Dit boek nam ik mee tijdens Elma's Halloween
ruilavond. Deze dag leek me
een passende om het te lezen :-)
Amsterdam, rond 1898. Het is de tijd van de kroning van Wilhelmina, het opkomend socialisme, van een grenzeloos vertrouwen in de toekomst en van
een grote belangstelling voor spiritualiteit. De villa's in Zuid schieten
als paddestoelen uit de grond. De rijken zijn rijk, maar de werklieden en
lui van nog lager allooi op zijn best soberheid, maar meestal armoede kennen.
Hoofdpersoon is Hector, een dandy in hart en nieren en dat maakt Komrij
ons duidelijk door een stukje uit Baudelaires ‘De schilder van het moderne
leven’. Hij weet vanuit de arme Nes het welvarende Zuid binnen te dringen
door zich aan te bieden als medium - een bemiddelaar tussen de wereld van
de geesten en die van de levenden. In de weelderige huizen van de rijken
houdt hij seances. Het publiek is gretig en hij voldoet aan hun wensen,
verlangens en dromen. Ook Hectors beste vriend George heeft visioenen van
een nieuwe wereld. Hij is een vurig pleitbezorger van het socialisme, dat
onder de arme bevolking aan de man moet worden gebracht. George bezoekt
talloze bijeenkomsten waar wordt opgeroepen tot saamhorigheid en verzet
tegen de machthebbers, en zoekt naarstig naar een manier om de heersende
klasse ten val te brengen.
Volgens Hector is George de hoofdpersoon. En dat geeft de roman vaagheid
nummer één. Nergens maakt Hector/Komrij duidelijk waarom. Is het omdat
juist door het spaak lopen van de vriendschap (maar was het wel
vriendschap) Hector besluit zijn leven geen wending te geven? De karakters
van Hector en George blijven eveneens vaag; ze komen geen van tweeën echt
tot leven. Het blijven personen op afstand, van elkaar (wie de vriendschap
begrijpt, schrijve het mij) en van de lezer. Komrij biedt nog meer
vaagheden. Blijkbaar wilde hij niet worden gehinderd door de precisie van
historisch Amsterdam. Af en toe smijt hij met de naam van een gebouw dat
in die tijd werd gebouwd, een wijk die toen ontstond (Y-Y, de huidige
Pijp), maar het lijkt me niet aan te bevelen een van Hectors wandelingen
na te lopen. De beschrijvingen van de sfeer van het Amsterdam van toen,
zijn evenwel zeer de moeite waard! Nog zijn de vaagheden niet ten einde.
Komrij legt in het verhaal een lijn aan over een diefstal en een bordeel
vol met kinderhoertjes. Hij laat ons achter met de losse eindjes.
Het boek is indertijd geloof ik - neergesabeld door de critici. Ach, ik
heb wel slechtere boeken gelezen. Maar je kunt je inderdaad afvragen of je
van de ‘dichter des vaderlands niet wat meer zou mogen verwachten. In ieder geval had hij de verhaallijnen scherper mogen afhechten.
Al eerder gezegd: ik ben niet zo van citaten. Maar ik wil jullie een
opvallende zin in de tijdgeest - niet onthouden:
Gisteren nog hebben de agenten iemand dood op straat aangetroffen. Dat was een andere zaak. Dat was een moord op een man van stand
geweest, iemand met centen. Ze zeggen dat hij bouwondernemer was. Bebloed lag hij
op de keien, zijn schedel ingeslagen en half uitgekleed. Met een mes was
een papier op zijn borst vastgestoken. ‘De stem van een arbeider, had iemand daar met een potlood op
gekrabbeld.
Dat laat meer weer zien dat zulke gruwelen van alle tijden en alle
geloven zijn. Het boek blijft een ruilboek, dus als er liefhebbers zijn.
Het is wel wachten op ontmoetingsmomenten, want het is een gebonden boek.