Gebr. Wagenaar: Moord op het Pieterpad


Van de achterflap:

"Wat doe je als je onder het bloed wakker wordt in een hotel, met de vage herinnering dat je de avond tevoren je baan en de toekomstperspectief bent kwijtgeraakt en de politie komt aan je kamerdeur melden dat je baas is vermoord?

Jaro van Campen kan maar één ding bedenken: wegwezen!
Wat volgt is een krankzinnige achtervolging over de populairste wandelroute van Nederland, vol literaire raadsels, bedreigingen, droogkomische rechercheurs en onbewezen onschuld.

Moord op het Pieterpad is een lommerrijke literaire thriller die zich afspeelt op de langste wandelroute van Nederland."

Ik heb de pest aan wandelen. Dus ik kon me helemaal vereenzelvigen met die mensen in de wandelgroep rond Lubbert Klein Eggink die hij blijkbaar had kunnen 'overhalen', of liever gezegd 'dwingen' door zijn positie als belangrijke prof  aan de Rijks Universiteit Groningen (RUG), om het Pieterpad met hem te lopen. Hun gekreun over hun spieren, hun ruggen en hun knieën lag ik, lui achter over lezend, om te gniffelen. Wie begint er dan ook aan? Waarom doen jullie dat voor die man? Nou, dat was dus het interessante aan het verhaal. Waarom deden ze dat nou voor die man. De man die dan ook nog eens in de buurt van Vorden op zeer primitieve wijze om zeep wordt geholpen.

Ik ben gek op thrillers en op poëzie. Niet dat ik nou veel poëzie lees, maar ik kan genieten van mensen die me er over vertellen en af en toe een gedicht voorleggen. En dat gebeurde dus konstant in dit verhaal. Want Lubbert Klein Eggen en Jaro van Campen hebben zich, zoals meer mensen in het boek, hun hele werkzame leven al verdiept in de poëzie  van A.C.W. Staring. De man die schreef:

(...) talloos zijn de paden,
Waarlangs wij zoekend grafwaarts gaan. 

Schitterend gevonden niet waar, voor een dodelijke wandeling langs een eindeloos pad? Jaro wordt dus wakker met 'bloed aan zijn handen', maar heeft toch sterk het vermoeden dat hij niet de moordenaar is. Alhoewel hij dat ook weer niet met al te veel zekerheid kan zeggen want de combinatie van alcohol en hasjish uit eigen kweek heeft er al eerder voor gezorgd dat hij zich bepaalde zaken niet meer kan herinneren. 

Wat hij zich wel kan herinneren zijn de juiste en onjuiste citaten die de vermoorde professor Klein Eggink  tijdens de wandeling en tijdens de speech aan tafel, waarin duidelijk werd dat er voor Jaro geen toekomst meer was aan de RUG, heeft laten vallen. Volgens Jaro zijn die citaten aanwijzingen waarmee hij  de verdwenen floppie terug vinden waarop Klein Eggink zijn biografie van A.C.W. Staring heeft gezet, die binnenkort zou moeten verschijnen. Een biografie waarin de reden ligt voor de dood van de professor. 

"O holle boom, met uw gapende mond,
Gij zwijgt als het graf,
Gij waakt als een hond,
Uw boezem verbergt een geweldig geheim.

Een 'nepcitaat' dat Jaro op zijn vlucht voor het 'droogkomische' duo Buitenrust Hettema en Jonker doet dwalen langs de belommerde dreven van het Pieterpad. Niet alleen achtervolgd door deze rechercheurs maar ook door de dader. 

Het "literaire" thriller slaat denk ik meer op de inhoud van het verhaal, dan op het taalgebruik van de Gebr. Wagenaar. Ze hebben me in ieder geval tot de laatste bladzijde weten te boeien met een intrigerend verhaal over de intriges aan een respectabele universiteit, de verdraaide geest van een miskend kind en de beschrijvingen van het platteland tussen Ommen en Vorden. Waarvan hier foto's en wat tekst uit het boek.
Eisjen

Na Eisjen heb ik nu ook Moord op het Pieterpad van de Gebr. Wagenaar gelezen. Ik heb begrepen dat Auke Leistra een van de schrijvers is die achter dat pseudoniem schuilgaan. Hij is vertaler en heeft onder meer het door de grrls bejubelde De Foucault Hallucinatie vertaald. Wie de andere schrijver is, is me niet bekend. 

