Met deze vraag begon het.
> Ingeborg, ben jij doof geboren?
En Ingeborg ging hier uitgebreid opin.
Nee ik ben niet doof geboren. Zo rond mijn vierde werd ik
door een onbekende oorzaak ineens doof. Dat heet in vaktermen postlinguale doofheid. Wat
vooral inhoudt dat mijn spraakontwikkeling al wel op gang was gekomen voordat ik doof
werd. En meteen goed ook volgens mijn moeder. Ook nu nog zing ik bijvoorbeeld graag in een
vrolijke bui.
> Maakt doof zijn lezen nu moeilijker omdat begrippen moeilijker overkomen,
zoals ik me wel eens heb laten vertellen??
Voor mij niet. Ik had daarvoor al heel jong leren
lezen en was typisch zo'n kind dat helemaal wegdroomde in een boek. Communicatie is juist
mijn fort :-)
Het is niet automatisch zo dat vanwege het taalbegrip doven
moeite hebben met lezen. Omgekeerd werkt het net zo min: Niet elke horende geniet van
boeken. Hetgeen op deze lijst uiteraard vloeken in de kerk is :-) Het is eerder een
combinatie van factoren. Heel heel algemeen generaliserend kun je stellen dat lezen
inderdaad lastig kan zijn. Dat heeft meer te maken met het feit dat je taalaanbod te
beperkt is. Tegenwoordig is het streven om heel jonge dove kinderen direct tweetalig op te
voeden in Nederlands en Nederlandse gebarentaal (NGT). Daardoor genereren ze een beter
taalaanbod en taalbegrip. Daarnaast is NGT uiteraard heel sterk conceptueel en visueel.
Het is dan ook bijna niet te doen om een boek te schrijven in NGT. Wie Nederlands niet
optimaal beheerst zal niet snel plezier hebben van het lezen in deze 'vreemde taal'. Het
verschil met een horende is hierbij de eenvoudigere verwerving van taalaanbod en
taalbegrip door simpelweg te luisteren en te vragen.
Even preken voor eigen parochie: Stimuleren van lezen is in
mijn ogen een groot goed juist omdat je als dove te makkelijk een beperkt taalaanbod
meekrijgt door je handicap.
Daarop kwamen andere vragen:
> Nu kan ik eindelijk eens aan
iemand vragen wat ik me al heel lang afvraag, is er verschil tussen de gebarentalen uit
verschillende landen? Eigenlijk denk ik het wel omdat je over Nederlandse gebarentaal
spreekt, maar ik vraag me dat af.
En weer goede uitleg:
De toren van Babel is niet aan de doven voorbij gegaan :-)
Elke gemeenschap heeft zijn taal, zo ook elk land zijn gebarentaal. Er bestaat geen
universele gebarentaal net zomin als je een universele taal hebt.Uiteraard zijn er
onderlinge overeenkomsten naast verschillen, net zoalsje dat hebt tussen talen onderling.
Gebarentalen zijn echte talen, in een manuele vorm. Vaak
wordt nog ten onrechte gedacht dat gebarentalen een soort huis-tuin-keukentaaltjes zijn,
als afgeleide van de oorspronkelijke gesproken taal. Niets is minder waar. Aangezien dit
een boekenlijst pur sang is - en geen chatlijst- zet ik er gauw gauw een boektitel bij :-)
Tip der tip: 'Gebarentaal, de taal van doven in Nederland'. Geschreven door journaliste
Liesbeth Koenen en de drie heren van Vi-Taal Tony Bloem (een dove acteur) Ruud Jansen en
Albert van de Ven. Te koop voor f 55,-. in de boekhandels en bij de leuke winkel van
Vi-Taal zelf in Den Haag. Zie:
http://www.denhaag.org/~vitaal/gebarenwinkel/index.html
De opmerking van Ingeborg:
>Even preken voor eigen parochie:
Stimuleren van lezen is in mijn ogen een groot goed juist omdat je als dove te makkelijk
een beperkt taalaanbod meekrijgt door je handicap.
riep de volgende reactie op
> Dat dacht ik ook altijd. Maar ik las een van de boeken
van Hannah Green, dat ging over dove ouders van een horend kind, en daar kwam naar voren
dat het kind heel moeilijk zegswijzes en dergelijke kon vertalen voor haar ouders (moeders
doet werk als de anderen staken, en dan worden er dingen geroepen als ´je steelt het
brood uit onze mond´ en dan wil moeders laten zien dat ze helemaal geen brood mee heeft,
dat is het voorbeeld dat mij nog bijstaat).
Daarvoor had ik altijd het idee gehad dat lezen juist goed
is, omdat je door aanbod van taal beter wordt in taal, ongeacht door welk medium dat
gebeurd. Maar later las ik ook wel eens een artikel over liplezen of juist niet bij dove
kinders om als moedertaal te leren (zal wel rond het uitkomen van ´children of a lesser
god´ geweest zijn bedenk ik me nu) en daar was dat een discussiepunt.
