Har Meijer is huisarts. Dit boek is zijn debuut uit 2005.
Meijer heeft een proefschrift geschreven over de cholera in 1832, in
Leiden. Het heet "het vuil, de stad en de dokter" en daarop heeft hij
deze roman gebaseerd. Het is dus deels gebaseerd op feiten, en deels
fictie.
In Leiden, anno 1832, worden regelmatig bijeenkomsten gehouden voor
Stadsgeneesheren, doktoren en hoogleraren. Als zij op 8 augustus bijeen
komen is er slecht nieuws: enkele dagen eerder is de sjouwer Cornelis
Schalkwijk ziek geworden. Na een korte maar hevige doodstrijd is hij
gestorven, en de behandelend geneesheer moest constateren dat het de
Cholera Asiatica was, in de volksmond 'kolere' geheten, de blauwe dood.
Binnen de
kortste keren zijn ook Schalkwijks zonen overleden en de ziekte grijpt
snel om zich heen. Maar: alleen in de periferie van de stad, waar de
armsten der armen wonen, vallen ze bij bosjes. Daar zijn de
leefomstandigheden vreselijk: geen sanitaire voorzieningen, tochtige
muren, de mensen hebben nauwelijks kleren aan hun lijf en de
voedselvoorziening is natuurlijk ook zeer slecht.
De doktoren hebben al snel door dat de gevreesde ziekte juist door die
omstandigheden snel zal toenemen en ze vragen de gemeente om maatregelen.
Maar burgemeester en wethouders houden hun handen er van af. Ziekte dat
is zaak van de heren doktoren, niet van de gemeente! Ze zeggen zelfs dat
als de doktoren hun werk goed hadden gedaan, de extra ruimte voor opvang
van zieken, die ze na veel aandringen beschikbaar stellen helemaal niet
nodig was geweest! Intussen hebben de geneesheren, en de chirurgijnen (zij
verrichten geneeskundige taken zonder dat ze daar een universitaire
opleiding hebben gedaan) hun handen vol. Ze weten eigenlijk niets van de
ziekte, dus ook niet hoe ze moeten behandelen. Tijdens bijeenkomsten
vertellen ze elkaar over hun ervaringen en over hoe ze de ziekte
aanpakken. Welke fases ze in de ziekte onderscheiden en wanneer ze wel
of niet denken dat aderlaten nuttig is, waar de besmettelijkheid
misschien aan ligt.
Dit is het gedeelte dat heel duidelijk gebaseerd is op degelijk
onderzoek. De schrijfstijl is ook heel zakelijk. Meijer heeft er echter
een verhaal doorheen geweven, waardoor het prettiger leest maar waarmee
hij ook de tijdsgeest duidelijker kan neerzetten. De eerste helft
van de negentiende eeuw: een tijd van losse zeden, nog bevorderd door
het hoge drankgebruik zowel in hoge als lagere standen. Een stadsdokter
heeft door foute diagnose en behandeling een vrouw ten gronde gericht:
haar drie kinderen zijn gestorven, en zij is dolgedraaid. Een chirurgijn
die van de vrouw hield neemt wraak. Eerst zou ervoor gezorgd worden dat
de man door levercirrhose zou overlijden, maar toen de gekgeworden vrouw
in het dolhuis kans zag zelfmoord te plegen, werd ook de stadsdokter
vermoord. Deze fictie verluchtigt de grimmigheid van het verhaal wel, ik
vind het een geslaagd boek.
Marjo van T.
|
‘Ik ben een verteller’ lacht huisarts Har Meijer. Niet
alleen verdedigt hij op 12 oktober zijn proefschrift Het vuil, de stad en de dokter; zeer onlangs bracht hij ook het
voltooide manuscript van zijn roman De blauwe dood naar de uitgever.
Interview met de auteur bij de
Universiteit van Leiden ‘De titel van dit boek – ontleend aan het
toneelstuk Het vuil, de stad en de dood van de bekende Duitse toneel- en
filmmaker Rainer Werner Fassbinder - illustreert waar het in dit verhaal
om gaat: de interactie tussen stedelijke overheid en stadsgeneesheren
tegen een achtergrond van de onhygiënische situatie die de cholera in
Leiden – en elders – ruim baan gaf. Het doen en laten van de Leidse
geneesheren zou in huidige tijd niet misstaan in een real life soap.
Hoewel hun rol in deze geschiedenis in wezen diep tragisch was, vond ik
het passend om hun functioneren in een theaterstuk te verpakken.’
Eerst gal braken, dan aderlaten |
Is het feit dat het zich in Leiden afspeelt van belang voor het
verhaal?
Dat
het zich in Leiden afspeelt is niet van belang voor het verhaal, wel
voor het non-fictiegedeelte. Meijer heeft zijn scriptieonderzoek in die
stad gedaan. Ik kan dus niet zeggen dat dit beeld voor iedere stad zou
gelden. Misschien is het wel extra leuk als je de stad kent, want er
worden buurten
en straten beschreven. Die zeggen mij verder niets.
Dat
was precies de info die ik nodig had. Voor mij dus een leuk boek, als
van oorsprong Leijenaar :-)
Nou,
ik dacht bij je eerste - boeiende - beschrijving van het boek al, dat
het,los van het onderzoek, toch niet toevallig en misplaatst is dat het
verhaal juist in Leiden speelt. Volgens mij had Leiden namelijk als
eerste een universiteit en ook als eerste een medische faculteit. Ben
toen toch maar even gaan googlen en
jawel hoor!
Historisch gezien was er alle reden om het verhaal in Leiden te situeren
en misschien zou het verhaal ook niet eens ergens anders hebben kunnen
spelen omdat daar een dergelijke wetenschappelijke achtergrond zou
ontbreken.
|
|