Een boek waarin het hoofdpersonage een WC is. Ik had geen idee wat ik
daarvan kon verwachten.
Mevrouw WC is een WC maar tegelijk ook helemaal een vrouw/meisje. Haar
vrienden zijn kranen, douches, een raam, een deur, maar tegelijk zijn
dit personen. Als je dit samenvallen van ding en persoon tijdens het
lezen in je hoofd kan laten gebeuren ( en dat kost soms even moeite) is
dit een prachtig boek.
Ik zal proberen in het kort het verhaal te vertellen.
Mevrouw WC wil niet zoals haar ouders en broers en zussen een WC zijn.
Ze wil iets anders, bloemen verkopen of een parfumwinkeltje. Op school
wil niemand naast haar zitten. Ze wordt nooit uitgenodigd voor feestjes.
Ze vinden haar vies. Pas toen ze een familie Kraan leerde kennen, kreeg
ze daar vrienden: Kraan Holaan, die constant moppen tapt, Kraan Sofion
die prachtige verhalen vertelt vol wijsheid.
Ze gaat naar het noorden om kunstgeschiedenis te studeren, maar wordt
niet geaccepteerd door haar medestudenten. Terwijl ze op een dag in een
museum lang naar een schilderij staat te kijken, plast een kind, dat
nodig moest, in haar. Ze wordt weggestuurd en keert terug naar huis. Ze
voelt zich vies, misbruikt en heeft het gevoel dat iedereen dat aan haar
kan zien. Ze durft niet meer naar buiten te gaan en als ze soms toch
even gaat, wordt ze weer als WC gebruikt. Haar vrienden proberen
haar te helpen. Ze probeert zich schoon te wassen in de zee. Ze wil
terug in de tijd om het opnieuw te proberen, maar wat gebeurd is, is
gebeurd en niet meer te veranderen.
Uiteindelijk besluit ze om toch te gaan werken als WC. Het is zwaar werk
en langzaam raakt ze versleten.
Al Galidi wilde een boek schrijven over de binnenkant en de buitenkant
van de mens. Ik denk dat hem dat prachtig gelukt is. Mevrouw WC ziet
eruit als een WC, wordt gebruikt als WC, maar wie ziet haar gevoelens,
kent haar dromen?
Raam Gama, een vriend van Mevrouw WC, om hem te zien moet je door hem
heen naar iets anders kijken.
Het boek gaat ook over het niet willen voldoen aan de verwachtingen.
Opgevoed worden in een keurslijf en je daarvan los willen maken. Maar
dan ook merken dat je een buitenstaander bent, dat de anderen je niet
accepteren, dat je gebruikt en misbruikt wordt.
Het boek gaat zeker ook over vriendschap. De vriendschap is juist voor
degenen die buiten de norm vallen van levensbelang.
Een paar voorbeelden:
----
Mevrouw WC is helemaal vies en besmeurd bij een vriend aangekomen.
Ze wast zich en dweilt de vloer, de gang en alles wat vies geworden
is. Dan gaat ze uitgeput liggen. Deur Razelaar (de vriend) "legde
een deken over haar heen, als iemand die het donker over geheim op
de herinneringen van zijn tong legt voor hij een discussie met een
onbetrouwbaar iemand aangaat."
---
Mevrouw WC heeft besloten als WC te gaan werken. Ze pakt haar
bezittingen in dozen. Mevrouw WC bracht de dozen, die ze met haar
bezittingen gevuld had, naar de markt."Wat zijn dat voor dozen?"
vroeg de loodgieter, die haar op straat zag. "De dozen van mijn
leven", zei ze. "Zorg er goed voor." "Ik zal ze naar de hemel sturen."
Op de markt verkocht ze haar spullen. De twee doosjes die niet
verkocht werden, liet ze achter. Met het geld dat ze verdiende, ging
ze naar de vogelmarkt en kocht zoveel mogelijk vogels, die ze
vrijliet. Opgelucht keek ze naar hoe alles wat ze had gehad in
vleugels veranderd was.
Een erg mooi boek, dat je aan het denken zet en aan het lachen maakt,
al was het maar door de vele moppen van Kraan Holaan.
Marjo N.
|
Al Galidi vluchtte uit zijn geboorteland Irak en kwam in 1998 aan
in Nederland. De jaren die daarop volgden, beschrijft hij bondig: ‘In
1998 was ik asielzoeker. In 1999 was ik volgens het ministerie van
Justitie in de brief met mijn eerste negatief een leugenaar. In 2000 was
ik een economische vluchteling, want het woord was in het land van
korting geen politieke reden. In 2001 was ik uitgeprocedeerd.’
(meer bij
Literair Nederland)
Uitg. Meulenhoff/Manteau
196 blz.
ISBN 90 8542 056 3
|