Jonathan Safran Foer: Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij


Eindelijk is ie er dan, de samenvatting van dit boek
Ik was er al twee keer eerder aan begonnen, maar dan kwam er weer wat tussen en moest ik weer opnieuw beginnen.
Ik heb geprobeerd het overzichtelijk te houden maar dat er hier en daar wat door elkaar heenloopt is onvermijdelijk.
De op zich interessante bijdragen over googol en ´I am the walrus´ heb ik er uit gelaten omdat het niet in het licht van de betekenis van het boek ter sprake kwam. En natuurlijk omdat de samenvatting al lang genoeg is geworden. Misschien moet er wel een samenvatting van de samenvatting worden gemaakt.

--------------------------------------

“Wat dacht je van een waterketel? Bijvoorbeeld eentje met een tuit die open- en dichtgaat zodra het water begint te koken, als een soort mond, en die leuke wijsjes kan fluiten, of Shakespeare kan citeren, of waarmee ik de slappe lach kan krijgen? Ik zou ook een waterketel kunnen uitvinden die voorleest met papa's stem, zodat ik erbij in slaap kan vallen, of een aantal ketels die het refrein van 'Yellow Submarine' zingen, een nummer van de Beatles, die ik geweldig vind, want insectenkunde is een van mijn raisons d'être, dat is een Franse uitdrukking die ik ken. Wat ook leuk zou zijn is om mijn anus te leren woordjes te zeggen als ik winden laat. Als ik extreem grappig uit de hoek wil komen, zou ik hem moeten leren om elke keer dat ik een verschrikkelijk harde scheet laat 'Was ik niet!' te zeggen. En als ik in de Spiegelzaal, die zich in Versailles bevindt, en dat ligt weer buiten Parijs, en Parijs ligt weer in Frankrijk, een verschrikkelijk harde scheet zou laten, moet mijn anus natuurlijk zeggen: 'Ce n'était pas moi!'”

 

En hiermee begon de stroom van mails over Extreem Luid & Ongelooflijk Dichtbij van Jonathan Safran Foer.

KORTE INHOUD
Oskar, 9 jaar, heeft zijn vader verloren bij de aanslagen op het WTC. Vlak voor zijn overlijden heeft vader diverse berichten ingesproken op het antwoordapparaat. Oskar heeft dit bandje als enige gehoord, hij heeft voor iedereen verzwegen dat vader nog contact gezocht heeft en heeft het bandje verstopt. De schok dat zijn vader er niet meer is, is erg groot. Oskar had een enorme band met hem. Beiden hadden ze een grote fantasie en ze deden allerlei woord- en speurspelletjes en het is vooral dát wat Oskar mist. Aan zijn vader kon hij allerlei vragen stellen, hoe vreemd ze soms ook waren.
Op zijn manier probeert Oskar om te gaan met zijn verlies. Moeder blijft in het boek een vaag figuur op de achtergrond die veel omgaat met 'een nieuwe vriend'. Oma (de moeder van Oskars vader) daarentegen is een zeer belangrijk figuur in Oskars leven. Zij is zijn houvast. Zelfs midden in de nacht kan hij haar bereiken via een babyfoon. Ze is er altijd!
Op een dag vindt Oskar in een blauwe vaas een envelop met een sleutel. Op de envelop staat 'Black'. Hij ziet het als een opdracht/aanwijzing van zijn vader en gaat via mensen die Black heten op zoek naar het slot waar de sleutel op past. Zo hoopt hij meer te weten te komen over de dood van zijn vader. Deze zoektocht houdt hij geheim, zelfs aan zijn oma vertelt hij niets.

Een ander deel van het boek wordt beschreven vanuit Oskars oma. Zij beschrijft het leven met Oskars opa. Deze heeft het bombardement op Dresden overleefd en kan sindsdien niet meer praten en communiceert via briefjes. Om het iets simpeler te maken heeft hij in zijn linkerhand 'Ja' en in zijn rechterhand 'Nee' laten tatoeëren. Hij heeft zijn familie en zijn geliefde, zwangere Anna (de zuster van Oskars oma) bij het bombardement verloren.
Na enige tijd trouwt hij met Oskars oma. Op het moment dat deze zwanger is, verlaat hij haar omdat hij bang is om nog meer mensen kwijt te raken.
Hij zal zijn zoon Thomas nooit zien. Na de dood van Thomas op 9/11 duikt hij weer op om zijn kleinzoon van een afstand in de gaten te houden. Hij trekt in bij oma als een mysterieuze huurder. Oma vertelt niemand dat de huurder in werkelijkheid Oskars grootvader is.

Een derde deel van het boek wordt geschreven in de vorm van brieven van deze grootvader aan zijn zoon die hij nooit heeft gekend.


THEMA
Als thema(‘s) werd(en) gezien verlies/rouw en communicatie of de onmogelijkheid tot het communiceren van verdriet en verlies.

Alles over communicatie, en in het bijzonder schrijven. Volgens mij gaat het boek daar (o.a.) over. Zoals:
De man die niet meer kan praten en 'ja' en 'nee' op zijn handen getatoëerd heeft om de communicatie wat eenvoudiger te maken. Alsof je dat niet met je hoofd zou kunnen doen. Hij blijft dus geschreven taal willen gebruiken.
De twin towers die niet zolang zouden zijn blijven branden als er niet zoveel papieren in waren geweest.
Dat geldt ook voor de boeken in het huis van de vader van Anna.
Allerlei soorten brieven en briefjes, die al dan niet gelezen worden, door al dan niet de juiste persoon.

Het centrale thema is vast en zeker 'leven versus dood' / 'iets versus niets'. Het stikt van de variaties op dit thema.

Wat me onder andere trof was hoe alle familieleden die door het verlies van die ene man getroffen zijn zo alléén hun rouwperiode beleven of denken te beleven.

