In oktober 2011 stond
De
Verdronkene van Margriet de
Moor op onze Boekgrrls leeslijst. Een
beetje laat, als je bedenkt dat het al in 2005 enthousiast door een
grrl was besproken.
Op de voorkant van deze uitgave staan 2 meisjes die lui naast elkaar op
het gras liggen, ondersteboven gefotografeerd (ik had steeds het boek
ondersteboven vast).
Duidelijk Lidy en Armanda.
In 2009 las ik 1953 van Rik Launspach (naar de film De Storm) over
hetzelfde onderwerp. Heeft toen op de leeslijst gestaan. Een heel ander
boek en heel duidelijk, vind ik, een filmscript.
Het eerste boek van Margriet de Moor dat ik lees, ik vind haar
schijfstijl mooi passen bij de tijd waarin de roman speelt, de jaren
50, 60 en 70.
Lidy en Armanda zijn zussen. Armanda gaat elk jaar naar Zeeland om haar
petekind te bezoeken maar gaat liever naar een feestje van haar
vriendin.
Lidy gaat in haar plaats, op zaterdag 31 januari 1953....
Ik las ook Rik Launspach, inderdaad
is dat een boek dat minder subtiel is maar meer een avonturenroman. Als
De Moor alleen vanuit het perspectief van Lidy had geschreven was De
verdronkene ongetwijfeld voor mij meer van hetzelfde geweest.
Ik kan me die avond/nacht zelfs nog herinneren. ik was 15 en fietste
naar huis in deh haag, moest soms afstappen omdat ik niet tegen de wind
in kon fietsen. het is pas veel later tot me doorgedrongen hoe erg die
springvloed/ramp voor de zeeuwen geweest moest zijn. maar ja, wat wil
je, vijftien. ;-)
Ik had juist af en toe het gevoel dat
de taal van de jaren '50 en '60 niet zo treffend was. Maar ja, wie ben
ik, kind van 1969... :-)
LOL, ik moet je zeggen dat ik geen
bepaalde herinnering aan de taal van de jaren 50 heb, behalve als ik
piet-hein donner hoor praten, en trouwens meer leden van zijn familie,
zoals laatst de directeur van het Tropenmuseum dat zo in de financiële
problemen zit. zo klonken in mijn herinnering de jaren 50. Ik herken
dat eigenlijk niet in De verdronkene. ik zal er eens op letten als ik
'het leven is vurrukkelijk' herlees, niet vergeten het op te halen in
de bieb van de week.
Ik vind eigenlijk de taal van de verdronkene erg poëtisch, en soms
duurt het me te lang.
Ik vind dit erg jammer want de
samenvatting achter op het
boek klonk heel veelbelovend. Maar ik vind 90 bladzijden proberen wel
genoeg, vooral omdat ik nog meer boeken van de bieb heb geleend en het
me te veel tijd kost om me hier doorheen te worstelen.
De relatie tussen beide zusjes wordt
interessanter naarmate het boek vordert, toch maar even doorlezen? :-)
ik geloof dat ik dat ga doen, hoewel
ik een verwende beeldkijker ben. maar die Armanda intrigeert me wel, en
dat schuldgevoel ook. ik kan me er iets bij voorstellen.
vooral dat ze het presteerde om
meerdere malen te vertellen dat het allemaal veel erger had kunnen
zijn: Had bijvoorbeeld de maan dicht bij de aarde gestaan zoals twee
weken eerder dat had het water nog wel een halve meter hoger kunnen
staan. Naar mijn gevoel etaleerde ze teveel van haar
feitenkennis in het boek.
Dit vond ik juist heel goed gedaan:
de afstand die mensen die NIET in het middelpunt van de storm, van het
water stonden, zagen niet de menselijke tragedie. MdM laat dit ook
zeggen door mensen die het gebrek aan adequate reactie goed proberen te
praten.
ben ik met je eens. en ik ben vandaag
maar even dankbaar voor de deltawerken. want dat was in de jaren 50 wel
behelpen met die amateur dijkbewakers.
mooi getroffen die eerste generatie herenboer Cau, en de beschrijving
van die krakkemikkige dijken. je kon er eigenlijk op wachten op die
ramp.
En ook de constructie van het verhaal
waarin het lijkt of het weekend dat Lidy in Zeeland doorbrengt net zo
lang duurt
dan de rest van Armanda haar leven.
Dat is niet alleen alsof het lijkt,
het is ook daadwerkelijk zo, het leven van Armanda is het leven dat zij
in naam van haar zus leeft... Uit schuldgevoel omdat zij degene was die
(in haar eigen ogen) haar zus de dood heeft ingestuurd.
ja, tragisch. goed gevonden wel van MdM. een ongeluk zit in een klein
hoekje, en het schuldgevoel ligt ernaast te slapen. ;-{
Wat een interessant boek, 'De
verdronkene' van Margriet de Moor. Niet briljant geschreven, dan dan
weer wel. Maar goed gecomponeerd.
