Doof en lezen


knipoogtrans.gif (7302 bytes)

Met deze vraag begon het.

> Ingeborg, ben jij doof geboren?

En Ingeborg ging hier uitgebreid opin.

Nee ik ben niet doof geboren. Zo rond mijn vierde werd ik door een onbekende oorzaak ineens doof. Dat heet in vaktermen postlinguale doofheid. Wat vooral inhoudt dat mijn spraakontwikkeling al wel op gang was gekomen voordat ik doof werd. En meteen goed ook volgens mijn moeder. Ook nu nog zing ik bijvoorbeeld graag in een vrolijke bui.

> Maakt doof zijn lezen nu moeilijker omdat begrippen moeilijker overkomen, zoals ik me wel eens heb laten  vertellen??

Voor mij niet. Ik had daarvoor al heel jong leren lezen en was typisch zo'n kind dat helemaal wegdroomde in een boek. Communicatie is juist mijn fort :-)

Het is niet automatisch zo dat vanwege het taalbegrip doven moeite hebben met lezen. Omgekeerd werkt het net zo min: Niet elke horende geniet van boeken. Hetgeen op deze lijst uiteraard vloeken in de kerk is :-) Het is eerder een combinatie van factoren. Heel heel algemeen generaliserend kun je stellen dat lezen inderdaad lastig kan zijn. Dat heeft meer te maken met het feit dat je taalaanbod te beperkt is. Tegenwoordig is het streven om heel jonge dove kinderen direct tweetalig op te voeden in Nederlands en Nederlandse gebarentaal (NGT). Daardoor genereren ze een beter taalaanbod en taalbegrip. Daarnaast is NGT uiteraard heel sterk conceptueel en visueel. Het is dan ook bijna niet te doen om een boek te schrijven in NGT. Wie Nederlands niet optimaal beheerst zal niet snel plezier hebben van het lezen in deze 'vreemde taal'. Het verschil met een horende is hierbij de eenvoudigere verwerving van taalaanbod en taalbegrip door simpelweg te luisteren en te vragen.

Even preken voor eigen parochie: Stimuleren van lezen is in mijn ogen een groot goed juist omdat je als dove te makkelijk een beperkt taalaanbod meekrijgt door je handicap.

Daarop kwamen andere vragen:

> Nu kan ik eindelijk eens aan iemand vragen wat ik me al heel lang afvraag, is er verschil tussen de gebarentalen uit verschillende landen? Eigenlijk denk ik het wel omdat je over Nederlandse gebarentaal spreekt, maar ik vraag me dat af.

En weer goede uitleg:

De toren van Babel is niet aan de doven voorbij gegaan :-) Elke gemeenschap heeft zijn taal, zo ook elk land zijn gebarentaal. Er bestaat geen universele gebarentaal net zomin als je een universele taal hebt.Uiteraard zijn er onderlinge overeenkomsten naast verschillen, net zoalsje dat hebt tussen talen onderling.

Gebarentalen zijn echte talen, in een manuele vorm. Vaak wordt nog ten onrechte gedacht dat gebarentalen een soort huis-tuin-keukentaaltjes zijn, als afgeleide van de oorspronkelijke gesproken taal. Niets is minder waar. Aangezien dit een boekenlijst pur sang is - en geen chatlijst- zet ik er gauw gauw een boektitel bij :-) Tip der tip: 'Gebarentaal, de taal van doven in Nederland'. Geschreven door journaliste Liesbeth Koenen en de drie heren van Vi-Taal Tony Bloem (een dove acteur) Ruud Jansen en Albert van de Ven. Te koop voor f 55,-. in de boekhandels en bij de leuke winkel van Vi-Taal zelf in Den Haag. Zie:

http://www.denhaag.org/~vitaal/gebarenwinkel/index.html

De opmerking van Ingeborg:

>Even preken voor eigen parochie: Stimuleren van lezen is in mijn ogen een groot goed juist omdat je als dove te makkelijk een beperkt taalaanbod meekrijgt door je handicap.

riep de volgende reactie op

> Dat dacht ik ook altijd. Maar ik las een van de boeken van Hannah Green, dat ging over dove ouders van een horend kind, en daar kwam naar voren dat het kind heel moeilijk zegswijzes en dergelijke kon vertalen voor haar ouders (moeders doet werk als de anderen staken, en dan worden er dingen geroepen als ´je steelt het brood uit onze mond´ en dan wil moeders laten zien dat ze helemaal geen brood mee heeft, dat is het voorbeeld dat mij nog bijstaat).

Daarvoor had ik altijd het idee gehad dat lezen juist goed is, omdat je door aanbod van taal beter wordt in taal, ongeacht door welk medium dat gebeurd. Maar later las ik ook wel eens een artikel over liplezen of juist niet bij dove kinders om als moedertaal te leren (zal wel rond het uitkomen van ´children of a lesser god´ geweest zijn bedenk ik me nu) en daar was dat een discussiepunt.