Au! Au! Dit oordeel doet bijna pijn. Afstandelijk?! Ik word door 't verhaal van de jonge Oskar zo ontroerd en beroerd - zo je wil - dat ie in staat is me van m'n stuk te slaan. Universeel en privéverdriet vallen samen. Nou, dan moet je als schrijver van goeie huize komen!

Het centrale thema is volgens mij: communicatie over leven en dood, vreugde en leed, lachen en huilen (ging ikzelf ook in mee, is lang geleden dat ik me zo liet meeslepen en in een boek kon duiken) rouwen en rouwverwerking, angst, afwezigheid en het onvermogen liefde te uiten, anders dan door middel van het geschreven woord. Het geschreven woord door middel waarvan gecommuniceerd wordt, vind je niet alleen steeds inhoudelijk in het boek maar ook in de vorm, de typografie.

Wat de lege bladzijden van oma's dagboek betreft: ik heb daar geen verklaring voor. Oma was toch heus niet blind. Opa doet alsof hij het dagboek wel leest. Wat betekent dit? Is het een metafoor voor het onvermogen om te communiceren?

Ik weet ook niet precies wat ik met die lege pagina's van oma aan moet. Het zal inderdaad een onvermogen tot communiceren zijn, want communicatie, ja daar gaat het hele boek toch wel over. En oma is zeker niet blind. Maar opa heeft het schrijfmachinelint uit de typemachine getrokken. Heeft hij haar daar monddood mee gemaakt?
Na WOII is er wel gezegd dat schrijven na Auschwitz niet meer mogelijk was. Is opa daar een personificatie van? Ook al is Dresden zijn Auschwitz?
En die olifanten! Prachtig beeld toch ook. En weer die communicatie! De kudde herkent de geluidsopname van een overleden olifant. Communicatie over het graf heen.
En wat te denken van die brief uit de Turkse gevangenis uit 1921? Oma gaat daarom aan iedereen vragen haar een brief te schrijven, zodat ze handschriften kan vergelijken. En later vraagt ze zich af of het huis ook zo snel in vlammen was opgegaan als ze niet al dat papier daar had.

De rode draad in dit boek is verlies, rouw. Met zijn zoektocht probeert Oskar zijn vader vast te houden, hij hoopt iets te vinden dat zijn vader 'bij hem terugbrengt'. Hoe weet hij niet maar de zoektocht helpt hem verder te gaan na de grote klap.
Het verhaal van oma geeft ook aan hoe je met verlies om kán gaan. Oma wilde door, wilde verder, vooruit. Opa kon dit niet met alle gevolgen vandien.
De moeder van Oskar daarentegen lijkt zich op te sluiten, heeft nauwelijks contact met Oskar over hun gezamenlijk verlies. Lijkt het te willen verzwijgen.
Wat ik persoonlijk erg mooi vond is dat oma zegt tegen Oskar: "Probeer nooit zoveel van iemand te houden als ik van jou hou."
De verwerking van een verlies is in dit boek mooi weergegeven en ook de impact van de aanslag. Het herhalen van steeds dezelfde gebeurtenis zoals ook steeds op televisie te zien was... vliegtuig boort zich in gebouw, vliegtuig boort zich in gebouw, vliegtuig boort zich in gebouw, was indrukwekkend, maar toch heb ik gemengde gevoelens over het boek.



9/11 EN DRESDEN
Grrls die het boek als roman over 9/11 hadden gelezen waren duidelijk minder onder de indruk dan degenen die dat niet deden.

Want tuurlijk is het een razend knap boek maar het doet me verder vrij weinig. De personages blijven tamelijk schetsmatig en kunstmatig en 9/11 is niet meer dan een decor waartegen een toch al behoorlijk disfunctional family wordt neegezet. Stom misschien maar ik verwacht dat als een schrijver een dergelijk thema (9/11) aanpakt hij er ook wat over te melden heeft. Over wat terrorisme doet met mensen, met steden, met een gemeenschap. Maar daar heeft hij helemaal niks over te zeggen. Hij legt een link met de bombardementen op Dresden zonder dat verder uit te werken. Nee, een hoop gebakken lucht wat mij betreft.
Het had net zo goed over een vader kunnen gaan die na een hartaanval, moord, overval weet ik veel wat, plotseling was overleden. Het is alsof Oskar en zijn familie in een totaal vacuüm leven van de rest van de wereld. En daarmee is 9/11 dus niet meer dan een decor geworden. Het gaat mij er ook niet om dat Foer verwijten had moeten maken over Dresden maar hij legt zelf een link door die bombardementen zo'n bepalende rol in het leven van oma en opa te geven. Dat doet hij niet zomaar dus dan vraag je je af: ja, en??? Tenminste, ik wel.
In de dagen vlak na de aanslagen heb ik trouwens vooral op CNN talloze voicemails gehoord, dus eerlijk gezegd vond ik dat niet zo verassend. Zoals ik ook de maanden en jaren daarna in New York Times en andere bladen heb gelezen over de impact van die aanslagen op de samenleving als geheel, wat dus meer is dan de optelsom van particulier leed. Dat heeft mij meer duidelijk gemaakt over de aanslagen en de invloed daarvan op mensen als individuen en op de samenleving als geheel dan dit boek. En dat geeft op zich ook niet want dat is eerder de taak van de journalistiek dan van literatuur maar áls een schrijver dan zo'n thema bij de kop pakt, verwacht ik er meer van.


