van het personage:

''Plotse nood, plassen voor de plechtigheid. Richting w.c.'s. Voor de deur stuit papa op Lion, grote Lion, de man die ze zo noemden, mijn naamgever. Enorme opwelling van geluk om deze broeder onder de broeders terug te zien. Vandaag zijn alle emoties met honderd vermenigvuldigd, papa lacht van
plezier, hij slaat grote Lion op de rug. Moet je zien hoe vrolijk hij is, in weerwil van alles.  'Zullen we samen gaan pissen?' Grote Lion voelt zich opgelaten over zoveel vrolijkheid. Hij vond het vreselijk zijn vriend zo ongelukkig te weten, en nu wordt hij verwelkomd door een hilarische gek. Ze zitten niet, maar dan ook helemaal niet in hetzelfde ritme. Grote Lion gaat niet met hem mee.Triest urinoir, handen wassen, opwellende tranen, water in zijn gezicht. Drie minuten later vindt papa mama terug, zittend op de grond, eindeloze tranen naast de kist. Ze snikken, twee wrakken op de grond.''



  Jop



Even een vraag. Begon je nou aan dit boek als aan een roman (fictie) over een gestorven zoon? Met in je achterhoofd de autobio-ellende van de auteur? Stond die info op de flaptekst? Als lezer zou ik me geloof ik een beetje 'schyzo' gaan voelen. Wat lees ik nou - het echte of het gestileerde verdriet? Want ik begrijp dat het fictie-aspect dominant is in deze roman.
Je schreef: "Zelf had ik een dwingende reden. Mijn beste vrienden hebben hun jongstezoon verloren".
Snap ik natuurlijk. Maar ik  zou me dan - even diep ademhalen - aan Tonio (v/d Heijden) hebben gewaagd. Een boek vol hartverscheurende, rauwe rouw

Zo af en toe komt er iets op je weg en dat was dus het recensie-aanbod van een bekroond boek en daarbij het gevoel dat ik iets aan dit boek zou kunnen hebben. Al heel wat meegemaakt in mijn leven maar het verliezen van een kind (gelukkig) niet en een goed boek vertelt je soms iets. Ik neem
levenswijsheid liever in romanvorm in dan als deskundologenpil.
Natuurlijk, ook Tonio kan me wellicht wijzer maken, maar ik lees A.Th. niet graag, dat weerhield me totnogtoe.

Het onderscheid tussen 'puur' autobio en autobio+beetje erbij gefantaseerd zegt me niet veel. Hoe autobiografisch blijf je schrijven als er zaken zijn die je toch uiteindelijk aan niemands neus wilt hangen? En hoeveel inzicht heb je in je eigen situatie; wat is 'echt', wat maak je jezelf wijs. De schrijver heeft zijn enige zoon verloren en schrijft daarover een boek, dat is te lezen in de flaptekst. Ze noemen het zowel fictief als autobiografisch.
Als je me zou vragen wat ik denk dat het fictieve gedeelte is, dan zou ik het slot aanwijzen waarin iets bevredigends gebeurt dat het leed verzacht. Als anderen dit boek ook hebben gelezen zou ik graag willen weten of ze dit ook zo aanvoelen. Het verdriet komt buitengewoon authentiek over, de vergulde pil wat minder. Romantechnisch gezien vind ik dat geen punt, voor mij staat of valt een boek niet met 'echt gebeurd', misschien geef ik zelfs
wel de voorkeur aan een boek dat niet dat 'waar gebeurd' in het vaandel draagt.

Wel authentiek verdriet dus maar naar mijn smaak nog niet genoeg gestileerd. Met gestileerd verdriet bedoelde ik dat een schrijver inmiddels wat afstand heeft kunnen nemen van al dat persoonlijke verdriet om het adequaat over te kunnen brengen. De vele tranen kunnen zo echt zijn als het maar zijn kan,
maar 'echt' is niet de eerste voorwaarde. Ik las dat ook toneelspelers niet door zelf verdrietig te worden een  verdrietig gevoel overdragen, maar door hun technische vaardigheid in te zetten om dat verdriet over te laten komen bij de toeschouwer. Zo wordt het kunst.

Was die hartverscheurende rauwe rouw van A.Th. alleen maar 'echt' of ook indrukwekkende kunst? Ten onrechte niet genomineerd voor de laatste prijzenronde?

Ik zou me kunnen voorstellen dat 'Tonio' niet jouw boek is.
Tenminste als je 'levenswijsheid' verwacht. Zie jouw opmerking: "Ik neem levenswijsheid liever in romanvorm in dan als deskundologenpil".
Zeker, levenswijsheid ervaren/ vertolken bij dit soort verpletterende mega-rampen (in no-time is je kind weg) eist afstand, loutering misschien. Een mooi ouderwets woord, hier van toepassing.  En vermoedelijk biedt slechts de tijd de mogelijkheid tot  'gestileerd verdriet'. Je zegt het al.
Nee, van 'Tonio' valt in die zin niet veel te leren, lijkt me. Niks afstand. Maar regelrechte verbijstering, woede, schuldgevoel ook. Of dat 'kunst' opleverde, zou ik niet kunnen zeggen. Door selectie en ordening van zijn materiaal bouwde v/d Heijden zijn monument voor zijn zoon. Ook een 21-jarige jongen, onderweg naar zelfstandigheid. En hij noemde dit werk een roman.








De zoon



Michel rostain

Michel Rostain



Bespreking De zoon in VPRO's
De Avonden
(vanaf 1.06 tot 1.14)



Dialogues, 5 questions à Michel Rostain




Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 26/11/11  janneke