Het verhaal is genoegzaam bekend:
Armanda haalt haar twee jaar oudere en sprekend gelijkende zus Lidy
over om in haar plaats een bezoekje af te leggen aan haar petekind. Het
is 31 januari 1953. Lidy raakt vermist tijdens de watersnoodramp en
Armanda neemt de plaats in van haar zus: ze trouwt met Sjoerd, de man
van Lidy, zorgt voor Nadja, het dochtertje van Sjoerd en Lidy als ware
zij haar eigen kind. Neemt
zelfs de voorkeuren over van de verdronkene.
Je leest afwisselend het verhaal van Armanda en dat van Lidy. Het
verhaal van Armanda gaat met grote sprongen in de tijd vooruit. Je weet
als lezer dus al meteen dat Lidy niet terug zal keren van haar Zeeuwse
bezoekje. In de hoofdstukken over Lidy leer je wat haar in die
rampzalige dagen overkomen is.
De Moor volgt de vijf delen van een klassieke tragedie:
Er zijn vijf hoofdstukken; in de indeling van de vijf bedrijven zie je
de volgende fasen:
- expositie: de uiteenzetting van wat voorafgegaan is om wat
volgt te kunnen begrijpen;
- intrige: de verwikkeling, de ontwikkeling van een probleem
wordt geschetst;
- climax: het opvoeren van de spanning (door het toespitsen
van het conflict);
- catastrofe: hoogtepunt van de spanning en het begin van
de ondergang van de held;
- peripetie: de beslissende wending en de afwikkeling.
Als je het boek nog niet gelezen hebt, lees dan niet verder want ik
gebruik nogal wat
V
E
R
K
L
A
P
P
E
R
S
In het eerste deel, de expositie, leer je de twee zusjes kennen, neemt
Lidy de plek in van Armanda bij het tripje naar Zeeland. Aan het eind
van dit eerste deel gaat Lidy in het hotel waar ze zal overnachten naar
bed en weten we uit het verhaal van Armanda dat Lidy tot de vermisten
behoort.
In het tweede deel, de intrige, wordt het probleem voor beiden
duidelijk: Lidy gaat met de mannen die haar auto willen lenen mee en zo
wordt de omvang van de dreiging van de storm duidelijk. Aan het eind
van het deel breken de dijken door. Het probleem voor Armanda wordt ook
duidelijk: iedereen vindt het enorm logisch dat zij de plek van haar
vermiste zus inneemt: ze zorgt voor het huis van Lidy en Sjoerd, voor
hun kind en, aan het eind van dit deel, ligt ze in Sjoerds armen.
Alleen doordat ze gestoord worden.
In het derde deel, de climax, zijn Armanda en Sjoerd inmiddels getrouwd
want Lidy is officieel doodverklaard. Maar is Armanda nu zichzelf of de
reincarnatie van haar zus? Bij Lidy lijkt het allemaal hoopvol, want
niet alleen is ze zelf op een zolder terecht gekomen, ze is daar in het
gezelschap van anderen. Er is eten, er wordt een baby geboren.
In het vierde deel, de catastrofe, valt het huis waarin Lidy en haar
companen schuilen uiteen onder druk van de watermassa, ze verliest hen
stuk voor stuk en eindigt moederziel alleen, drijvend in de Noordzee.
In het deel over Armanda zijn zij en Sjoerd inmiddels gescheiden. Nadja
en Armanda begraven aan het eind van dit deel de resten van een jonge
vrouw, die mogelijk Lidy kan zijn geweest, 30 jaar na de
watersnoodramp...
In het vijfde deel, de peripetie, ligt Armanda op sterven en in een
dialoog met Lidy geeft ze eindelijk toe dat zij Lidy met nogal wat druk
over heeft gehaald het tripje in haar naam te maken. Omdat zij,
Armanda, graag met Sjoerd naar het feestje wilde, zodat ze met hem kon
flirten. En toen haar zusje niet terug kwam, ze niet anders kón dan
diens leven over nemen.
Fraai. Jammer dat de Moor en/of een redacteur niet nog nét even wat
meer aandacht aan de tekst hebben besteed in plaats van aan de vorm,
dan was het boek beslist vier sterren waard geweest. Nu vergeef ik er
drie.
Als lezer _denk_ je dat het lijk Lidy
is, maar je weet het niet zeker.
- is het "gesprek" in de epiloog waarin Lidy "vertelt" dat ze in het
slik terecht is gekomen "echt"? Of verzint Armanda dit om vrede te
kunnen hebben met de teraardebestelling die zij met Nadja gedaan
hebben?
er is één sierraad gevonden bij de resten, maar dit is verguld. En de
boerin geeft Lidy er twee, en meldt daarbij dat het 24-karaats goud is.