en:
Ik geloof dat ik de enige was die er niet zoveel aan vond, op deze lijst tenminste. Onder meer omdat ik juist zo weinig teruglees over de impact van 9/11 op de westerse wereld. Nog niet eens van de impact op New York of de VS. Goed beschouwd ook amper op de familie zelf behalve dan dat ze hun vader, man en zoon hebben verloren maar dat had bijna net zo goed bij een 'gewoon' ongeluk of een straatroof of moord of wat dan ook kunnen zijn gebeurd. Want het verhaal wordt vanuit twee standpunten belicht: dat van een negenjarig jongetje (nou ja: 9-jarig, een jongetje tussen de 9 en de 29 zullen we maar zeggen) dat geheel in zijn eigen wereld leeft en de grootouders die ook in hun geheel eigen wereld leven. Dat vind ik dus het meest merkwaardige van dit boek: ik begrijp niet goed waarom een schrijver die er eigenlijk niks over te melden heeft een thema als 9/11 bij de kop pakt. Je zou het hooguit kunnen zien als een illustratie van de lamgeslagenheid: letterlijk met stomheid geslagen, zoals ook de opa letterlijk met stomheid was geslagen. Vandaar ook de lege bladzijden. Maar dat vind ik wat vergezocht en ook nogal mager bij een gebeurtenis die zoveel heeft opgeroepen en losgemaakt. Niet alleen daarom viel het boek mij tegen: het is mij te veel vorm, te veel literaire trucjes, te gestileerd, te veel mooischrijverij, te gekunsteld: allemaal net ietsje teveel van het goede naar mijn smaak. Heel knap gedaan, dat wel, maar not my cup of tea.



Over dat het verlies net zo goed door een ongeluk of een straatroof veroorzaakt had kunnen zijn:

In zoverre had het gebruik van 9/11 voor mij ook iets trucjes-achtig. Dat het boek wel líjkt te gaan over de impact van die dag komt volgens mij meer doordat het onvermijdelijk je eigen herinneringen aan die dag en je gedachten daarover oproept. En mijn fantasie werd ook nogal geprikkeld door de filmische foto's van de vallende persoon aan het eind van het boek.

Ik denk dat het daar uiteindelijk ook op neerkomt: het plotselinge verlies van een ouder heeft altijd hetzelfde schokeffect, is gruwelijk. Vergeet bovendien niet dat Oskar heel New York (nee, heel de wereld: ook Jane Goodall en Stephen Hawking bijvoorbeeld) bij zijn rouwproces betrekt. En hij wil niet racistisch zijn maar is intussen wel bang voor mensen met een Arabisch uiterlijk. Durft de gewoonste dingen niet meer, zoals in een lift stappen of met het openbaar vervoer reizen. Ik vind dit dus geen misser van Foer. Ook vind ik de spiegeling met het bombardement op Dresden mooi: het resultaat van een bombardement door de 'good guys' (in oorlogstijd) is net zo gruwelijk. Dan gaat het even niet om de waardering goed of slecht.

Mee eens. En hiervoor was het 9/11-gebeuren natuurlijk wél nodig in het boek.
Het bombardement van Dresden staat me trouwens uit Het stenen bruidsbed van Mulisch meer bij dan uit Foer; dat die 'good guys' tussen aanhalingstekens moeten, is me daardoor wel érg duidelijk geworden.



Over de impact van de aanslag op het WTC:

Hm, mijn uitspraak "weergave van de impact die de aanslag op het WTC op de westerse wereld had" is inderdaad niet correct. Het gaat over de impact op individuen. Maar zoals M aangeeft worden wel je eigen herinneringen/gevoelens met betrekking tot de gebeurtenis opgeroepen. In tegenstelling tot haar vind ik het geslaagd als een boek dat met succes doet - het referentiekader van je lezers verschilt waardoor een schrijver het effect niet geheel in eigen hand heeft. Mij ging het er vooral om dat het 'gebruik' van 9/11 niet goedkoop was. Want dat vind ik hier echt niet. Ik las het boek ook niet met in mijn achterhoofd 'het gaat over 9/11' en dat maakt misschien verschil. Ik vermoed dat dat bij H toch meer het geval was.

Ja, het is zeker waar dat ik het met 9/11 in mijn achterhoofd las. En ook alle herinneringen en beelden die er bij mij naar boven kwamen speelden een rol en dat waren er veel meer dan ik me bewust was. Maar ik vond ook niet dat het niet integer is of alleen effectbejag, ik had alleen meer invloed van buitenaf verwacht op het gezin. Of andersom: als je als schrijver iets wil doen met de gevolgen van 9/11, waarom kies je daar dan deze personages daarvoor uit?



en een ander:

Ik bedoelde niet dat ik dit oproepen van gevoelens of herinneringen in z'n algemeenheid geslaagd of niet geslaagd vind. Maar in dit boek stond voor mij het 9/11-gegeven tamelijk los van het verhaal. Met H denk ik dat het verhaal (bijna) net zo goed geschreven had kunnen worden over de zoon van een vader die door een andere oorzaak plotseling was overleden.



ten slotte:

Verder vroeg ik mij af of het verhaal van oma over de gebeurtenissen in Dresden een vorm van kritiek was van Foer. Ook daar werd 'zomaar' ('zomaar' is nog een zeer omstreden punt waar men nog steeds niet uit is) gebombadeerd. Zag hij de gebeurtenis op 9 september als een herhaling van die bombardementen? Wilde hij erop wijzen dat het 'eigen' volk hetzelfde gedaan had?
 



OSKAR (en andere personages)

De hoofdpersoon, het 9-jarige jongetje Oskar Schell, wist vrijwel alle grrls wel te beroeren. Ook werd hij nogal eens vergeleken met Christoffer Boone uit ‘The Curious Incident of the Dog in the Night-time’ van Mark Haddon.

