Lastig om een geweldig boek te beschrijven zonder iets te
verraden, zodat er niets verdwijnt van het in spanning omslaan
van de bladzijden. Die hoop op nog meer moois. Eerst dan maar
eens gewoon de achterflap:
Monsieur Akira Kumo, een internationaal gevierd
couturier in Parijs trekt zich terug uit het
beroepsleven om zijn droom in vervulling te laten gaan:
zijn gedurende vele jaren opgebouwde bibliotheek met
boeken en naslagwerken over wolken moet geordend worden.
Hij neemt daarvoor de jonge bibliothecaresse Virginie
Latour in dienst. Ze luistert verbaasd en gefascineerd
als Kumo dagelijks boek na boek met haar doorneemt en de
verhalen eruit voor Virginie samenvat. Het verhaal van
de quaker Luke Howard bijvoorbeeld, die als eerste de
verschillende soorten wolken een naam gaf en daarover
met niemand minder dan Goethe correspondeerde. Of dat
van de levensloop van de melancholieke schilder
Carmichael, die niets anders dan wolken schilderde. Of
het levensverhaal van de geleerde Richard Abercrombie,
die op zijn wereldreizen de wolken kwijtraakte maar
onverwachte en erotische zijpaden insloeg.
Met verve en door middel van de meest verbazingwekkende
anekdotes vertelt Kumo over de ontdekking van de wolken
door kunst en wetenschap en over de uitvinding van de
meteorologie, die alles verandert: de economie, de
machtsverhoudingen, het geloof. Wolken, stelt Virginie
Latour bij de ordening van de bibliotheek vast, hebben
zowel dichters en schilders als ontdekkingsreizigers,
wetenschappers en krijgsheren gefascineerd en beïnvloed.
Maar meer en meer heeft zij tegelijkertijd het gevoel,
dat de oude heer Kumo met iets heel anders bezig is...
‘Voor ons,’ schreef Le Nouvel Observateur, ‘is
De wolkenbibliotheek ook bij een bewolkte hemel het
eerste echte meesterwerk van deze nieuwe eeuw: een
poëtische avonturenroman, die even verrijkend als
betoverend is.’
Op blz. 184 heb ik in dit boek (met potlood) de aantekening
gemaakt: Dit is het! Van de geleerde Richard Abercrombie, die een
reis om de wereld maakt om een concurrent van zijn grote gelijk
t.a.v. de wolken te overtuigen, wordt daar het volgende
geschreven:
In april 1980 bereikt Richard Abercrombie het koninkrijk Sarawak, in het
noordwesten van het eiland Borneo. Het is de enige etappe waarvan Abercrombie
een volledig uitgeschreven verslag heeft bijgehouden in zijn grote
flesgroene ringmap, in ieder geval is het het enige dat hij heeft bewaard.
Hij schrijft zoals in zijn boeken, sober en precies. En het is op dit punt dat
alles een andere wending neemt.
En daar heb ik "sober en precies" onderstreept. Want dat is naar mijn gevoel
precies wat Stéphane Audeguy doet. Sober en precies zet hij de meest emotionele
zaken neer. Op zo'n manier dat het soms schokkend is om over zoiets
verschrikkelijks als de atoombom op Hiroshima en de gevolgen daarvan voor de
mensen, of over zoiets privé's als een masturbatie te lezen in sobere, preciese
zinnen. Zo vreemd dat je eerst denkt; 'huh, kan dat'? Om vervolgens tot de conclusie te
komen; 'ja dat kan heel goed, want het hakt er op deze manier enorm in!'
Nou noem ik natuurlijk twee zaken op, Hiroshima en sex, die enorm ver uit
elkaar liggen. Dat is misschien ook wel gek, maar het boek zelf waait van oost
naar west en van noord naar zuid. Als je het eerste hoofdstuk leest dan heb je
het gevoel in een lieflijk soort roman begonnen te zijn over het leven van de
couturier Akimo die zijn assistente op charmante wijze zijn kennis overbrengt
die hij gedurende jaren van verzamelen heeft opgedaan. Maar prompt in het tweede
hoofdstuk, als het sexleven van zijn ingehuurde assitente het onderwerp is, ga
je meteen toch even anders achter je boek zitten. Niet vanwege het onderwerp,
maar omdat je je realiseert dat de zaken heel anders aangepakt gaan worden dan dat je
verwacht. Niet charmant, nee, sober en precies. Over de geschiedenis van de
meteorologie, over hoe kunstenaars zich diep gebogen hebben over het weergeven
van wolken op canvas, over de strijd om eer en roem tussen geleerden, over een
geleerde die op late leeftijd pas leert wat 'leven' is en het roer volledig
omgooit en over een oude man die
zich herinnert hoe die wolk boven Hiroshima zijn leven heeft
beinvloedt.
Meer wil ik er eigenlijk ook niet van zeggen, want ik wil niets van die
spanning (want die zit erin) wegnemen waarmee ik het ook gelezen heb. Wel wil ik
nog kwijt dat ik als ik nu naar de hemel kijk denk: "Mooi, een cumulus". Of, "mmm,
dat is dus stratus". En ook: "Oh jé, daar komt een nimbus aan!". :-)