Moord op het Pieterpad is een heel aardige thriller die mij wel deed denken aan het werk van René Appel, misschien door de oerhollandse omgeving en personages. Het verhaal loopt als een trein en ik heb het dan ook in twee sessies uitgelezen, maar toen ik het uit had, wist ik eigenlijk nog niet zo goed wat ik met de plot aan moest. Wat moest ik met het lijntje van de gids die de vroegere vriendin van zijn overleden dochter in het groepje wandelaars herkent? Ik zat nog steeds op een verklaring te wachten toen het boek opeens al uit was. En ik zal wel iets gemist hebben, maar het was mij ook niet duidelijk waarom die Roxanne Komrij Henric op Klein Eggink afstuurde. Maar goed, de couleur locale van het Pieterpad is leuk gevonden. Ik ben destijds precies bij het stuk blijven steken waar dit boek zich afspeelt en ik kreeg weer helemaal zin om verder te lopen (hoe is het mogelijk, hè Eisjen!). 

Overigens wordt er op een wandelsite al naar Eisjens bespreking 
verwezen, dus het lijkt me een slimme zet van de uitgever om het boek ter recensie aan de grrls aan te bieden! Verder was er nog weinig over het boek te vinden op internet.

Hoe je een leuk idee totaal kunt verknallen... dat is het gevoel waarmee ik het boek dichtsloeg. De combinatie van Pieterpad, Staring en spanningen in een academisch milieu had tot iets heel aardigs kunnen leiden, maar dan moet je natuurlijk wel kunnen schrijven. Nu verpesten kreukelige zinnen, krakkemikkige opbouw, schetsmatige karakters en vele losse eindjes het effect. Los zand dat als dat van de Lemelerberg door je vingers loopt. Jammer hoor. Het boek gaat door naar nr. 3 op de boekenlegger, YvonneP. Benieuwd wat die ervan maakt; de meningen tot nu toe lopen aardig uiteen ;-)

Soms bof je en glijden de
'typisch-iets-om-te-lezen-als-je-ziek-bentboeken' boeken spontaan in je brievenbus. Zo ook met dit boek. Het verhaal is langzamerhand wel bekend. Het boek had consequent een luchtige toon; leuk, ik betrapte me erop dat ik voortdurend met een grijns om mijn mond zat te lezen. Die echte moord(en?) hoorde daar eigenlijk niet zo bij en .... Maar dat vraag ik me af onder de verklapper..... De Pieterpadrelatie vond ik wat ver gezocht, in feite speelden maar twee, hooguit drie etappes een rol. Niet de mooiste en niet de zwaarste. Gekozen om de relatie met Staring, denk ik, en niet per se Pieterpad. De schrijvers hebben evenmin nagedacht over het afmaken van alle draadjes en het uitwerken van alle personages. Er liep nogal wat los. Maar ach, dat liep er bij mij ook door de koorts. Daar word je mild van. Het boek gaat door naar de volgende. 

Hè bah, ik ben spelbreker. Ik heb net de eerder mails gelezen over de Moord ohP, 't is een recensieboek, voor wie dit nog niet door heeft, en maakt een reis door het land langs zeker tien boekgrrls. En ik vond het maar matig. Tamelijk flat characters, erg veel cliché's, over wandelen, over hasjgebruik, over het universitaire leven, veel personen die er helemaal niet toe doen. Dat was allemaal nog wel overkomenlijk geweest als het plot helder was geweest. Maar ik bleef gewoon met een kater achter! Ik ben niet de domste, maar voor mij zijn er echt nog vragen niet beantwoord. En als ik het al logisch aan elkaar geknoopt krijg, dan heb ik geen motief! "Het boek" is volstrekt ongeloofwaardig als motief voordat iemand weet wat er in staat. Het decor is aardig, zeker, en ik heb uitgerekend deze etappes grotendeels gelopen, dus de herkenbaarheid was leuk, maar verder, bah nee. O ja, ook leuk, ik rijd zo langs Dieren om het boek bij
Elli of te geven, al dan niet via de brievenbus. 

Heel kort: Een bijna gepensioneerde professor loopt een stuk Pieterpad met een clubje mensen die betrokken zijn bij zijn werk aan de universiteit in Groningen. Deze professor heeft een akelige mededeling te doen aan zijn ‘clubje’ en wordt later vermoord gevonden. De rest van het boek gaat over het vinden van de moordenaar, het zoeken naar erfrecht en rare tochtjes heen en weer over een stukje van het Pieterpad .