Oskar is een bijzonder jongetje dat in zijn hoofd voortdurend uitvindingen doet, foto's maakt van vreemde gebeurtenissen en van internet dingen uitprint die belangrijk zijn in zijn leven. Dit bewaart hij in een plakboek met als titel: Dingen die me zijn overkomen.
Het meest is hij gefascineerd door een serie foto's van een man die uit de Twin Towers springt. Hij hoopt hierin zijn vader te herkennen.
De gedachtegang van het kind vond ik ontroerend. Voorbeeld: Oskar moet in therapie, omdat zijn moeder denkt dat hij teveel in zijn verdriet blijft hangen.
“Op dinsdagmiddag moest ik naar dr. Fein. Ik begreep niet waarom ik naar de psychiater moest, want het leek me juist logisch dat je in mineur was als je vader dood was, en dat je pas in therapie moest als je niet in mineur was. Maar ik ging toch, omdat de verhoging van mijn zakgeld ervan afhing.”

Vandaag in Foer II begonnen. En o-o, hij 'doet' 't weer, die Foer. Pakt je gelijk bij je kladden. Ik was bij de eerste info over dit boek wat achterdochtig: mmm - zo'n wonderknaapje van 9 jaar - wil ik dat wel lezen? Was zooo onder de indruk van Foer I, dat 'k bang was voor een teleurstelling.
Maar nee. Niks daarvan. De kleine Oskar doet in eerste instantie een beetje denken aan de 'ouwe' Alex - kletst in z'n verhalen ook van hak op tak. Niks 'jonge geleerde'-praat, maar meer de fantasieën en associaties van een superintelligent kind. De bijbehorende acties worden zo volstrekt natuurlijk.

Ik ben nu ongeveer op tweederde. Oskar zit nu bij de psych, is nog steeds doende met z'n sleutel en rammelt nog steeds met z'n tamboerijn (Oskarschen van Grass - een geintje van de schrijver?).
Oskar blijft, ondanks z'n on-kinderlijkheid een hartveroverend jong met z'n verdriet over z'n vader.

Wel vreemd dat ik alwéér een boek lees vanuit zo'n apart jongetje, het derde in korte tijd. Het joch van Mark Haddon, het jong in ‘The plot against America’ van Roth en nu deze Oskar weer. Drie bijzondere jongens.

Het doet me sterk aan het boek van Mark Haddon denken, maar wat dat boek wel had, heeft dit boek net niet. Het verhaal van Haddon vond ik veel pakkender, daarin was de gedachtegang aannemelijker mede omdat hij autistisch is, en bij Oscar heb ik het gevoel dat hij een wonderkind is of zo. De gesprekken met zijn vader zijn wel leuk maar ik hoor een kind dat allemaal niet zeggen. Dat maakt het voor mij afstandelijk. Fantasie in een verhaal vind ik erg leuk maar blijkbaar deze fantasie niet.
 

met daarop als reactie:

Leuk? Ja, lief, dierbare herinneringen. En Oskar is een a-typisch kind. Zeker. Hij is jong en oud tegelijk. Hij is zo'n beetje 'buiten de tijd', maar tegelijk gewoon een kind dat z'n vader mist en wil weten wat er is gebeurd.

De gedachte aan Haddons jongetje kwam wel bij mij op tijdens het lezen van Foer. Beide jongetjes vertonen een soort dwangmatig (denk)gedrag, maar het verschil is wel dat het jongetje bij Foer zich (vooralsnog?) prima kan redden in de maatschappij, en het jongetje bij Haddon niet. De laatste beschikt maar over één manier van denken en is (dus?) psychiatrisch ziek. Over deze verschillende uitwerkingen van hersenfuncties schrijven levert voor mij bij geen van beide schrijvers verlies aan oorspronkelijkheid op.

Er is sprake van een jongetje (hoogbegaafd, autistisch of allebei?) dat met zijn moeder en oma in een taxi naar een uitvaart gaat. Jongetje heeft een merkwaardig gesprek met de chauffeur en houdt er niet van door zijn oma aangeraakt te worden.
De eerste 19 bladzijden hebben meteen al iets tragikomisch, je (ik althans) leest het met een glimlach en kunt je helemaal identificeren met dat kereltje. Dus ik ben benieuwd.....

De eerste honderd bladzijden had ik ook associaties met ‘Het wonderbaarlijke voorval van de hond in de nacht’ dat handelt over Christopher, een Engelse jongen met een bepaalde vorm van autisme, die op onderzoek uitgaat om de moord op de hond van de buurvrouw op te lossen. Ik kwam op die gedachte omdat ook Oskar, de hoofdpersoon in dit boek, behoefte heeft aan een aantal vaste zekerheden. Zo draagt hij bijvoorbeeld alleen witte kleding, rammelt hij voortdurend met zijn tamboerijn als hij zich onzeker voelt en heeft hij verder nogal wat trekjes die zouden kunnen duiden op autisme. Ook vindt hij het soms vervelend om aangeraakt te worden, zelfs door zijn oma die hem zeer nabij is.
Gaandeweg werd Oskar voor mij steeds meer een heel slim jongetje met veel empathie en engelachtig naïef. Een jongetje om als volwassene oprecht verliefd op te worden.
Gelukkig wordt hij door zijn moeder (als reddende engel) gevolgd en beschermd. Het verhaal krijgt zo qua sfeer ook iets sprookjesachtigs. Op de achtergrond volgt moeder zijn gangen en kent alle Blacks waar Oskar contact mee zoekt in 8 maanden tijds.

Het wit van Oskars kleren. Duidt dit op de onschuld van de hoofdpersoon?

Dat zou je denken, maar het is Oskar zelf die wit wil dragen en hij weet dat hij niet onschuldig is. Hij is zich heel bewust van zijn eerste leugen en van al die andere daarna. Om het dan nog niet te hebben over die zware last op zijn geweten (die verborgen telefoon).

Maar Oskar houdt zich wel veel bezig met de googol. Wat een wijsneus is die jongen toch zeg!
Is hij nu autistisch of hoogbegaafd?
Ik weet niet of een autistisch kind echt liegen kan......

