Julius
Hertzfeld, psychiater, krijgt te horen dat hij kanker heeft en nog
een ‘goed’ jaar te
leven heeft. Hij is begin zestig, weduwnaar en verknocht aan zijn
werk.
In zijn
paniek over de naderende dood herleest hij Nietzsche' s "Aldus sprak
Zarathoestra". Volgens Julius een moedig boek, dat 'leert hoe het
leven te eren en te vieren.' Dit boek helpt hem te besluiten
het leven gewoon verder te leven zo lang dat mogelijk is, ipv het
door zijn kanker te laten bepalen. Nietzche's stelling dat ' we
ons leven zo moeten leiden dat we bereid zouden zijn hetzelfde leven tot
in de eeuwigheid te herhalen' wil hij in de praktijk proberen te
brengen. "Leef intens en sterf op het juiste moment" .
Julies
erkent dat sommige van zijn therapieën mislukt waren en neemt contact op met een
ex-patiënt. Drie jaar lang behandelde hij Philip, een zeer intelligente
chemicus in verband met zijn sexverslaving. Philip had in die drie jaar
geen sessie overgeslagen, maar stopte zonder enige reden van de ene op
de andere dag. Julius had hem nooit weer gezien. Tot zijn verbijstering
ontdekt hij dat Philip, ondertussen gepromoveerd in de filosofie, een
opleiding tot therapeut aan het volgen is. De man die niet in staat was
om ook maar met iemand normaal te communiceren en als enig contact
alleen sexueel contact wilde, wil nu relatietherapie gaan geven. Philip
moet alleen nog een aantal sessies onder begeleiding doen en mag daarna
aan de slag als therapeut. Philip vraagt Julius of hij zijn begeleider
wil zijn en Julius stemt hiermee in op voorwaarde dat Philip aan zijn
eigen therapiegroep deelneemt.
Als
Philip deel gaat nemen aan de groep blijkt dat hij zijn hele bestaan en
zijn omgang met mensen laat bepalen door de theorieën van Schopenhauer.
Elke vraag die in de groep naar voren komt, of elk conflict dat ontstaat
meent hij te kunnen beantwoorden of op te lossen met citaten van
Schopenhauer, de man wiens filosofie hem van zijn sexverslaving heeft
verlost, aldus Philip.
De groep
bestaat op het moment dat Philip er bij komt uit:
-
Bonnie,
die overhoop ligt met haar ex en haar dochter en zich extreem eenzaam
voelt. De groep is haar leven.
-
Stuart,
een arts die bang is dat zijn vrouw hem zal verlaten.
-
Gil,
die niet meer met zijn vrouw communiceert en alcoholist is
-
Rebecca, die volkomen van slag is
omdat haar extreme schoonheid aan het verwelken is en 'niet iedereen
meer opkijkt als zij een restaurant binnenkomt' en
-
Tony,
de buschauffeur. De enige met nauwelijks enige opleiding en aan wie
dan ook alle moeilijke woorden die gebruikt worden uitgelegd moet
worden. Hij komt net uit de gevangenis omdat hij zijn ex-vriendin te
hardhanding had aangepakt.
Afwezig
op het moment dat Philip deel gaat nemen aan de groepstherapie is Pam.
Een hoogleraar literatuurwetenschappen. Zij is naar India vertrokken om
enkele weken in retraite te gaan. De groep kan haar namelijk niet af
helpen
van haar obsessie: waarom is haar getrouwde minnaar niet
bij haar in is getrokken, nadat zij zelf van haar oudere echtgenoot, een
vrouwenarts die niet met zijn handen van zijn patiënten af kon blijven,
gescheiden is.
Als Pam
terugkomt dreigt de groep, die net min of min aan Philip gewend is en
hem ook bewondert om zijn filosofische kennis, uit elkaar te klappen
omdat blijkt dat Pam, 15 jaar geleden toen Philip als assistent
docent filosofie les gaf aan haar universiteit het
'slachtoffer' van zijn sexverslaving is geweest. Zij was één van
de honderden vrouwen die op zijn lijstje terecht kwam dat hij bijhield
om "de akkers die hij beploegde in kaart te brengen".
Deze
roman, een mengsel van 'literatuur, psychobiografie en
psychotherapeutische pedagogiek', is zo spannend dat ik ergens op
pagina 200 (van de 389) in 'wanhoop' de laatste bladzijde maar
gelezen heb, omdat ik anders dreigde te veel diagonaal te gaan lezen om
toch maar snel te weten hoe of het allemaal af zou lopen. Dat bracht bij
mij de rust om te genieten van het plot, de filosofie en het idee deel
te zijn van de groep. Zoveel menselijke aspekten werden op zo'n
doordringende wijze naar voren gebracht dat ik regelmatig voor me uit
zat te peinzen over hoe ik zelf zou reageren op de zaken die in de groep
naar voren kwamen.
Naast het
leven van 'de groep' vertelt het boek het leven van Schopenhauer.
Telkens is er een hoofdstukje tussendoor waardoor je meer te weten komt
van deze filosoof. De man die blijkbaar voor het eerst seksualiteit openlijk
durfde te bespreken. En door het feit dat hij van niets en
niemand afhankelijk was, religie openlijk af kon doen als een mythe die de
mensen de angst voor de dood moest ontnemen.