Voor ik dit boek las had ik nog nooit iets gelezen van de dichter Staring, hoewel hij een beroemde schrijver van de Romantiek schijnt te zijn geweest. Het lezen van dit boek doet me ook niet naar de bieb rennen om zijn gedichten te gaan lezen. De dichtkunst van Staring mag dan ‘een’  rode draad zijn in dit boek, ik vind die niet overtuigend. Ook niet uitnodigend om me te verdiepen in zijn poëzie.

De benaming ‘literaire thriller’ vind ik een beetje overtrokken. Hoewel er een aantal mooie passages in voorkomen vind ik het geheel niet erg literair. Het spannende element komt wel aardig naar voren, maar ook hierin vind ik geen duidelijke of definieerbare stijl. Een beetje opgeschreven zoals je een leuk verhaal bedenkt en verder is niet erg doorgewerkt aan structuur of opbouw. Maar alleen een verhaal is kennelijk niet geheel voldoende om mij gelukkig te maken met een boek.

De hoofdstukken zijn kort. In het begin leest dat prettig want het verhaal blijft overzichtelijk. Maar aan het eind zijn de hoofdstukken wel héél kort en lijken ze meer op regie- aanwijzingen voor scène- wisselingen in een spannende film. Dat geeft wel vaart omdat je steeds een ander perspectief ziet maar doet in dit geval ‘gezocht’ aan.

En het eind, tja wat kan ik daarvan zeggen! Er komt geen echte afronding aan het verhaal, er zijn drie mogelijke daders of ook weer niet (?) In feite is iedereen op een of andere manier slachtoffer van de situatie, wat ook heel mooi had kunnen uitpakken maar in de lucht blijft hangen.

Toch zijn er wel passages die ik wil bewaren, het boek is niet zó Toch dat ik het niemand wil aanbevelen. Wanneer je geen te hoge verwachting koestert van het literaire gehalte en tevreden bent met een aardig bedacht verhaal (in een Nederlandse en voor mij bekende omgeving) dan is het een aardig weekend- of vakantieboek.

GELACHEN heb ik wel om sommige passages in dit boek:
Pg 52 de soepstengel Binne Apotheker-
Pg 106 -Lubbert de Lege en Tijs de Tevredene-
Pg 134 -kan een onhandig zoogdier een moord plegen?
Pg 137 -de housebeat die de huidige jeugd tot op grote afstand van een stopcontqct in  staat van autisme weet te krijgen
(en door het boek heen steeds Jaro die alle holle bomen doorzoekt, hoe kom je op het idee)

en een paar MOOIE ZINNEN heb ik ook gevonden:
pg 103 op de grond was het eeuwig herfst
pg 122 -het verlies van iemand is al er genoeg zonder dat het huishouden erdoor verstoord raakt

Wat me ergert, maar dat is pas nu ik een volgend boek lees:  de naam Buitenrust Hettema, de rechercheur in het Pieterpadboek komt
regelrecht uit deel 1 van ‘Het Bureau’ van J.J. Voskuil. Misschien is dit
een knipoog naar iets, maar die begrijp ik dus niet. 

Pieterpad
Het Pieterpad voert van Pieterburen in Noord Groningen naar de Sint-Pietersberg in Zuid Limburg en is daarmee de langste aaneengesloten wandelroute van Nederland. 


A.C.W. Staring
A.C.W. Staring (1767-1840) is één van de weinige voorbeelden van echt Nederlandse Romantische dichters - zowel in de keuze van zijn onderwerpen (volksverhalen, legenden, natuurbeschrijvingen) als in zijn houding tegenover die onderwerpen, die zowel humoristisch als gevoelig is.

Vorden
De dichter Staring woonde en werkte in Vorden. Er is een fietsroute langs de plaatsen waar Staring heeft gewerkt of sporen heeft nagelaten. Op de laatste donderdag van juli en de 1ste donderdag van augustus wordt in de kapel in De Wildenborch een Staring avond georganiseerd. 