Ben weer een stukske verder. Oskar is sidderend van ellende boven op 't Empire State Building geweest en heeft z'n hele verhaal aan 'de huurder' verteld. 'k Was wederom buitengewoon ontroerd door vooral oma's verslag van Die Dag. Ach ach - wat kan die Foer toch extreem goed schrijven!
Oskar min of meer autistisch? Vanwege die witte kleren? No way. Tuurlijk is ie een bijzonder kind (en dat is ie). Een prachtige romanfiguur (vergelijk Alex in ‘Alles is Verlicht’). Negen jaar oud en zo nieuwsgierig en onbevangen als een 9-jarige maar kan zijn. En ach - misschien een verwijzing naar Haddons 'Curious .... etc.'? En eigenlijk interesseert me dat niet zo erg. Gewoon genieten / huiveren / lijden van en met dat jong!
(Ok, D! Hoop dat je strakkies denkt 'krijg nou wat!' - om es met Oskar te spreken!

Dit nieuwe boek van Jonathan Saffran Foer kreeg veel positieve reacties van de boekgrrls, en ik was er, hoewel ik niet onverdeeld enthousiast was over zijn eerste, dus toch nieuwsgierig naar. En dit boek valt hetzelfde lot ten deel: verdeeld enthousiasme.
Ik houd nu eenmaal niet van boeken waarin mensen een hoofdrol spelen die vooral oninvoelbaar vreemd gedrag vertonen. Zoals hier weer die man die niet praat, en ja en nee zegt door z'n handen te openen (alsof je niet gewoon met je hoofd kunt schudden of knikken). Zo'n figuur irriteert me alleen maar, en maakt weinig indruk. Zó zelfs, dat ik nu niet eens meer weet wat z'n relatie is tot het jongetje Oskar, waar het deel van het boek dat me wél aanspreekt over gaat. Oskar is z'n vader verloren bij de ramp van 11 september 2001.
Daarna vindt hij bij de spullen van z'n vader een sleutel en hij gaat op zoek door de stad om te ontdekken waar die van is. Deze geschiedenis vormt een mooi geschreven en ontroerend verhaal. In z'n zelfverzekerde onbeholpenheid en directheid doet het jongetje denken aan de Alex uit het eerste boek van Safran Foer, wiens verhaal me ook al zo aansprak. Ook de oude man met wie Oskar optrekt, is ontroerend, evenals de vrouw die leeft op het dak van het Empire State Building (en dit gegeven is dan weer op het randje: na de WTC-ramp is niet goed voorstelbaar dat dit gebouw zó slecht in de gaten wordt gehouden dat er iemand ongemerkt kan bivakkeren, maar goed).

Heb het gisteren dichtgeslagen en was eerlijk gezegd blij dat ik het uit had. Ik weet het namelijk niet met het boek. Van tijd tot tijd vond ik het jongetje erg vervelend, zo egocentrisch. Ik vond het boek tegelijkertijd afstandelijk en genant intiem. O, zeker, er zaten wat mooie dingen in, maar het was voor mij niet voldoende om alles opzij te schuiven en extreem lang door te lezen. Nee.

Oskar is wel érg wijs voor zijn leeftijd, ondanks dat het de nodige hilarische momenten oplevert.
Verder vond ik het eind vrij zwak (o.a. de huurder die verborgen moet blijven). Het lijkt alsof Foer wilde aangeven dat iedereen geheimen heeft die hij/zij verborgen wil houden voor de buitenwereld, maar in mijn ogen ging het soms té ver, dat maakte het verhaal soms zwak. De 'onthullingen' van moeder zijn op zijn zachts gezegd vreemd. Ook de manier waarop wederom afscheid wordt genomen van vader is een beetje te veel van het goede. Het lijkt een beetje op (snel) afkopen van een schuldgevoel.

 

SLEUTELS, SLOTEN EN DEURKNOPPEN
Veel grrls vroegen zich af wat al die deuren en sloten te betekenen hadden.

De functie van 't gezoek met de sleutel snap ik nog niet - maar dat zou nog kunnen komen.

Even over die sleutel. Je schreef dat het raadsel van de sleutel wordt opgelost, maar om de oplossing bleek het niet te gaan. [De sleutel blijkt van die laatste Black te zijn. Oskars vader wist niet eens van het bestaan van die sleutel, dus het heeft hem niets dichterbij zijn vader gebracht, pb.]

Nee, misschien niet om de oplossing zelf. Toch vermoed ik dat in elk geval 't gesprek met 'die laatste Black' een 'sleutelpassage' zou kunnen zijn. Op pagina 312 staat namelijk de titel verwerkt. Kijk maar es. 't Viel me al lezend op maar krijg 't voorlopig niet gesnapt.

Hé, dat is leuk. De oplossing was ongelooflijk dichtbij. Oskar zoekt dus naar iets dat vlakbij was zonder het te kunnen herkennen. Dat zou heel filosofisch bedoeld kunnen zijn (bijvoorbeeld de overeenkomst met overal zoeken naar geluk). Een sleutel die op een onbekend slot moet passen, ook al zo symbolisch.

Maar ik lees nu anders, dat wil zeggen preciezer, meer op details gericht. De eerste keer was daar te 'leesdriftig' voor. Zo zag ik nu pas dat al op pagina 105 de oplossing van 'het sleutelraadsel' wordt gegeven. Oskar voelt dat overigens feilloos aan.
Op pagina 105 staat namelijk 'extreem luid' = deel van de titel. Daar had ik in eerste instantie natuurlijk overheen gelezen want 'extreem' ligt Oskar in de mond bestorven.