Aan het
einde van het boek meende ik het te weten:
De ontwikkeling van iedereen
in de therapiegroep is de ontwikkeling van Schopenhauer zelf. Alle
facetten van de persoon Schopenhauer hebben een uitvergrote rol, een karakter
gekregen in het boek. Schopenhauer was een uiterst gecompliceert mens
die het grootste deel van zijn leven als 'rariteit' werd beschouwd en pas aan het einde van zijn leven werd
geaccepteerd.
Omdat ik dat ook wel eens
van jullie zou willen weten en ook jullie reacties zou willen lezen op
Julius' groep en zijn therapieën, zet ik dit boek vast op de aanbevelingen
voor de volgende leeslijst. Het lijkt me echt een "groepsboek"
:-)
Een
absolute aanraden voor iedereen die geinteresseerd is in het hoe en
waarom van menselijke reacties, die zich wel eens afgevraagd heeft "is
therapie wat voor mij " en die ervan houdt tijdens het lezen van een
spannende roman filosofische wijsheden te zich te nemen en te
overpeinzen.
Enkele
citaten:
De
Bhoedistische ervaring in India:
' Waar
Pam ook keek, zag ze onthouding, opoffering, beperking, en gelatenheid. Wat was er in 's hemelsnaam met het leven
gebeurd? Waar
was de vreugde gebleven, de levenslust, de hartstocht, het carpe
diem? Was het leven zo'n kwelling dat het, omwille van
gelijkmoedigheid opgeofferd diende te worden?'
Philip in
de groep over Bonnie en Rebecca:
'Beiden
worden ze beheerst door de grillen van wat anderen over hen denken.
Met andere woorden, voor allebei geldt dat hun geluk ligt in de handen
en de hoofden voor anderen. Ook de oplossing is voor beiden eender;
hoe meer je jezelf vindt, hoe minder je van een ander nodig hebt.'
Philip
over zichzelf:
'
Niemand nodig hebben, betekent dat je nooit eenzaam bent, de zegen
van het isolement, dat is waar ik naar streef.
(...) Ik heb
ervoor gekozen overdag filosofische counseling te geven en ter
verkrijging van mijn bevoegdheid draai ik nu mee in deze groep.
Dat
betekent dus, zei Stuart, dat je in deze groep je medemensen nodig
hebt, terwijl je uiteindelijke doel is je cliënten te helpen geen
medemensen meer nodig te hebben?'
Philip viel even stil en knikte
toen.'
Over
therapeuten/therapie:
' Als
een patiënt beweert door anderen slecht behandeld te zijn, neemt een
ervaren therapeut dit nooit klakkeloos aan. Integendeel, therapeuten
beseffen dat ieder mens tot op zekere hoogte zelf zijn eigen sociale
omgeving schept, en dat relaties altijd wederkerig zijn.'
Schopenhauer en het huwelijk:
' Met
het klimmen der jaren, liet hij gaandeweg de hoop op een huwelijk
varen en rond zijn veertigste zette hij de gedachte voorgoed uit zijn
hoofd. Als hij op latere leeftijd zou trouwen, zo zei hij, zou dat
vergelijkbaar zijn met een man die driekwart van de reis te voet
aflegt, om dan alsnog te besluiten een kostbaar kaartje voor de hele
reis te kopen.'
Naar
aanleiding van het aanstaande sterven van Julius, waarvan iedereen in de
groep op de hoogte is:
'Lang
voor Gardner sprak Heidegger,' hij (Philip) richtte zich tot Tony (de
buschauffeur), ' dat is een belangrijke Duitse filosoof uit de
eerste helft van de vorige eeuw...'
'En ook een prominente
nazi,' onderbrak Pam hem.
Philip negeerde Pams commentaar; ' Lang
voor Gardner sprak Heidegger al over de grenzen van wat mogelijk is.
Hij bracht dit in verband met de angst voor de dood. De dood, zo
stelde hij, was de onmogelijkheid van verdere mogelijkheden.'
'De
dood als de onmogelijkheid van verdere mogelijkheden,' herhaalde
Julius. "Een waardevolle gedachte. Misschien plak ik die wel op mijn
spiegel."
Julius
reactie als hij merkt, tijdens een bezoek aan een kathedraal, dat hij
jaloers is op de macht van een biechtvader.
Wat een
macht had die man! Ik probeerde de woorden te zeggen die hij dan sprak: " Mijn zoon, mijn
dochter, je zonden zijn je vergeven." Ik
stelde me voor hoe hij blaakte van zelfvertrouwen omdat hij echt denkt
dat hij het voertuig is waarmee de goddelijke vergeving regelrecht
vanuit den hoge neerdaalt. Wat steken mijn methoden daar dan povertjes
bij af! Maar later, toen ik die kerk had verlaten, kwam de
geruststellende gedachte bij me op dat ik tenminste volgens de wetten
van de rede werk en ik mijn patiënten niet als als onmondige
kinderen behandel door ze mythologie als werkelijkheid voor te
schotelen."