Vandaar dat ik het eens aan een ervaringsdeskundige wilde
vragen ;-)
Het antwoord:
> Dat is een andere item en komt bij elke
vertaling voor. Dit probleem is niet exclusief voor gebarentaalgebruikers zoals doven of
tolken. Vertalen vanuit de ene taal naar een andere blijft altijd lastig waar het aankomt
op spreekworden, gezegdes of spreuken. Veel mensen maken onwillekeurig nog de fout
letterlijk te vertalen in plaats van literair.
Datzelfde gold inderdaad voor de moeder uit jouw sneue
voorbeeld. Jij en ik kunnen ook nix met de letterlijke vertaling 'dat is niet mijn kop van
thee' maar weer wel met 'daar heb ik nix mee'. Toen mijn docent Engels eens opmerkte 'I
smell a rat' keken de meiden in de groep onwillekeurig naar beneden en om zich heen.
De verdere discussie:
> Ik had in mijn
hoofd (maar het is een tijd terug, ik weet het niet precies meer allemaal) dat het
als expliciet probleem van gebarentaal werd gegeven, dat dat een beperkter
vocabulair is en dus nauwelijks literair te gebruiken.
Dat kan ik verwijzen naar het rijk der fabelen. Elke
taal heeft zijn eigen idioom. Ook gebarentaal verschilt hierin niet. De denkfout is
namelijk wat ik al eerder aangaf: niet het idioom is het probleem maar het idee dat
enerzijds gebarentaal een huis-tuin- en keukentaaltje is (dus een primaire en rudimentaire
taal, lees: weinig waardevolle taal). En anderzijds dat het gaat om het ontbreken van
taalaanbod.
Laat ik dat laatste toelichten. Gebarentaal beheersen veel
ouders van dove kinderen niet, zij leren deze taal vaak pas tegelijk met hun kindje.
Waardoor vanaf het begin al te weinig taalaanbod ontstaat. Ook de docenten van dove
kinderen beheersen niet voldoende Nederlandse gebarentaal (NGT). Al met al krijgt het kind
dus te weinig kwalitatief taalaanbod. Dit probleem is onderkend en tegenwoordig wordt er
hard aan gewerkt op de doveninstituten om dit op te vangen.
> Dat vond ik juist
zo vreemd, want ik heb altijd gedacht dat gebarentaal gewoon een andere taal was,
net als Engels of wat dan ook, maar met een uitgebreide woordenschap. Dat je doof
geboren bent hoeft toch niet te betekenen dat je minder woorden nodig hebt?
Je hebt helemaal gelijk meid.
> Integratie in de maatschappij, die ge-ent
is op sprekende mensen en daar je eigen taalbeheersing op aanpassen (want dan wordt je
moedertaal een taal die je niet kunt spreken), met als voordeel dat je dus ook
gemeenschappelijk begrippenkader hebt. Of juist een eigen (gebaren)taal leren en
goed leren beheersen, zodat je je daar perfect in uit kunt drukken en niet als een
soort ´tweederangs´ sprekende wordt gezien. Zo ongeveer.
Dat is een hele uitwerking inderdaad :-) Ik kom in
de verleiding hier lekker diep op in te gaan maar aarzel vanwege het gegeven dat dit geen
primaire taal/communicatielijst is. Word ik vriendelijk verzocht dit item ergens anders te
voeren? Of heb ik permissie?
>Ik moet eerlijk zeggen dat ik lees en bij de vraag blijf steken
hoor, ik weet er niet genoeg van om een doordachte mening te hebben.
Geen zorg, ik kan je feiten en meningen aandragen
:-) .
> Doet mij een beetje denken aan de
discussie momenteel over allochtone kindertjes; moet je de ouders verplichten
halfbakken Nederlands met ze te spreken, of moet je de ouders leren hun kinderen
perfect de allochtone taal te beheersen om zo de juiste basis te leggen voor
Nederlands.
Het laatste, voedt een kind consequent tweetalig op
waarbij de talen kwalitatief en kwantitatief aan elkaar gelijkgesteld worden. Dat blijkt
het beste te werken volgens onderzoeken.
> Ik heb me trouwens
n.a.v. de discussie liplezen/gebarentaal ook afgevraagd of dove kinders dan niet
´tweetalig´ opgevoed kunnen worden.
Tuurlijk kan dat. Of mensen het willen en kunnen is
vers twee. In elk geval is dit wel het huidige streven.
>Als er maar genoeg
aanbod is in beide talen, en het voor het kind voordelen biedt om ze te beheersen.
Yep! Met de opmerking dat het niet direct aan het
kind is om die voordelen te benoemen of te weigeren :-)
En dat was dus Boekgrrl Ingeborg die ons de
nodige inzichten verschafte. Als 'onbezoldigde ervaringsdeskundige' heeft zij veel
opgestoken in een afgbroken HBO-studie leraar Nederlandse Gebaren Taal. Rode draad in haar
leven is 'communicatie'. Haar huidige functie bestaat uit het tekstueel
corrigeren en redigeren van de interne en externe schriftelijke en visuele communicatie
bij een digitaal communicatie-bedrijf. Mochten er vragen zijn opgekomen bij het lezen van
de samenvatting van onze mailuitwisseling, dan kunnen die gestuurd worden naar:
vlinder@angelfire.com
misschien heeft Ingeborg dan het antwoord.