Heb ik nog wat 'nieuws' ontdekt? Neu, nauwelijks. En is dat een verklapper soms? Neu, ook niet. Op pag. 190 wordt verteld dat opa van alles en nog wat fotografeerde - en vooral deurknoppen. Verrek, die deurfoto's, verspreid door het boek. Eerst dacht ik dat 't ging over die sleutelgaten. Nee, hoor, 't ging over deurknoppen. Kijk kijk, alweer iets om over na te denken, als je daar zin hebt. Opa fotografeert de knoppen (= gesloten deuren?). Kleinzoon wil deuren openen en gebruikt opa's camera.
 

waarop een ander schrijft:
 
Opa had zijn handen verwond aan een gloeiende deurknop tijdens het bombardement van Dresden. Hij was op zoek naar Anna.



TYPOGRAFIE
Het boek is opvallend door het gebruik van verschillende soorten letters, bijna lege bladzijden, onmogelijk dichtbedrukte bladzijden, foto’s, rood omcirkelde woorden, enzovoort. Sommigen vonden dat gekunsteld, anderen gingen op zoek naar de betekenis ervan en weer anderen raakten ervan in de war.

Door het hele boek staan foto's, doorhalingen, bladzijden vol cijfers, woorden met rood omcirkeld en soms één woord per bladzijde. In het begin was het even wennen, maar het is een meer dan bijzonder boek.

De laatste fotoreeks die je snel bladerend voor je ziet laat de vallende man uit die ene Twin Tower weer omhoog vliegen, het leven weer in. Ontroerend.

Gisteren kwam ik aan bij de twee bladzijden vol cijfers waarmee de grootvader probeert te communiceren met zijn vrouw, als hij weer terug in Amerika is. Heeft iemand nog geprobeerd te ontcijferen wat daar staat? Ik was begonnen, maar de moed zakte me al snel in de schoenen. Het begint met MY NAME, denk ik.


Een van onze grrls heeft de vertaalster om opheldering gevraagd. En deze antwoordde:
 
Ja, dat gedeelte had ik -- heb alles op mijn eigen moby gecheckt en ja, er staat inderdaad `my name' en nog veel meer. Heb dat allemaal met mijn eigen telefoon bloedig in het Nederlands zitten omzetten, kwam erachter dat het voorbij een bepaald punt niets meer betekende en heb wat er daarna staat dus gewoon laten staan.


En ook nog:

Het lange sms-verhaal kon je niet volgen omdat er geen woorden stonden. In het Engels ook niet. Ik heb alles op mijn eigen telefoon uitgeprobeerd en het aan JSF gevraagd. Hij zei: 'In het begin vormt de grootvader woorden, maar als hij merkt dat zijn boodschap niet overkomt (hij belt naar iemand met een ouderwetse vaste telefoon) toetst hij in het wilde weg, om maar piepjes te laten horen (zo komt het over bij degene die hij aan de lijn heeft, de grootmoeder) en naar zijn gevoel het contact vast te houden.'
Geen missertje dus!

Vanmiddag bracht de postbode ‘Extreem luid & Ongelooflijk Dichtbij’ van J.S. Four. Mooie kaft: letters in relief. Voelt als boek al heerlijk aan. Er staan nogal wat illustraties in: een sleutelgat, fladderende vogels, een verlichte (New Yorkse?) woning en als je de laatste 10 of 20 grijze bladzijden snel doorbladert, vliegt er een soort asvlokje omhoog. Op een aantal bladzijden zijn er woorden rood omcirkeld. Uit ‘Alles is Verlicht’ herinner ik me ook dat er ook zo met de lay-out gespeeld is, maar dit gaat weer een stapje verder.

Sorry, maar dat zogenaamde asje dat op de laatste pagina's omhoog dwarrelt is een mens die in doodsangst omlaag springt. Het filmpje is teruggedraaid, dus die mens ‘dwarrelt’ weer omhoog... Misschien hoop voor de papa?

De bijna lege bladzijden van blz. 150 t/m 155 zijn wat mij betreft heel wat duidelijker. Je kunt je er heel duidelijke beelden en gebeurtenissen bij voorstellen. [Het gaat hier om de standaardzinnen die in opa’s notitieboekje staan, pb].
Wat denk je trouwens van de rood-omcirkelde passages van blz. 224 t/m 233?
Ik vond het zelf beklemmend. Kon het nauwelijks achter elkaar bewust doorlezen.
Wat ik trouwens ook vreemd vind is het door elkaar gebruiken van hoofdletters en kleine letters in de titels van de hoofdstukken. Ik had een associatie met Russisch schrift. Begrijp niet wat de bedoeling van Foer is dit zo te doen.

Dus de functie van dat rood-omrande?
Zie in elk geval wat correctie-rood rond allerlei slordigheidjes. Zoon Thomas was daar ook gek op in de New York Times. Tja. Zoiets?
Ik vind die spaties in 't verhaal van oma in elk geval erg handig - kan ik snel terugzoeken.

Over die rode cirkels in de pagina's over Dresden, las ik in een recensie dat zolang het bombarderen aanhoudt er in de tekst geen punt staat en dat alle spaties omcirkeld zijn, alsof zelfs die spaties de lezer nog te veel ademruimte zouden geven. Ja, dat kan dus ook. Ik dacht dat de komma's omcirkeld waren, nu ja dat zijn ook adempauzes.

En al die roodomcirkelde passages in het Dresden drama.
Duidt dit er inderdaad op dat er geen enkele escape meer is.
Doet me trouwens terugdenken aan de vernietiging van dat Joodse dorpje in ‘Alles is verlicht’.
Er blijven inderdaad heel veel vragen

Uit. En het lukte me, net als de eerste keer, niet om deze roman rustig en beheerst uit te lezen. Die lange brief van opa aan zijn zoon - veel haast - geen papier meer - krappere typografie - hou daar de kop maar es koel bij!

