Na de plotselinge dood van haar vader is het snel afgelopen met het
luxe leventje van de Engelse Frances. Het familiekapitaal blijkt na een
ongelukkige investering te zijn verdampt en de harde waarheid is dat
haar oom haar niet in huis wil nemen. Ze kan kiezen tussen een leven
als kindermeisje en huissloof van een tante of een huwelijk met Edwin
Matthews, een verre neef die als dokter in de diamantmijnen van
Zuid- Afrika werkt. Ze kiest voor het laatste, want ze beseft zelf ook
heel goed dat er zonder opleiding in het 19de eeuwse Engeland voor haar
nergens werk te vinden zal zijn. En zo stapt ze op een dag aan boord van het schip dat haar
naar haar toekomstige echtgenoot zal brengen.
Aan boord maakt ze deel uit van een groep jonge vrouwen die op
zendingsmissie gaan en ze ontmoet er de eerste klas charmeur William
Westbrook, die haar hart binnen de kortste keren sneller doet slaan.
Ondanks zijn mooie praatjes kan hij, eenmaal in Zuid-Afrika aangekomen,
zich niet losmaken van verplichtingen aan zijn invloedrijke oom die
eigenaar is van
een groot aantal diamantmijnen.
Tot Frances grote teleurstelling woont Edwin niet zoals zij verwachtte
in het levendige Kimberly, maar ergens in een uithoek van de Karoo in
een primitieve eenkamerwoning. Frances met haar verfijnde opvoeding kan
zich moeilijk aanpassen aan de hitte en het harde leven in een gebied
waar alles bedekt is met een laagje rode stof. Haar echtgenoot ziet ze
amper, druk als hij is met een vaccinatieproject tegen de pokken. Ze
voelt zich dan ook verwaarloost en toont op haar beurt weinig
belangstelling voor zijn werk. Ze had voor ze naar Zuid-Afrika vertrok
gedacht dat hij een gewone praktijk had maar langzaamaan dringt het tot
haar door dat zijn stellingname ten gunste van de zwarte werknemers hem
regelmatig in aanvaring brengt met Joseph Baier, de oom van William
Westbrook. In een gebied waarin Baiers woord zo ongeveer gelijk staat
aan het woord van God levert hem dat een geduchte en machtige
tegenstander op die het hem bijna onmogelijk maakt om zijn werk als
arts uit te voeren.
Voor Frances wordt het allemaal nog verwarrender wanneer ze opnieuw in
contact komt met William. Het is de vraag of zijn charme en
aantrekkingskracht haar nogmaals verblinden of dat haar ogen geopend
worden voor het sterke en zuivere karakter van haar echtgenoot. Daar
zijn, zo blijkt, een aantal
harde lessen voor nodig.
Diamant is een verhaal waarin de debuterende Jennifer
McVeigh laat zien dat zij fictie kan schrijven in de context van een
stukje geschiedenis. De jonge en onervaren Frances wordt met vallen en
opstaan volwassen in een land en een periode waarin wetgeving ervoor
zorgde dat het voor de oorspronkelijke zwarte bewoners onmogelijk werd zelf concessies
te kopen in de diamantmijnen. Zwarte werd synoniem voor arbeider en
potentiële diamantendief.
Ook het verzengende klimaat vond ik goed beschreven, ik kon me er
tenminste makkelijk een voorstelling van maken. Iets minder had ik dat
met de beschrijving van de manier waarop
William Frances aan boord tegemoet treedt, ik kon me moeilijk
voorstellen dat zij deze brutaliteiten voor liefde aanzag. Maar goed
zij was jong en onervaren en in tegenstelling daarmee werd het ontstaan
van wederzijdse
begrip tussen Frances en Edwin voor elkaars situatie veel
geloofwaardiger beschreven.
De titel had in mijn ogen wel iets spannender en origineler gemogen. De
Engelse titel (vertaald zou het De koortsboom zijn) vind ik veel
fraaier klinken. Wat ik wel mooi vind zijn de boven elk hoofdstuk in
wazige grijstinten getekende afbeeldingen van een paar bomen, die
telkens weer de
eentonige en desolate vlakte van de Karoo oproepen.
Kort samengevat is Diamant dankzij zijn tot de verbeelding sprekende
context zeker de moeite waard.
Janneke
|
Jennifer
McVeigh
|