"Onder een
dubbele regenboog, met de middernachtzon in mijn
achteruitkijkspiegel, rijd ik naar Skoganvarre. Links vang ik een
glimp op van een fjord en van vissers die met hoge laarzen in de
golven staan onder een zwarte lucht. Ik volg de rechte weg, omzoomd
door monotone naaldbossen, tot er een strook gras aan een langgerekt
meer verschijnt.
Dit is de plaats waar W.F. Hermans in 1961 met drie anderen aan een
geologische expeditie over de hoogvlakte van Finnmark begon. Zijn
ervaringen brachten hem ertoe Nooit meer slapen te schrijven."
Zo begint
het boek van Karin Anema die naar Finnmark is getrokken, het gebied in
het noordelijkste deel van Noorwegen waar Nooit meer slapen zich
afspeelt. Ze volgt, voor zover dat nog kan, exact de route die Alfred,
het hoofdpersonage van het boek volgde. Net als in het boek begint de
voettocht bijna hetzelfde. Zoals Alfred geen luchtfoto's kreeg voor
zijn reis, zo blijken bij de papieren die Karin die middag kreeg geen
gids of detailkaarten te zitten die haar wel toegezegd waren...
Gelukkig weet ze een menselijke gids te vinden.
De eenentwintig jarige Ida, een Same (inheemse), zal Karin begeleiden
naar Vuorje. Ida vertelt over het leven als Same en de taal, het
Samisk, dat bijna verdwenen was maar nu nieuw leven ingeblazen is.
Hermans schrijft niets over het leven van de Sami, merkt Karin op. Ze
overnachten in de familiehut van Ida's grootouders en Karin betreurt
het dat ze niet langer kan blijven.
Karin Anema ziet het meer waar de tenten van de expeditiegroep
aangestaan hebben en dan reist ze alleen verder, richting Ravnastua.
Dat is in het boek de route waarop Alfred verdwaalt, zijn kompas
verliest en zijn horloge stil blijft staan. Alfred krijgt angstige,
vreemde gedachten en is kwaad omdat mensen hem onrecht aandoen. Karin
ervaart eveneens paniekerige gedachten omdat er nauwelijks
oriëntatiepunten zijn maar gelukkig voor haar verloopt de verdere tocht
niet zoals in het boek. Onderweg beseft ze zich dat Hermans met bijna
afstandelijke, analytische blik alles bekeken heeft. Ze probeert de
man, de schrijver te doorgronden maar dat blijkt moeilijk.
Ravnastua blijkt exact hetzelfde gebleven zoals het beschreven is in
het boek. Ze ontmoet Oscar die een yoik voor haar 'zingt' (een
yoik is een neurieliedje dat ter plaatse gemaakt kan worden.)
Daarna overnacht Karin in de hut waar Hermans ook geslapen heeft. De
moeder van Oscar herinnert zich de expeditie nog! Ze herkent zelfs de
beschrijving uit het boek over de inwoners...
Het blijkt dat in het boek veel meer non-fictie elementen bevat dan
Karin vermoedde. Ze zet de reis voort, nu met een huurauto, richting
Alta waar ze een oud-expeditielid bezoekt en later, richting Noordkaap,
een heel opmerkelijke ontdekking doet.
Het bijzondere van dit boek is dat de personages en beschrijvingen in
Nooit meer slapen nog meer gaan leven. Karin kent het boek bijna uit
haar hoofd. Waar ze ook loopt, elke keer schieten haar zinnen uit het
boek te binnen die slaan op wat zij ziet en op de mensen die zij
ontmoet. In feite heeft W.F. Hermans met Nooit meer slapen ook een
verkapt reisverslag geschreven want veel uit het boek blijkt met de
werkelijkheid overeen te komen.
Het enthousiasme van Karin werkt aanstekelijk, je bent benieuwd naar
haar verdere ervaringen en ontdekkingen. Haar beschrijvingen over de
Sami zijn fascinerend. Maar het is vooral haar laatste ontdekking die
erg verrassend is.
Het is een zeer aangenaam boek dat ook zonder voorafgaande kennis van
Nooit meer slapen goed te lezen is. Maar natuurlijk is voorkennis wel
veel interessanter en amusanter. Voor de liefhebbers van het werk van
W.F. Hermans is dit boek een must. Voor de niet-kenners is het eveneens
een bijzonder prettig, zeer goed leesbaar verhaal dat een mooie indruk
geeft van Finnmarken en zijn bewoners.
Dettie
|
Karin Anema
Karin Anema (1955) is journalist en literaire
non-fictie schrijfster. Zij studeerde landschapsarchitectuur aan de
Landbouwuniversiteit
Wageningen.
Enige tijd na haar afstuderen besloot zij voor een
journalistieke toekomst te kiezen. Sinds 1985 heeft zij haar eigen
bureau voor journalistieke
producties en fotografie.
Ze schreef
zes literaire reisromans.
|