Foer heeft dit boek op een speciale manier geschreven, er staan foto's in, één zin op één pagina, ook staan woorden rood omcirkeld. Foer geeft je het gevoel dat je iets moet zien, dat de foto's en het rood omcirkelde aanwijzingen zijn die je moet begrijpen. De cijferreeks die woorden moeten voorstellen. Een gedeelte is onleesbaar doordat opa papier tekort kwam voor zijn verhaal. Je hebt constant het gevoel, ik mis iets, ik zie iets niet, ik begrijp iets niet.


 
INTERTEKSTUALITEIT
In eerste instantie viel wat dat betreft eigenlijk alleen overeenkomst met Oscar uit ‘Die Blechtrommel’ van Günther Grass op.

Overigens: Oskar Schell met z'n tamboerijn doet me nu wel even denken aan 'Oskarchen' met z'n trommel van Grass. Ik hou dat even in de gaten.

Ik vond het een schitterend boek, ondanks de vileine opmerkingen van sommige critici dat het te veel gepikte onderdelen had, onder andere Oscarchen en z'n getrommel. Sommige dingen zijn van alle tijden. Foer krijgt van mij het voordeel van de twijfel.

Nou dat zie ik niet hoor. M dacht aan een grapje van Foer. Zelf zie ik het eerder als een eerbetoon en het lijkt me dat Grass daar blij mee mag zijn.

Overigens baal ik van m'n beperkte literaire knowhow. Het boek zou 'stikken' van de verwijzingen. 'Oskar' is natuurlijk duidelijk. En jawel - ik vond een piepje op pagina 170! Aha! [Daar staat: ‘Is een roos een roos?’ ‘Nee! Een roos is geen roos is geen roos!’ Gertrud Stein schreef ‘a rose is a rose is a rose is a rose’. pb]

En ik vond er nog een bovenaan pagina 225.
 


Shit! Iets over die klokkentoren? Ken ik niet.
 


Er staat 'een klokkentoren met een stilgezette klok in een stad waar de tijd stilstond'.
‘Het stadje waar de tijd stil is blijven staan’ is een titel van een novelle van Bohumil Hrabal.
En nee, ik ga er zeker ook niet op googelen, dan is het niet meer leuk. Als je zo'n titel al lezend tegenkomt is het een glimlach of een knipoog. Als je gaat googelen, wordt het werk!



WAARDERING
De waardering voor dit boek is in veel van de hierboven opgenomen bijdragen al aan de orde gekomen. Dat ga ik nu niet herhalen.
De niet-positieve waardering had vaak te maken met de manier waarop 9/11 (niet) behandeld werd of met de gekunsteldheid van de typografie. Maar er waren ook andere redenen om niet erg enthousiast te zijn over het boek.

Ja ik ben er ook in bezig en om eerlijk te zijn pakt het verhaal me niet.
Misschien komt het nog maar ik blijf het tot nu toe een heel afstandelijk geheel vinden.

Ik had het vorige week al uit maar ben niet zo onder de indruk. Wel van de kunsten (en kunstjes) van den schrijver maar meer dan een herhaaldelijk: 'wat knap!' heeft dat niet opgeleverd.

In mijn ogen zijn er te veel verhalen en gebeurtenissen in het boek gestopt om tot een bevredigend eind te komen. Sommige draadjes worden aan het eind te snel aan elkaar geknoopt en zeker de zoektocht dooft zwak uit.
Kortom, vele vraagtekens blijven over maar de rouwverwerking is wel erg mooi en goed beschreven.


Maar de meesten waren positief tot zeer lovend. En ook hier ga ik herhalen.

O, dit is zo prachtig. Zoo prachtig. Ik wilde er een mail over gaan schrijven maar ben overweldigd blijven zitten. Ik wil het zo goed doen dat het er niet van komt.
Ik heb zodra ik het uit had twee exemplaren van dit boek gekocht en aan mijn vader en broer gegeven voor mijn verjaardag. In navolging van Sinterklaas. Helemaal prachtig is dit boek.

Ook net erin bezig en ik denk al net zo enthousiast te gaan worden als jij.
Wat een levendigheid in dit boek.

Wat een warm boek. Ik had weinig gelegenheid om te lezen en las het verhaal als een lange reeks losse stukjes. Het kon me ook niet zoveel schelen wat precies het verhaal was, dat is hier ook maar zijdelings belangrijk volgens mij. Bladzijden vol bijzonders.
Ik hoop dat Foer nog lang blijft leven en we nog veel meer zullen krijgen. Hij is nog maar 28 jaar, wat veelbelovend.

De lay-out vind ik echt iets toevoegen aan mijn leesgenot, zo visualiseert Foer precies wat er gebeurt.

Lees steeds 's avonds een stukje en kan (daardoor?) het verhaal niet zo goed plaatsen of volgen, maar toch vind ik het prachtig. Ik wil het eigenlijk zodra ik het uit heb meteen weer opnieuw gaan lezen om het wat beter te kunnen plaatsen allemaal. Ik ben blij dat het een heb-boek is en geen leen- of crossboek. Dit is een blijvertje! Wat een prachtige zinnen allemaal.

C, die Foer gisteren uit heeft gelezen en toen genoeglijk even heeft zitten janken. DJ, een van mijn katten, kwam het arme huilende vrouwtje zelfs troosten, dacht zeker dat ik echt verdriet had. Maar was alleen maar geroerd/ontroerd. Zucht.... ik ben ook zo'n sentimentele draak.

‘Alles is verlicht’ is voor mij een meesterwerk, kan me op een bladzij laten lachen en huilen tegelijkertijd, en dat geldt ook voor ‘Extreem luid enz.

Ik ben ook helemaal verslingerd aan Extreem luid... geweldig, kan haast niet stoppen met lezen. Wat een schrijver!

