Begin mei 2007 zou de Turkse schrijver Taner Akcam
naar Nederland komen in verband met een seminar over de Armeense
genocide. Dit seminar werd georganiseerd door het Centrum voor
Holocaust-en Genocidestudies van de Universiteit van Amsterdam. Hij is
niet gekomen uit vrees voor zijn veiligheid en uit angst dat hij niet
meer kan terugkeren naar de VS, waar hij momenteel woont. Tot voor kort
reisde de schrijver ook regelmatig naar Istanbul, maar sinds de moord
eerder dit jaar op zijn Turkse vriend, de journalist Hrant Dink, durft
hij dat ook niet meer.
Wie is deze historicus die als eerste het drama van
1915- de dood van honderdduizenden Armeniërs-genocide noemde; die
bronnen gebruikte om voorbij de extremen van anti-Turkse propaganda en
Turks nationalistische ontkenning te komen? En hoe actueel is dit
onderwerp als in de aanloop van de Tweede Kamerverkiezingen het CDA twee
kandidaten van Turkse komaf schrapte omdat ze de Armeense genocide
ontkenden? En wat te denken van de uitspraak van de ambassadeur van
Turkije in Nederland die zich afvraagt of de Armeense kwestie nou echt
zo belangrijk is in het licht van toetreding van Turkije tot de Europese
Unie?
In zijn lijvig boekwerk “De Armeense genocide,
een reconstructie” dat uit 500 pagina’s bestaat waarvan 100 pagina’s
noten, concludeert Taner Akcam dat de massamoord in 1915 een centraal
georganiseerde vervolging en vernietiging van de Armeense minderheid is.
Sinds het verschijnen van zijn boek wordt hij bedolven onder
doodsbedreigingen en reist hij onder bewaking. De Turkse historicus
heeft duizenden documenten bestudeerd en is minutieus op zoek gegaan
naar de bewijzen voor de genocide op een miljoen Armeniërs. Deze
genocide vond plaats in het Ottomaans- Turkse rijk ten tijde van het
regime van de Jonge Turken (1915-1917). In het grote, aaneengesloten
nieuwe Turkse rijk, waarin alleen Turkssprekende volkeren verenigd
zouden zijn, was geen plaats voor de Christelijke Armeniërs. In februari
en maart 1915 werden zo’n 200.000 Armeense militairen ontwapend en aan
dwangarbeid onderworpen. Vervolgens werd in de nacht van 24 april de
Armeense intelligentsia opgepakt en vermoord. Hierna kwam een enorme
deportatiebeweging op gang. De deportaties waren zorgvuldig voorbereid.
De Speciale Organisatie die ze uitvoerde bestond voor een groot deel uit
vrijgelaten gevangenen. Andere deelnemers waren Turkse overlevenden van
recente etnische zuiveringen op de Balkan. “Het waren precies deze
mensen die zelf net ontsnapt waren aan een bloedbad, die nu een leidende
rol zouden spelen bij het zuiveren van Anatolie van ‘Niet-Turkse’
elementen. Onder het mom van evacuatie en hervestiging werden duizenden
Armeniërs verdreven naar wat nu Syrië en Irak is. Zij werden
blootgesteld aan zware mishandeling, verkrachting en uithongering.
Slechts weinigen hebben de massale deportatie overleefd.
De gevolgen van de gebeurtenissen uit 1915 duren
voort tot op de dag van vandaag. Begrippen als ‘mensenrechten’ en
‘democratie’ worden in het onderbewuste van veel Turken nog steeds
geassocieerd met onderwerping. In de officiële Turkse geschiedschrijving
is – net als die van andere staten die op Ottomaanse bodem zijn ontstaan-
het taboe op het beschrijven van de eigen wandaden nog steeds
onverminderd van kracht. Pas in de laatste decennia is in het westen het
besef doorgedrongen dat zich 25 jaar voor de Holocaust een enorm drama
heeft voltrokken. En ook nu nog wentelen Rusland, Groot-Brittannië en
andere voormalige grootmachten zich in zalige onwetendheid omtrent hun
eigen aandeel in die zwarte periode. De geschiedschrijving zit ook hen
op de hielen. Akcams boek is zowel een Turkse als een academische
bijdrage aan het doorbreken van het taboe. En wellicht kunnen westerse
historici meewerken aan een noodzakelijke vruchtbare toekomstige dialoog
tussen Turken en Armeniërs.
Taner Akcam heeft zijn boek opgedragen ter
nagedachtenis van Haji Halil, een vrome Turkse moslim die de leden van
een Armeens gezin voor deportatie en ondergang behoedde door ze een
halfjaar lang veilig te verbergen, waarmee hij zijn eigen leven in de
waagschaal stelde. Zijn moedige daad wijst de weg naar een ander soort
relatie tussen Turken en Armeniërs.
Taner Akcam (1953) is socioloog en historicus. In
1976 werd hij tot tien jaar gevangenisstraf veroordeeld vanwege zijn
bijdrage aan de oprichting van een links studentenblad. Via een zelf
gegraven tunnel wist hij te ontsnappen uit de gevangenis. Hij vluchtte
naar Duitsland waar hij politiek asiel kreeg. Sinds kort doceert hij aan
de universiteit van Minnesota.
Lennie Haarsma
Juli 2007
Geraadpleegde bronnen:
-
Artikel over Armeense genocide en
toetreding van Turkije tot de Europese Unie in het Friesch Dagblad/ 28
december 2004
-
Interview met Tacan Ildem, ambassadeur voor
Turkije in Nederland in Elsevier / 7 oktober 2006.
-
Artikel uit Trouw met een interview met de
schrijver/ 22 december 2006.
-
Artikel Ton Zwaan over de ‘vergeten’
genocide’van het Centrum voor Holocaust-en Genocidestudies.
-
Artikel over de schandvlek van de Turkse
natie in de Volkskrant/ 15 juni 2007.
-
Artikel over de jaarlijkse herdenking van
de genocide op Armeniërs in De Groene Amsterdammer/ 27 april 2007.