Het
grote zwijgen is het verhaal over twee componisten en wel Alphons (Fons) Diepenbrock
(1862-
1921) en Matheus van der Meulen beter bekend als Matthijs (Thijs) Vermeulen (1888-1967).
Fons
Diepenbrock is al een gekend en gewaardeerd componist als hij kennis
maakt
met de 26 jaar jongere bevlogen Thijs van der Meulen. Thijs is
muziekrecensent
voor De Tijd en valt op door zijn kennis van zaken.
Het verhaal begint in het Concertgebouw waar Van der Meulen diep onder
de
indruk is van de muziek die Diepenbrock gecomponeerd heeft bij het
toneelstuk Marsyas.
'Wat
wonder is hier over mij gekomen?' schrijft hij in zijn notitieboekje.
'Ieder
instrument leek uit peilloze
diepten op te zingen en een onafhankelijke melodie te volgen, waarin
iets
uitgedrukt werd wat alle woorden te boven ging. En die afzonderlijke
melodieën
bewogen zich volkomen natuurlijk om de andere heen op een manier die
weinig
meer met conventionele harmonie of contrapunt te maken had.'[...]
En net als de vorige keren weet hij met absolute zekerheid dat deze
avond
richtingbepalend voor hem is. In één klap zijn alle twijfels verleden
tijd. In
Diepenbrocks stemmenweefsel is hem in een flits zijn eigen weg getoond.
De
muziek die hij zelf gaat maken, zal een muziek van zulke melodieën en
samenlopen zijn. Een samenklinken van onafhankelijke zangen, een
symfonie in de
meest intense en verheven zin van het woord.'
Die
avond in het Concertgebouw is dus ontstellend belangrijk geweest voor
Van der
Meulen. Hij kan zijn geluk ook niet op als hij uitgenodigd wordt door
Diepenbrock. Hij... Van der Meulen, de Brabantse jongen, bij dé
componist! Na
het eerste bezoek volgen er nog velen waarbij de mannen elkaar uitdagen
maar
ook stimuleren. Alle gesprekken vinden plaats in de Johannes
Verhulststraat waar Diepenbrock met zijn vrouw, jonkvrouw
Wilhelmina
Elisabeth Petronella Cornelia de Jong van Beek en Donk (Elsa), en zijn
twee
dochters Joanna en Thea woont.
Diepenbrock trouwde met Elsa omdat hij wist dat zij hem altijd zou
bijstaan in
alles wat hij zou ondernemen. Het was van zijn kant een
verstandshuwelijk. Diepenbrock vond later zijn muze in Jo, een
leerling
die zeven jaar geleden zijn huis binnenstapte toen ze zijn Latijnse
lessen kwam
volgen. (Diepenbrock doseerde klassieke talen als bijverdienste) Zij
bleek zeer
muzikaal en al gauw brachten ze veel tijd met elkaar door. Dankzij Jo
begon ook
het huwelijk van Diepenbrock wat hartstochtelijker te worden, wat Elsa
later
tot haar afschuw beseft.
Thijs verandert van werkkring en wordt muziekrecensent van De Groene
waar hij
onder leiding van Henri Wiessing
veel vrijer
te werk mag gaan en dat ook onmiddellijk doet. Vanaf die tijd noemt hij
zichzelf Vermeulen. Zijn kritieken zijn scherp maar altijd oprecht. De
gesprekken met Diepenbrock blijven plaatsvinden. Ondertussen heeft
Vermeulen
zoveel kennis opgedaan dat het onderscheid leraar (Diepenbrock)
leerling
(Vermeulen) begint te vervagen. Diepenbrock blijkt een weifelende man,
hij
vertoont weinig daadkracht. De muziek van Diepenbrock wordt weinig
uitgevoerd.
Zijn 'Missa in die festo' bijvoorbeeld is
té modern,
kerken huiveren ervoor om deze muziek te laten horen. Hij betreurt
oprecht dat
zijn muziek niet gespeeld wordt maar doet er weinig aan om daar
verandering in te
brengen. Zijn tijdgenoot Mengelberg, dirigent van het
Concertgebouworkest,
waarmee hij een moeizame vriendschap onderhoudt is niet gebrand op de
muziek
van Diiepenbrock. Het is Elsa die alles regelt en onderneemt. Ook in
zijn
gevoelens voor Jo laat Diepenbrock alles maar voortkabbelen zonder een
beslissing te nemen.
Vermeulen heeft, op zijn beurt, een leerling gevonden. Hij neemt
Petrus, een
Amsterdams jochie, regelmatig mee naar een concert en leert hem alles
wat hij
weet over muziek. De sfeer tussen de twee is broeierig.
En dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit waardoor alles verandert.
Een prachtig, complex boek
Erik
Menkveld heeft een prachtig, complex boek geschreven dat begint in 1910
en
eindigt in 1921. De titel kan naar veel zaken verwijzen zoals het grote
zwijgen
tussen Elsa en Fons over hun huwelijk of naar Im grossen Schweigen
het
symfonisch lied (Friedrich Nietzsche), voor bariton en orkest, dat
Diepenbrock
componeerde. Of naar het grote zwijgen van Vermeulen over de
verschrikkingen
die hij gezien heeft op het slagveld in Vlaanderen tijdens de Eerste
Wereldoorlog.
De grote
kracht van dit boek is dat er mooi gedetailleerd verteld wordt zonder
vervelend te worden. Bijvoorbeeld; de woning van Diepenbrock ligt aan
de rand
van Amsterdam, het vrije uitzicht wordt beschreven en we worden,
schijnbaar
nonchalant, op de hoogte gehouden van de stadsuitbreiding zoals de bouw
van de
Lairessestraat, waardoor het vrije uitzicht verdwijnt. Ook het leven in
Laren
waar Elsa een huis gekocht en ingericht heeft zodat Fons in alle rust
kan
werken is mooi en subtiel gebracht. Je hebt het gevoel daadwerkelijk in
de
huizen, bij deze mensen, geweest te zijn.
Verder heeft Erik Menkveld op een bijna poëtische wijze de gevoelens
van de
personages verwoordt. Vooral Vermeulen heeft prachtige uitspraken over
muziek
als hij Petrus daarover vertelt. Overigens is Petrus een gouden vondst.
Via
deze jongen kon Vermeulen/Menkveld verwoorden (en ons uitleggen) waarom
muziek
mensen in vervoering kan brengen en waarom Diepenbrock zo bijzonder
was.
Hij is een man van vlees en bloed geworden evenals Vermeulen. Je ziet
de
tobbende Diepenbrock en de krachtige, bevlogen Vermeulen voor je.
Er valt nog zoveel te vertellen over dit boek dat je overigens
makkelijk drie,
vier keer kunt lezen zonder verveeld te raken, elke keer zal blijken
dat je
bepaalde details over het hoofd gezien hebt waardoor het boek nog
meer
aan diepte wint. Je zou nog uren door kunnen gaan over allerlei andere
zaken
die beschreven worden zoals de omgang van Diepenbrock met zijn
tijdgenoten zoals
componist Cornelis Dopper,
schrijvers Lodewijk
van Deijssel, Albert
Verweij en Frederik
van Eeden. Of over Mahler
die zo'n grote indruk op Diepenbrock maakte etc. etc.
Maar het beste wat je kunt doen is dit boek zelf lezen en zelf ervaren.
Dettie
Lees ook de recensie van boekgrrl Marjo op De leestafel
(even doorscrollen naar beneden)