Met een diepe zucht flipperde ik gisteren door de laatste bladzijden van het boek, waarin je een figuurtje ziet dat valt en valt, of als je terugflippert, weer omhoogvliegt. Wat een prachtig boek…… Gemakkelijker te lezen en nog veel meeslepender en beeldender dan ‘Alles is verlicht’…. Nergens storende metaforen, het stokt nergens en je leest maar door….. nuchtere beschrijvingen afgewisseld door poëtische uitingen en schitterende beelden…. Misschien mag ik opmerken dat die Foer een rasjoodse verteller is in de grote traditie van Singer tot Meir Shalev?

Diepe zucht, uit!
Helemaal stil en onder de indruk.

Maar misschien vind ik de brieven van oma (Mijn Gevoelens) 't mooist - die korte zinnen, 't ene gevoel dat 't andere oproept. En soms wanhopig - mooie zinnetjes : "Maar de dingen die ik nooit gedaan heb, kan ik niet ongedaan maken" (p. 329).

Uiteindelijk is het boek misschien wel wat sentimenteel maar dat kan ik niet objectief meer inschatten omdat ik zo in het verhaal ondergedompeld raakte. Het komt zeker op mijn lijstje beste boeken van 2005.
Ik heb jullie mails nog niet gelezen en ben erg benieuwd of het oordeel unaniem positief uitvalt of dat er mensen zijn die het boek NIET mooi vonden... Nah, daar geloof ik niks van! ;-)

 
En tot slot:
 
Maar die taal! Sjonge jonge. Soms nuchtere dialogen, soms pure poezie. Op pag. 201 bijvoorbeeld schrijft oma over de dag dat opa vertrok, terwijl zij zwanger was. Pff - is dat poëzie of niet!

Ik bleef de hele ochtend op hem wachten.
Uren gingen voorbij.
En minuten.
Om elf uur deed ik de winkel niet open.
Ik wachtte voor het raam.
Ik had nog steeds vertrouwen in hem.
Ik sloeg de lunch over.
Seconden gingen voorbij.
De middag ging. De avond kwam.
Ik sloeg het avondeten over.
In de stiltes tussen de ogenblikken sijpelden jaren weg.
Jouw vader schopte in mijn buik.
Wat probeerde hij me duidelijk te maken?
Ik zette de vogelkooien voor de ramen.
Ik deed de ramen open en zette de vogelkooien open.
Ik spoelde de vissen door de wc.
Ik bracht de honden en katten naar beneden en gespte hun halsband los.
Ik liet de insecten vrij.
En de reptielen.
En de muizen.
Ik zei: ga maar.
Allemaal.
Ga.
En ze gingen.
En ze kwamen niet meer terug.


Groeten van Paula, die gisteren de laatste 50 pagina’s nog eens herlezen heeft en weer hevig ontroerd was.



 


Jonathan Safran Foer (Washington DC 1977) is een jonge Amerikaanse schrijver.

Hij redigeerde A Convergence of Birds, en zijn verhalen zijn gepubliceerd in de Paris Review en de New Yorker.

Zijn eerste roman, Everything is Illuminated (Alles is verlicht), werd uitgegeven in 2002. Het verscheen al snel in de internationale bestsellerslijsten en won verschillende literaire prijzen, waaronder de National Jewish Book Award en de Guardian First Book Award. De verfilming van het boek verschijnt eind 2005.

Foers tweede roman, Extremely Loud and Incredibly Close (Extreem luid & ongelooflijk dichtbij) werd uitgegeven in 2005. (meer bij Wikipedia)
 

 

 

 

 

 

De terroristische aanslagen op 11 september 2001, waarbij bijna 3000 mensen werden gedood, zijn toegeschreven aan Osama bin Laden en zijn organisatie Al Qaida. Desondanks zijn er een aantal complottheorieën over de terroristische aanslagen op 11 september 2001 in de omloop gekomen. Deze complottheorieën zijn controversieel en aanwijzingen ervoor zijn soms minimaal.
(Meer bij Wikipedia)
 

 

 

 

 

 

 

Dresden is een Duitse stad aan de rivier de Elbe. (...) In de nacht van 13 op 14 februari 1945 verwoest een Brits bombardement Dresden. Ruim 35.000 burgers komen om en 75.000 woningen verdwijnen van de kaart. De extreem hete vlammenzee veroorzaakt een wind die mensen in de vlammen zuigt. (meer bij Wikipedia)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Twim Towers: Het World Trade Center (Nederlands: Wereldhandelscentrum) of het WTC in New York was een complex van zeven gebouwen ontwikkeld door de Port Authority of New York and New Jersey. (meer bij Wikipedia)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

IN 1969 Liet Theodor Adorno zich aan het eind van zijn voordracht Kulturkritik und Gesellschaft ontvallen: 'Nach Auschwitz ein Gedicht zu schreiben, ist barbarisch.'
(meer in De Groene)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

The Plot Against America is een gefantaseerd verhaal dat wellicht echt had kunnen gebeuren. Het speelt zich af tijdens het (fictieve) presidentschap van vliegpionier Charles Lindbergh, waarvan bekend is dat hij benaderd is voor het presidentschap en wiens nazi-sympathieën gedocumenteerd zijn. Tegen die achtergrond groeit de joodse hoofdrolspeler op in een Newarkse familie, beginnend in de jaren 1930. (meer bij Wikipedia)


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een Googol is in de wiskunde een aanduiding van een getal met de waarde 10100. De naam is in 1938 aan dit getal gegeven door Milton Sirotta, toen 9 jaar oud, neefje van de Amerikaanse wiskundige Edward Kasner. Kasner publiceerde het concept in zijn boek Mathematics and the imagination (Wiskunde en de fantasie). De naam van de internet zoekmachine Google is bedacht als grapje gebaseerd op de Googol. (meer bij Wikipedia)

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 18/07/06  Eisjen

Terug naar top pagina