"Strangers on an afternoon, exchanging glances"
In de reeks 'Literaire ontmoetingen in het wild' vandaag het verhaal over hoe een onzer
boekgrrls op een druilerige doch zonnige zaterdagmiddag man met hond passeerde en pas
achteraf besefte dat het hier een Echte Schrijver betrof.
I
Wie zien wij daar? Warempel het is boekgrrl H. in haar nieuwe regenjas, puffend en
hijgend komt zij met de fiets in de hand de steile Brugstraat opgeklommen. In de verte op
het spoorbruggetje ontwaart zij de gestalte van een man met hond.
II
Aangekomen op het bruggetje probeert onze boekgrrl enigszins bevallig weer op de fiets
te stappen, zonder te kijken met haar voet het pedaal zoekend, wat natuurlijk niet één,
twee, drie lukt. Man met hond komt dichterbij, wuivend wit haar, snor, brilletje,
gesoigneerde verschijning, midden 50. Zij denkt: ik ken die man. En die hond ken ik ook.
III
H. kijkt naar man, man kijkt terug. H. denkt: wie is dat toch? Maar kan man met hond
niet meteen thuisbrengen. Zij komen naderbij. Linkervoet van H, vindt eindelijk trapper,
zij zet drie keer af met rechterbeen en fietst verder waarbij het haar ineens te binnen
schiet: dat was de schrijver Jan Siebelink!
IV
Bruggetje over fietsend denkt H.: ik had hem moeten aanspreken! Is u niet de schrijver
J.S.? Laatst heb ik nog van u met veel genoegen een kort verhaal gelezen over dat jongetje
op de boerderij van zijn opa! Ik heb er nog over gemaild naar de boekgrrls! De Boekgrrls!
Ja, boek en dan girlsl! Nee, dat zijn volwassen vrouwen. Waarom ze zichzelf dan grrls
noemen weet ik ook niet. Zeg, Echte Schrijver J.S., ik woon hier vlakbij, gaat u mee?
Blieft u een kopje thee? Koekje erbij? Wil u mijn boekenverzameling zien?
V
H. fietst door naar huis alwaar zij een kopje thee zet, de boodschappen opruimt en weer
de zaterdagse krant niet geheel gelezen op de stapel gooit, J.S. wandelt met hond verder
naar station waar hij de trein naar woonplaats E. neemt, onderweg nog een paar keer mensen
tegenkomend die hem vragend aankijken: ken ik u niet ergens van?
Hilde