Ik was heel benieuwd naar de vrouw achter 'de mantra's' van de
Nederlandse cultuur:
"Niet het snijden doet zo'n pijn, maar het afgesneden zijn"
"Het werd, het was, het is gedaan."
Eigenlijk wist ik niets van haar, afgezien van het feit dat haar
pennaam Vasalis een verlatinisering was van haar meisjesnaam Leenmans
(de twee naamval van vasal). Dat ze psychiater was en dat ze na 1954 niet meer had gepubliceerd. Ze zou dat ook niet meer gedaan hebben omdat
ze er mensen
(haar kinderen) mee zou kunnen kwetsen. Om dat te kunnen zien moet je haar biografie, die ze altijd heeft afgeschermd, kennen. Daarom greep ik
dan ook naar dit boek.
Van de achterflap:
De gedichten van M. Vasalis (1909 - 1998) zijn al ruim
vijfenzestig jaar zo populair dat ment haast zou vergeten dat het om
grote poëzie gaat, poëzie die voor iedere nieuwe generatie een
openbaring kan zijn door haar tijdloze allure en door de diepe
perspectieven die zij opent. Hoe die poëzie dat vermag - daarover
gaat Een misverstand om in te geloven.
Vasalist kent een sprookjesachtig imago in de Nederlandse
literatuur. Regels als 'het werd het was, het is gedaan' zijn als
magische spreuken neergedaald in de volksziel. De postume bundel
De oude kustlijn uit 2002, een ongeëvenaard verkoopsucces, vormt
het sluitstuk van een carriëre die al even triomfantelijk kort vóór
de Tweede Wereldoorlog begon. Maar tegelijk is het werk steeds
onderwerp van een zekere minachting ('damespoëzie') geweest.
Léon Hanssen onderwerpt het oeuvre nu aan een grondige inspectie.
Het blijkt bijzonder veel onopgeloste conflictstof te bevatten. Haat,
pijn en rancune zijn bij Vasalis minstens zo sterke elementen als
het verlangen naar een mystiek evenwicht, dat in laatste instantie
onvervuld blijft.
Vasalis is veel verontrustender dan altijd werd gedacht.
Ik vond het boek een ware ontdekkingstocht. Bij wijze van woord vooraf
begint de auteur het boek met een brief aan mevrouw
M. Drooglever Fortuyn-Leenmans. Daarin schrijft hij op een gegeven
moment:
"Door u het stempel op te drukken van 'het kleine geluk', heeft men u
gebagatelliseerd en weggedrukt in de Hollandse binnenkamer, die uw
wereld helemaal niet is." p. 13
Het stempel van 'het kleine geluk' dat vond ik goed getroffen. Zo zag
ik haar ook min of meer. De vrouw die de dingen kort, krachtig en
ontzettend mooi kon verwoorden. Die uiting gaf aan gevoelens die we
allemaal kennen.
Voor J. zeer sober
Zoals ik vanzelf moet ademen
zoals ik het kloppen van mijn hart
maar zelden voel en mijn gezicht
zelfs in de spiegel nauwelijks zie
zo kan ik de liefde, die
ik niet meer heb maar ben geworden
zelden meer, lieveling, verwoorden.
(uit: De oude kustlijn)
Dit gedicht wordt door Hansen gebruikt als inleiding tot een (behoorlijk
wetenschappelijk - maar zeer verteerbaar) boek waaruit naar voren komt dat
haar momenten van inzicht leiden tot het verwoorden van het negatieve.
Ze heeft het hier over iets wat haar heel dierbaar is, maar ze komt tot
het inzicht dat het zo gewoon is geworden dat ze het niet meer
verwoorden kan. Deze 'fixatie op de afgrond', integenstelling tot de
positieve ervaring ervan, en de snelle draai in haar gedichten zouden er
volgens de auteur toe hebben bijgedragen dat critici als Kousbroek en
Mutsaers haar indeelden bij de kitsch van de literatuur. Haar vermogen
tot het 'sublimeren van de pijn' maakte haar echter tot de lieveling van
het Nederlandse publiek. Haar niet meer publiceren tot een mystica als
Hadewych.
