Het VUMC kent blijkbaar zoiets als activiteiten op het gebied van
Literatuur en Geneeskunde. In dit kader was er een project 'Schrijvers
op de afdeling'. Als onderdeel hiervan liep Anna Enquist in de herfst
van 2010 en de winter van 2011 een aantal dagen per week mee op de
afdeling anesthesiologie. Ze interviewde stafleden, assistenten in
opleiding en anderen, was aanwezig bij operaties, overdrachten etc. En
uiteindelijk schreef ze deze roman.
Het verhaal
Drik de Jong is psychotherapeut. Zijn vrouw, Hanna, is onlangs na een
lang ziekbed overleden. Kinderen hadden ze niet. Wel heeft Drik een
nauwe band met zijn nichtje Roos, dochter van Driks zus Suzan en haar
man Peter, vakgenoot en beste vriend van Drik. Suzan is anesthesioloog.
De eerste tijd na het overlijden van Hanna heeft Drik niet of
nauwelijks gewerkt. Nu wil hij zijn werk weer oppakken. Hij heeft
aangegeven weer in te zijn voor een leertherapie. De patiënt die zich
aandient is Allard Schuurman. Van het begin af aan loopt de therapie
niet zoals Drik gewild zou hebben. Op een of andere manier krijgt hij
op Allard geen grip. Drik twijfelt: is hij nog wel geschikt voor dit
vak? Maakt hij fouten?
Intussen probeert hij zijn leven weer op de rails te krijgen. Daarbij
krijgt hij veel steun van Suzan en Peter, met wie hij een nauwe band
heeft. Suzan doet haar werk als anesthesioloog graag. Ze is
gefascineerd door het hele proces van een operatie, zich sterk bewust
van de verantwoordelijkheid die zij en haar collega's daarin dragen.
Tegelijkertijd speelt er van alles op de afdeling. Haar leidinggevende
zet bijeenkomsten op, met de opzet dat zij als collega's van elkaar
leren. Niet alle collega's zijn er even blij mee. Buiten haar werk
houdt de relatie met haar dochter Roos Suzan sterk bezig. Het lijkt zo
moeilijk om het contact met Roos goed te houden. Zeker sinds het
overlijden van Hanna, met wie Roos zich nauw verbonden voelde, lijkt
Roos steeds meer haar eigen weg te gaan en is Suzan bang het contact te
verliezen.
Intussen loopt Dirks leertherapie met Allard nog steeds niet. Allard
besluit zijn studie psychiatrie eraan te geven en te kiezen voor
anesthesiologie. Hij gaat werken onder de hoede van Suzan. Gaandeweg
dringt dit tot Drik door - maar hij vermeldt deze verstrengeling van
verbanden niet. Eens gezwegen, kan hij er niet meer over beginnen. Als
er ook een band tussen Allard en Roos blijkt te zijn en de relatie
tussen Allard en Suzan nauwer wordt, begint de situatie wel erg nijpend
te worden. Uiteindelijk komen alle relaties in een stroomversnelling.
Tegenstelling voelen - niet
voelen
In het nawoord van dit boeiende boek schrijft Anna Enquist: "In mijn eigen vak, de psycho-analyse,
gaan we er van uit dat het voor de patiënt in de meeste gevallen
heilzaam is te voelen wat er in hem of haar omgaat. Daartoe moet de
weerstand tegen het verborgen gevoel worden bewerkt en opgeheven. Als
het gevoel werkelijk beleefd mag worden, komt het tot rust en
verdwijnen de symptomen. De anesthesist beschermt zijn patiënt juist
tegen het voelen en acht zijn werk geslaagd als de patiënt totaal geen
weet heeft van de pijn die hem tijdens de ingreep wordt aangedaan." Met
deze tegenstelling tussen voelen en niet-voelen, zien en niet-kunnen of
niet-willen-zien speelt ze door het hele verhaal heen. Niet alleen in
het wel of niet kijken naar of kunnen/willen voelen van wat er in
henzelf omgaat door de diverse personen in het boek, maar ook het
kunnen en/of willen zien van elkaar. Waar wil je naar jezelf of de
ander kijken? Wat wil je zien? Wat kun je zien? Waar is het misschien
beter de ogen te sluiten? Als Drik werkelijk gaat zien wat er gebeurd
is -nu, maar ook vroeger - lijkt er even niets van zijn leven over te
blijven. Het boek eindigt met de beschrijving van een operatie, waarin
de patiënt halverwege 'wakker gemaakt' zal moeten worden. De chirurg
moet namelijk zeker weten dat hij geen essentiële delen vernield, dus
de patiënt moet praten, plaatjes benoemen, vragen beantwoorden. "Ze
(Suzan) zal zorgen dat hij geen pijn heeft, maar op het hoogtepunt van
de procedure zal ze de toevoer van het slaapmiddel stopzetten en de man
langzaam bij bewustzijn laten komen. Traag zal hij uit de verdoving
omhoog zwemmen en bovenkomen in een onbegrijpelijke, gruwelijke wereld".
'De verdovers' is daarmee een boeiend en heel levensnabij boek
geworden. Anna Enquist schrijft een goed plot en mooie taal. Dat je op
deze manier ook enig inzicht krijgt in de wereld van de
anesthesiologie is een waardevol extraatje. Lezen!
Manon
Die activiteiten hebben geleid tot
drie boeken: Onverklaarbaar bewoond (2010)
door Bert Keizer, De verdovers
(2011) door Anna Enquist, en Haar bloed (2012) door Kristien
Hemmerechts. Keizer en Enquist struinden rond op respectievelijk
neurochirurgie en anesthesiologie. Hemmerechts was te gast bij
hematologie. Het idee voor dit project 'Schrijver op de afdeling' is
afkomstig van Arko Oderwald, universitair hoofddocent Filosofie en
Medische Ethiek bij het Amsterdamse ziekenhuis, zo lees ik in de recensie van Haar bloed.
Ik vond het fascinerend, maar het viel me ook een beetje tegen lees ik
in een aantekening bij mijn gelezen boeken. Ik kan niet meer bedenken
waarom precies. Hemmerechts lees ik anders graag en de ziekenhuiswereld
boeit me enorm.
De Verdovers heb ik nog niet gelezen, al ligt het wel klaar op het
nachtkastje. Zal wel vakantie worden denk ik. Het laatste boek dat
verschenen is heb ik dus als eerste gelezen. Gisterenavond in bed had
ik Onverklaarbaar bewoond uit. Bert Keizer is zelf
(verpleeghuis)arts en filosoof. Zijn observaties geven een goed beeld
van het leven op de afdeling neurochirurgie. In tegenstelling tot de
boeken van Enquist en Hemmerechts is het geen roman. Ik heb het met
grote belangstelling, hoewel gefaseerd (want steeds voor het slapen
gaan) gelezen.
Ooit wel eens gehoord van een operatie waarbij ze de patient tussendoor
wakker maken (Penfieldprocedure), maar nu zie ik het zo voor me.
Grappig om dan nu hier te lezen hoe Enquist het kennelijk vanaf een
andere kant beschrijft.
|
Anna Enquist
Foto:Bert Nienhuis
boektrailer
interview
Pauw en Witteman
|