Op 4 januari 2004 heb ik 'De houdgreep' van Joost Zwagerman uitgelezen. Zijn
debuut uit 1986. Eerst maar even de achterflap. Die meldt:
'Met 'De houdgreep' maakte Joost Zwagerman, de schrijver van onder andere
'Gimmick!' En 'Vals licht', zijn debuut. De roman werd lovend besproken door
de kritiek. Zwagerman werd vooral geprezen om zijn combinatie van spontaniteit en literair raffinement. 'De houdgreep' is een
liefdesroman. Zwagerman vertelt het verhaal van de eerste verliefdheid van Adriënne en
Ingmar. Zij ontmoeten elkaar in Londen, waar Adriënne werkt als au pair.
Ingmar bezoekt er zijn broer Siewald, een succesvol maker van videoclips
voor popgroepen. Wanneer deze de twee jonggelieven aanbiedt in zo'n clip te
acteren, belanden Ingmar en Adriënne in een film die net zo sprookjesachtig
lijkt te zijn als hun liefde. 'De houdgreep' is een roman over de prettige
angst jezelf te verliezen in een ander; over het onvermijdelijke verlies van
de onschuld.'
Tsja, dat vind ik toch wat te veel eer. Mijn indruk in één zin: beginnend
schrijver die diepzinnig, filosofisch en literair probeert de doen. (gewoon
veel bijvoeglijke naamwoorden gebruiken, dan wil het wel, zo'n oordeel in
één zinnetje) Ik heb het gelezen omdat ik nu eenmaal graag oeuvres lees (of liever gezegd:
vind dat ik die mOEt lezen. Waarom? Al sla je me dood) en wel al een paar
andere boeken van Zwagerman (Gimmick!, Zes sterren, De buitenvrouw, Vals
Licht) had gelezen. 'De Houdgreep' ontbrak nog.
Ik stoorde me dus aan Zwagermans moeilijkdoednerij. Zo heeft hij het bijvoorbeeld consequent over 'Ingmar Booy en Adriënne'. Het zal heus een
leuke combinatie van namen zijn 'Ingmar Booy', maar ik foeterde op een
bepaald moment dat ik nou ook wel eens wilde weten hoe die Adriënne van
achteren heet. (Jansen? De Vries?)
Ook opvallend (en storend) vond ik Zwagermans archaïsche woorden: thans,
echter, reeds, immers, welnu enz. Je zou niet zeggen dat dit dezelfde postmoderne schrijver is als die van 'Gimmick!', die hier spreekt. Een
alineaatje om te laten zien wat ik bedoel (p. 125):
'Onwaarachtig? Ingmar Booys vertrek onwaarachtig? - Welnu, zo verliefde mensen al werkelijk leven en zich niet bezighouden met het verlangen het
bestaan van de ander voor eigen rekening te nemen, dan toch níét vlak voor
en tijdens het vertrek van één van hen. Immers, beiden zijn dan enkel en
alleen geconcentreerd op de ophanden zijn de scheiding; niet wordt er zoiets
obligaats en terzelfder tijd onmogelijks volbracht als 'het genieten van de
laatste gedeelde momenten', nee, iedere blik op de ander wordt geworpen om
te onderzoeken. En: onderzocht wordt dan niet de pijn die rondtrekt in de
ogen van de ander, maar veeleer het eigen toekomstige verdriet. Ja, ook Ingmar Booy en Adriënne moesten eraan geloven; ze hadden niet langer oog
voor elkaar, maar waren in plaats daarvan gespitst op de eigen, de
afzonderlijke, de moedwillig afgezonderde tragiek. Slachtoffers waren ze, en
als slachtoffers gedroegen ze zich: in zichzelf gekeerd, onwaarachtig en
soms bijna autistisch.' (pfoeh!)
Wel intrigerend vond ik dit: Adriënne krijgt op een bepaald moment (het is
de periode waarin de videoclip wordt opgenomen) last van vreselijke
nachtmerries. In die dromen ziet ze haar buik reusachtig opzwellen, ze
beschrijft zichzelf als zwanger. Ze praat erover met Ingmar en hij vraagt
aarzelend of ze niet écht zwanger is. Adriënne zegt dat ze nooit een kind
zou willen, maar ook geen abortus. Ze zegt (p. 114): 'Nooit. Liever nog steek ik me de ogen uit met van die naalden zodat ik mezelf, die buik van
me, mijn afgezakte lichaam tenminste niet hoef te zien. Want dat weet jij
net zo goed als ik, jij kleine Ingmar Booy: dan ben ik het aanzien niet meer
waard.' (Het personage Adriënne is tot dat moment vrij oppervlakkig
uitgewerkt, dus dit geeft ineens een heel andere indruk van Adriënne) Ingmar
bespreekt de kwestie met zijn broer Siewald, die verkondigt dat 'Emmy Bovary
gewoon niks is bij Adriënne'.
Maanden later gaat de videoclip in premiére, Adriënne is nog in
Londen, Ingmar alweer thuis in Amsterdam. Beiden kijken gespannen naar de eerste
uitzending en dan blijkt Adriënne als een soort stripfiguurtje te zijn
bijgewerkt: ze heeft inderdaad zo'n enorme zwangere buik opgetekend
gekregen. Vreselijk natuurlijk, Siewald blijkt een rotzak.
Overigens kan Joost Zwagerman wél erg goed lezingen houden. Ik ben vorig
jaar naar 2 lezingen van hem geweest. Eén ging over manisch depressieve
stoornissen bij kunstenaars. Zwagerman had zich laten inspireren door zijn
vriend de schrijver Rogi Wieg
(Kameraad scheermes schreef hij onlangs) en
door de Amerikaanse schrijfster Kay
Redfield-Jamison en haar boek 'Touched with fire'. Waren erg aangrijpende en interessante lezingen.
Tot zover, een enorm lang verhaal over een niet zo bijzonder boekje.