Dat er nog zo verschrikkelijk veel meer achter deze vrouw zat en haar
gedachten en woorden op zo veel meer gebaseerd zijn dan je zou kunnen
denken, of maar kunt vermoeden, dat laat dit zeer gedetailleerde boek,
o.a. gebaseerd op haar essays, goed zien. Haar interesse in andere
volken, waardoor zo ook naast haar studie geneeskunde colleges etnologie
volgde, en de loopbaan in de tropen die ze ambieerde. Doordat ze last
kreeg van reuma kwam hier niets van terecht, maar verbleef ze wel enige
tijd in Zuid-Afrika om te genezen van deze ziekte en schreef prachtige
gedichten in het
Afrikaans.
Zij zag het blanke westen als een 'compleet aftandse beschaving' en
meende net als Gauguin dat bij de primitieve volken allerlei mystieke
krachten en zin tot overleving te vinden zou zijn. Zij schreef dan ook
het beeldgedicht
'Vahine no te tiare' (Vrouw met bloem) geïnspireerd door het schilderij
met de zelfde titel van Gauguin.
Dat ze helemaal niets meer zag in onze beschaving blijkt uit het
gedicht dat ze op 27-jarige leeftijd schreef met de titel 'Pension' en
het beschreven kosthuis is hier 'het zinnebeeld van een compleet
aftandse beschaving'.
Pension
Het sleutelgat luistert naar iedre sleutel
en deze mat weigert geen enkle zool.
Het voorportaal ruikt wel voorgoed naar kool,
uit elke kamer klinkt muziek, of het gereutel
van een alleen-gelaten radio
En dat gaat dan nog drie strofen zo verder.
In 1958 heeft Vasalis het al over een overdaad aan communicatie en
informatie, die het onmogelijk maakt om alle gegevens te schiften en op
waarheid te toetsen. Vaste oriëntatie in een geestelijk leven is
naar haar mening onmogelijk geworden, waardoor verlies aan
gemeenschapsgevoel is ontstaan. Van Sartre, de personificatie van zijn tijd, moet ze
helemaal niets van hebben.
'Narcissus, staand voor een waterspiegel
waarop het regent.'
Dat vond ik wel een heel mooi beeld, zeker nadat ik onlangs de film
over het leven van Simone de Beauvoir zag.
Niet meer publiceren door haar werd veroorzaakt door de oorlog. Het was
niet meer nodig een 'lucifertje bij de brand af te strijken', zoals ze
bij de uitreiking van de Constantijn Huygensprijs in 1974 zei. Volgens
de schrijver bevindt Vasalis zich ook in een cultuurcrisis, doordat ze
vindt afstand te moeten niemen van de
vijftigers. Tien jaar later kijkt ze hier anders op terug:
'Het
heeft me twee jaar gekost om in deze poëzie door te dringen en er de
noodzaak van in te zien.'
Ze bleef ze toch een 'moedwillige beeldenstorm'
noemen.
Ik kan wel doorgaan met vertellen over wat me allemaal geboeid heeft
in dit boek, maar iedereen die van haar gedichten heeft genoten en nog
steeds geniet, moet het gewoon zelf lezen. Het is geen 'lichte' kost,
meer een stevige, gezonde, Nederlandse maaltijd, niet ruikend naar kool,
maar met inspirerende ingrediënten die ook hier en daar van over de
grens komen. Het geheel op zo'n manier opgediend dat de afgekauwde
mantra's, waar ik dit verslag mee begon, een geheel nieuwe ´smaak´ krijgen.
Hou je van Vasalis, dan kun je naar mijn gevoel niet om dit boek heen.
Eisjen, februari 2007,
die heel benieuwd is naar de biografie over Piet Mondriaan die van
Hanssen´s hand gaat verschijnen.
Er
stond een betrekkelijk vernietigende recensie van Arjan Peters in de VK
afgelopen vrijdag (geloof ik). Ik moet zeggen dat ik ook wat huiverig
ben om aan dit boek te beginnen, maar dat komt meer door de figuur
Hanssen, van wie ik de ervaring heb dat hij de neiging heeft zich zijn
biografieonderwerpen nogal toe te eigenen in letterlijke zin, desnoods
tegen de zin van de betreffende familie. Ook houd ik niet van de manier
waarop hij
psychologiseert en het lijkt alsof dat hier ook weer aan de hand is.
Maar om dat te kunnen beoordelen zou ik het boek zelf moeten lezen
natuurlijk :)
Heb ook gehoord dat de kinderen van Vasalis/Kiek DF-L helemaal niet blij
waren met Hanssens plannen voor dit boek, maar hij heeft kennelijk toch
doorgezet. Nu is de wetenschap natuurlijk vrij, maar ik vind
onderzoeksethisch gezien dat je op z´n minst een beetje netjes met de
betreffende familie/nabestaanden moet omgaan.
