Dit boek nam ik mee uit Leerdam na een 'aanbeveling' van Else. Ik zet
het tussen haakjes, want ik weet niet meer precies wat ze er over zei,
maar het klonk intrigerend.
Het boekje zelf. Het is een heel dunnetje, 85 pagina's maar. Toch kon ik
niet doorlezen. Ik heb zelden zo'n 'rotboek' gelezen. Rotboek in de zin
dat ik gewoon niet kon doorlezen, ik bevond me in een neerwaartse
spiraal en wilde die totale ondergang niet tegemoetgaan. Goed boek dus!
Maar vreselijk.
Het is oud, eerste druk 1962. En geschreven in opdracht van het
voormalige Ministerie van O.K.&W. Met welke opdracht, vraag ik mij
af.
Er staat ook een motto in: weest niet te zeer rechtvaardig
en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering
brengen? Prediker 7:16
De hoofdpersoon luistert inderdaad naar dit motto.
Waar gaat het over?
Een man gaat voor dag en dauw op weg om ene Carl te treffen van wie hij
geld wil lospeuteren. Hij is te voet. Het regent, maar niet hard. Het
lukt, hij krijgt geld om er een dagje met Walijne op uit te trekken.
Walijne is het dochtertje van Carls vrouw, Medusa. Er wordt op gehint
dat de verteller de vader van het meisje zou kunnen zijn. Je leest wat
hij denkt, je leest wat hij zegt. Daartussen zit al een pijnlijk
contrast, maar ach, hij is de
hoofdpersoon en je gunt hem het voordeel van de twijfel. Hij weet met
zijn woorden Medusa pijnlijk te treffen, zodat zij hem haar dochter
meegeeft. Op het moment dat zij haar dochter gaat halen, duikt onze held
de drankkast in en slaat twee wodka's achterover. Het is pas 10 uur in
de ochtend, maar dat telt voor hem niet:
'Voor mij is het middag. Ik heb uren gelopen. Los van de
officiele tijdrekening bevind ik mij in het uur dat duizenden een
aperitief nemen.'
En dan is het wel duidelijk dat we met een onverbeterlijke alcoholist te
maken hebben. Walijne, het dochtertje, is echter dol op hem. Ook blijkt
ze ongelukkig: ze heeft stalen beugels aan haar benen. Daar heeft ze
geen last van, ze is de liefde en vrolijkheid zelve en heeft alle
vertrouwen in haar oom Bernd. En die twee gaan dus een dagje naar het
strand, in de regen.
Bernd (van Bernard) schoffeert zo'n beetje iedereen die hij tegenkomt.
Maar dan wel in voorkomend taalgebruik zodat de onbeschoftheid niet snel
opvalt en veelal zelfs als compliment wordt opgevat. Als hij op
een gegeven moment met Walijne op een leeg strandterras belandt, is hij
zich heel bewust van zijn keuze:
'Het probleem was gesteld. Nam hij bier dan was het einde zoek
maar niets anders trok hem aan. Hij overwoog. Geef mij maar een fles
bier, zei hij en het meisje vertrok.'
En dat is dan inderdaad het begin van het einde. Alles en iedereen wordt
opgeofferd aan zijn drankzucht. Tussendoor weet hij nog:
'Hoorde Medusa aan zijn stem dat hij gedronken had dan ging
opnieuw een stukje van zijn wereld verloren en behoorden wandelingen
met Walijne tot het verleden.'
En Walijne wordt dan beschreven als: Hij keek in een fijn gezichtje, de
blauwe ogen ernstig op hem gevestigd en hij voelde een handje zich vol
vertrouwen in de zijne klemmen. Even later gaat het echt mis. Walijne is
moe en wil naar huis.. Hij misbruikt haar vertrouwen voor nog een
tussenstop. En als zij dan bijna in
slaap is gevallen tegen een toonbank:
'Hij probeerde de ontroering bij het zien van dit kind als iets
wat lang geleden wel gebeurde omhoog te halen. Het mislukte. Hij zag
alleen maar een slapend wezen. Dit was zijn tijd, alleen voor
hemzelf. Heerlijk, heerlijk met alle eenzaamheid van dien. Hij
stootte Walijne vrij ruw wakker.'
Hoe het afloopt? Dat weten we niet precies, want onze hoofdpersoon heeft
te veel gedronken. Hij wordt wakker tussen twee strandstoelen, zand in
zijn mond, een fles cognac tussen zijn benen, terwijl de laatste fles
die hij kocht voorzover hij wist (en wij dus ook) jenever was. En
Walijne is nergens meer te bekennen.
Ik heb zelden zo'n intense blik geworpen in het egoisme van een
verslaving. Ik denk dat ik dit boek nog een tijdje in mijn kast laat
staan: om af en toe een stukje uit te lezen om mezelf te waarschuwen en
om uiteindelijk weg te geven aan iemand die het nodig heeft.
Paula