Heeft de boerin dat alleen maar gedacht of is et niet háár sierraad en
dus niet Lidy?
Ik blijf twijfelen, dat snappen jullie! Hoe staan jullie daarin: is
het Lidy of niet?
ik dacht al lezende ook dat de lezer
het niet kan weten. te weinig
bewijs. moeilijk voor nabestaanden, en er waren nogal wat graven
eigenlijk leeg. vreselijk lijkt me.
Ik hoop maar voor armanda dat zij gedacht heeft dat het wel lidy was.
lijkt me toch iets van troost te geven?
'Dat
is helemaal geen droom, dat is echt gebeurd. We waren nog kleine
kinderen. Maar, kún je dan dromen terwijl je verdrinkt?'
'En hoe. Eigenlijk doe je
niet anders. In de droom, die jij dus
leven noemt,...'
mooi hè. is een citaat uit het allerlaatste deel? een epiloog, een
dialoog tussen de twee zussen in een soort van hiernamaals?
ik kan me dat ook niet meer herinneren hoe oud nadja toen was.
Nadja was 2.
Blz. 20: "Ze hield van het kind.
Nadja was iets ongelooflijks, was de brutale streek waarmee Lidy haar
zo'n tweeenhalf jaar geleden versteld had doen staan."
Vergis
je niet, Nadja was nog maar 2. Uit ervaring kan ik je
zeggen dat een kind van die leeftijd een nieuwe ouder accepteert als
ware die echt.
volgens mij was nadja inderdaad nog
heel klein toen haar moeder ineens
uit haar leven verdween. te jong om mee te krijgen wat er precies aan
de hand was. maar niet te jong om mee te krijgen dat de mensen om haar
heen erg verdrietig en verward waren.
Er zit een moment van verzet in, op
haar verjaardag, als ze wegloopt en
uren later bij opa en oma aan komt zetten. Ik zit nu in de auto dus ik
kan niet goed nakijken of dat is nadat Armanda verteld heeft dat zij
niet haar echte moeder is (als Nadja die foto vindt), het is als
Armanda en Sjoerd net getrouwd zijn.
ik vind het echt een boek om achteraf
over na te denken en te praten/mailen.
pas op, hier onder kunnen verklappers zitten.
v
e
r
k
l
a
p
p
e
r
aan de ene kant heeft armanda een mooie keuze gemaakt door het leven
van lidy te gaan leven, maar dat is ten koste van haar eigen identiteit
gegaan.
ergens zegt ze ook dat ze nIEt op lidy lijkt of wil lijken, dat ze
Echt Anders is. maar is dat niet altijd het gevolg van keuzes die we
maken? we weten nooit precies hoe die uit zullen pakken achteraf. en
armanda heeft wel een keuze gemaakt voor een goed en een vol leven, met
een heel liefhebbende familie om haar heen.
ik vroeg me af of de lezer kan weten hoe oud armanda is aan het eind
van haar leven, in de epiloog?
in 1953 was ze een jaar of 19-20? dus in 1930 geboren? maar hoe oud aan
het einde? 80 of zo?
en is lidy nu wel of niet gevonden? of kunnen we dat niet weten?
De lezer weet het wel, omdat de gouden spiralen (of hoe heten die
dingen) bij het lichaam zijn gevonden, die kreeg ze van Gerarda Hocke.
De familie weet dat niet, dus blijven ze hierover in het ongwisse.
net op tijd uitgelezen; moest vandaag
terug naar de bieb. ik vond het een goed boek, maar ik kon niet
helemaal met armanda meevoelen. ik denk dat ik misschien niet dezelfde
keuze had gemaakt als zij. aan de andere kant lag het erg voor de hand
om in de schoenen van lidy te gaan staan. zo was het leven van de
kleine nadja en oma en opa en zwager en
van armanda zelf nog het minst ontwricht?
ik weet het niet.
nog iemand aan het nadenken?
Ik ben blij dat ik na wat weerstand
bij het eerste deel heb doorgelezen. Vond het een boek over identiteit.
Wat mij verbaasde is het gemak waarmee Nadja het opnam dat de vrouw die
zij altijd moeder noemde in feite haar tante was.
Hoewel gemak, eigenlijk maakte haar gevoel hierover niet echt deel uit
van het boek waardoor de vrij lange brief over haar leven, die zij op
een bepaald moment aan haar tante/moeder schrijft, mij verraste en ik
hem niet echt in het boek vond passen.
ja, klopt helemaal denk ik. wat er
met een identiteit kan gebeuren na een traumatisch verlies. zoiets?
Tot slot nog een citaat:
"Als niemand weet waar je uithangt,
en zich daar ook met geen mogelijkheid een voorstelling van kan maken,
besta je dan eigenlijk wel"
Margreet
|
Margriet de Moor
|