Vandaar dat ik het eens aan een ervaringsdeskundige wilde vragen ;-)

Het antwoord:

> Dat is een andere item en komt bij elke vertaling voor. Dit probleem is niet exclusief voor gebarentaalgebruikers zoals doven of tolken. Vertalen vanuit de ene taal naar een andere blijft altijd lastig waar het aankomt op spreekworden, gezegdes of spreuken. Veel mensen maken onwillekeurig nog de fout letterlijk te vertalen in plaats van literair.

Datzelfde gold inderdaad voor de moeder uit jouw sneue voorbeeld. Jij en ik kunnen ook nix met de letterlijke vertaling 'dat is niet mijn kop van thee' maar weer wel met 'daar heb ik nix mee'. Toen mijn docent Engels eens opmerkte 'I smell a rat' keken de meiden in de groep onwillekeurig naar beneden en om zich heen.

De verdere discussie:

> Ik had in mijn hoofd (maar het is een tijd terug, ik weet het niet  precies meer allemaal) dat het als expliciet probleem van gebarentaal  werd gegeven, dat dat een beperkter vocabulair is en dus nauwelijks  literair te gebruiken.

Dat kan ik verwijzen naar het rijk der fabelen. Elke taal heeft zijn eigen idioom. Ook gebarentaal verschilt hierin niet. De denkfout is namelijk wat ik al eerder aangaf: niet het idioom is het probleem maar het idee dat enerzijds gebarentaal een huis-tuin- en keukentaaltje is (dus een primaire en rudimentaire taal, lees: weinig waardevolle taal). En anderzijds dat het gaat om het ontbreken van taalaanbod.

Laat ik dat laatste toelichten. Gebarentaal beheersen veel ouders van dove kinderen niet, zij leren deze taal vaak pas tegelijk met hun kindje. Waardoor vanaf het begin al te weinig taalaanbod ontstaat. Ook de docenten van dove kinderen beheersen niet voldoende Nederlandse gebarentaal (NGT). Al met al krijgt het kind dus te weinig kwalitatief taalaanbod. Dit probleem is onderkend en tegenwoordig wordt er hard aan gewerkt op de doveninstituten om dit op te vangen.

> Dat vond ik juist zo vreemd, want ik heb altijd gedacht dat  gebarentaal gewoon een andere taal was, net als Engels of wat dan ook,  maar met een uitgebreide woordenschap. Dat je doof geboren bent hoeft  toch niet te betekenen dat je minder woorden nodig hebt?

Je hebt helemaal gelijk meid.

> Integratie in de maatschappij, die ge-ent is op sprekende mensen en daar je eigen taalbeheersing op aanpassen (want dan wordt je moedertaal een taal die je niet kunt spreken), met als voordeel dat je dus ook   gemeenschappelijk begrippenkader hebt. Of juist een eigen (gebaren)taal  leren en goed leren beheersen, zodat je je daar perfect in uit kunt  drukken en niet als een soort ´tweederangs´ sprekende wordt gezien. Zo  ongeveer.

Dat is een hele uitwerking inderdaad :-) Ik kom in de verleiding hier lekker diep op in te gaan maar aarzel vanwege het gegeven dat dit geen primaire taal/communicatielijst is. Word ik vriendelijk verzocht dit item ergens anders te voeren? Of heb ik permissie?

>Ik moet eerlijk zeggen dat ik lees en bij de vraag blijf steken hoor, ik weet er niet  genoeg van om een doordachte mening te hebben.

Geen zorg, ik kan je feiten en meningen aandragen :-) .

> Doet mij een beetje denken aan de discussie momenteel over allochtone  kindertjes; moet je de ouders verplichten halfbakken Nederlands met ze  te spreken, of moet je de ouders leren hun kinderen perfect de  allochtone taal te beheersen om zo de juiste basis te leggen voor Nederlands.

Het laatste, voedt een kind consequent tweetalig op waarbij de talen kwalitatief en kwantitatief aan elkaar gelijkgesteld worden. Dat blijkt het beste te werken volgens onderzoeken.

> Ik heb me trouwens n.a.v. de discussie liplezen/gebarentaal ook  afgevraagd of dove kinders dan niet ´tweetalig´ opgevoed kunnen  worden.

Tuurlijk kan dat. Of mensen het willen en kunnen is vers twee. In elk geval is dit wel het huidige streven.

>Als er maar genoeg aanbod is in beide talen, en het voor het  kind voordelen biedt om ze te beheersen.

Yep! Met de opmerking dat het niet direct aan het kind is om die voordelen te benoemen of te weigeren :-)

En dat was dus Boekgrrl Ingeborg die ons de nodige inzichten verschafte. Als 'onbezoldigde ervaringsdeskundige'  heeft zij veel opgestoken in een afgbroken HBO-studie leraar Nederlandse Gebaren Taal. Rode draad in haar leven is 'communicatie'. Haar huidige functie bestaat uit het tekstueel corrigeren en redigeren van de interne en externe schriftelijke en visuele communicatie bij een digitaal communicatie-bedrijf. Mochten er vragen zijn opgekomen bij het lezen van de samenvatting van onze mailuitwisseling, dan kunnen die gestuurd worden naar:

vlinder@angelfire.com

misschien heeft Ingeborg dan het antwoord.

 

           Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 16/11/06  Eisjen

Terug naar top pagina