>
Er stond een betrekkelijk vernietigende recensie van Arjan Peters in de
VK
Ja dat zag ik ook. Maar zo heb ik dat helemaal niet ervaren. Hij ziet
het alsof Hanssen Vasalis opnieuw aanvalt. Ik begrijp niet waarom.
Peters zegt o.a. dat Hanssen meent dat haar zwijgen na 1954 een
hooghartig commentaar is op de tijd waarin zij zich niet meer thuisvoelt.
Toen ik dat las had ik zoiets van, 'heb ik nou een ander boek gelezen?'.
Hanssen zegt dat het voornamelijk de oorlog was geweest die haar toch
deed besluiten niet meer te publiceren. 'Geen lucifer meer bij de brand
steken' (die tijd was het natuurlijk volop koude oorlog).
> ik de ervaring heb dat hij de neiging heeft zich
zijn biografieonderwerpen > nogal toe te eigenen in letterlijke zin,
desnoods tegen de zin van de > betreffende familie. Ook houd ik niet van
de manier waarop hij > psychologiseert en het lijkt alsof dat hier ook
weer aan de hand is. <
Psychologiseren doet hij wel. Maar ik zie dat niet als 'enige waarheid'.
Gewoon heel interessant om iemands mening te horen. Daar kun je mee doen
wat je wilt.
> Heb ook gehoord dat de kinderen van Vasalis/Kiek
DF-L helemaal niet blij > waren met Hanssens plannen voor dit boek, maar
hij heeft kennelijk toch > doorgezet. Nu is de wetenschap natuurlijk
vrij, maar ik vind > onderzoeksethisch gezien dat je op z´n minst een
beetje netjes met de > betreffende familie/nabestaanden moet omgaan.<
De auteur gaat met publieke bestanden om. Hij heeft vast niets van de
familie gekregen als die erop tegen waren. Ik vind het altijd prettig om
te luisteren naar mensen die iets interpreteren. Je 'misschien' een
stukje anders tegen de dingen aan laten kijken. Je verder laten kijken
dan je neus lang is en dat vond ik het goede aan dit boek. En gaat het
hier om een biografie? Naar mijn idee toch niet, zoals ik in eerste
instantie ook dacht. Eerder een bespreking
van haar werk waarbij de lezer biografische gegevens te horen krijgt.
De ondertitel van het boek is ook "De poëzie van Vasalis". Ik zie het
niet echt als haar levensverhaal.
Hij beschrijft ook omstandig Gauguin,
ivm het gedicht dat Vasalis schreef met als inspiratiebron zijn
schilderij. Dat vond ik ook een heel intrigerend hoofdstuk. Een hele
nieuwe kijk op deze schilder. Hanssen's kijk misschien, maar boeiend.
Peters heeft wel wat gelijk wat de taal betreft, die is niet soepeltjes.
Het is geen vlot te lezen verhaal, maar op de één of andere manier vond
ik dat passen. Geen idee waarom.
Peters' stelling dat Hanssen impliciet zegt dat vrouwen snel in clichés
vervallen vind ik ronduit belachelijk. Dit naar aanleiding van het
schrijven van vrouwen over het verlies van een kind. Dat dat van mannen
eerder wordt geaccepteerd (Thomése) dan van vrouwen omdat zij kunnen
rekenen op laatdunkende recensies van mannen. Hanssen stelt dat:
"Hun waakzaamheid voor clichés geeft aan de ze moeilijk overweg
kunnen met de manier waarop vrouwelijke dichters uiting geven aan de
gevoelens verbonden aan de privé- en familiesfeer."
Daarmee impliceert Hanssen toch niet dat vrouwen snel in clichés
vervallen? Nee, naar mijn idee, zegt de auteur dat mannen datgene wat
vrouwen schrijven eerder als een cliché zien als het om het verlies van
een kind gaat, dan wanneer mannen dat doen. Dus het zegt iets over de
recensenten en niet over de vrouwelijke dichter. Krijg sterk de indruk
dat Peters, als manlijke criticus, er niet tegen kan dat Hanssen niet
altijd een hoge dunk heeft van recensenten.
Ha, leuke discussie zo!
Eisjen