Ommen
Ommen maakt deel uit van het Overijssels Vechtdal (een gebied tussen Zwolle en de Duitse grens) en is door het ministerie van LNV aangemerkt als Waardevol Cultuur Landschap. Het kenmerk van de gemeente is het afwisselende landschap. Eenderde van het oppervlak is beschermd natuurgebied, bestaande uit zandverstuivingen, vennetjes en heidevelden. Diverse organisaties, waaronder Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Landschap Overijssel en de gemeente Ommen zelf, hebben natuurterreinen onder hun hoede genomen. Ommen kent een aantal unieke landschapskenmerken die zeker de moeite van een bezoek waard zijn. Pak eens de fiets en 'beklim' de Archemerberg, de Lemelerberg of de Besthemerberg en geniet van de prachtige uitzichten. 1992

Film: Boven de Bergen
ook: Above the mountains
Therapeutische roadmovie, waarin zes personen elkaar verbaal te lijf gaan tijdens het lopen van het Pieterpad van het noorden tot het diepe zuiden, waar de -imaginaire- bergen beginnen. De stoere, nukkige Jean Paul wilde meteen al niet mee, de zangeres Rina zit in een ernstige crisis en de beide stellen verkeren in een relationele oorlogssituatie. De film centreert zich voornamelijk rond Rina, de zangeres die tijdens het vertolken van een aria in de rol van Dido in Purcells opera 'Dido and Aeneas' plotseling stilvalt. Haar crisis blijkt terug te voeren tot ervaringen in haar prille jeugd. Hélène lijkt de verstandigste van het gezelschap: na een paar dagen houdt ze het voor gezien en verlaat ze het sleurende en zeurende gezelschap, onder wie haar macho-vriend Vincent, die zijn leven inricht volgens het principe dat ultiem egoïsme de beste leidraad is. Terwijl de een na de ander afhaakt, bereiken alleen Rina en JP de berg. 

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 25/05/05  Eisjen

Terug naar top pagina

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Landgoed het Enzerinck                                                                                                        
"Het gazon liep enigszins op naar het huis, dat stig verrees, met zijn witte zuilen voor de ovale salon die in dit seizoen door een paar hartstochtelijk bloesemde bomen ten dele aan het oog werd onttrokken."
(p.8.)  volgende / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kasteel De Wildenborch wordt voor het eerst genoemd in 1372. Het slot was toen een sterke vesting, bewoond door de roofridders van Wisch. De toren in het front van het huis is een overblijfsel van het oude poortgebouw. De dichter A.C.W. Staring heeft hier van 1791 tot 1840 gewoond. Bij De Wildenborch behoort een prachtige kasteeltuin. 
(Vorden)

   

Kasteel De Wildenborch                                                                                                  
"De Enzerinck had wel iets van de Wildenborch, al was het de Wildenborch aan te zien dat er ooit een roofridder had gehuisd. Die geweldige poorttoren aan de voorkant gaf het nog steeds iets dreigends. Het Enzerinck was hooguit ongenaakbaar uit deftigheid"
(p.8.)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


   

Kasteel De Wildenborch                                                                                                  
"Die geweldige poorttoren aan de voorkant gaf het nog steeds iets dreigends."
(p.8)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Begraafplaats  buitenkant                                                                                      
"Onwillekeurig richtte Lubbert, 'de lippen met een pijp, als een mortier, bezwaard', zijn schreden naar de begraafplaats waar de meest onderschtte dichter uit de Nederlandse letterkunde begraven lag. Nou ja, onwillekeurig...."
(p.20)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Begraafplaats binnenkant                                                                               
"Hij name de pijp rustig uit zijn mond en meende achter zich nog meer geknerp te horen, maar voor hij nogmaals over zijn schouder kon kijken, werd zijn schedel gekliefd."
(p.21)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


   

Station Ommen                                                                                        
"Hoe kon een mens in één zo'n spurt over een toch niet bepaald onafzienbaar perron zo veel regen opvangen? Jaro's haar zat aan zijn schedel geplakt en het koude regenwater leek meteen in zijn botten door te dringen. Terwijl de trein achter hem in beweging kwam, stond hij te biberen in het oude stionsgebouwtje van Ommen."
(p.167)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Woning Roxanne Komrij                                                                                           
"'Ja ja', zei Buitenrust Hettema, toen ze waren uitgestapt. 'Was jij ook maar schooldirectrice geworden , h`?'Hij keek naar het fraaie pandje aan de historische Zaadmarkt waar Roxanne volgens haar eigen opgaaf woonde."
(p.183)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


   

Paard uit klimop                                                             
"Toen hij een poosje later op de Bergweg langs een paard liep dat helemaal uit klimop bestond, besefte hij dat hij zo ongeveer blindelings had gehandeld. Onbewust had hij 'geweten'dat er een mobieltje op die tafel lag dat hij nodig had."
(p.196)  volgende / vorige / terug naar tekst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

   

Trap                                                                                    
"Hij rende een trap van brede, houten treden op. Hij ploegde door het rulle zand. Het leek wel of hij een duin oprende, bij elke stap zakte zijn voet in het zand weg."
(p.246)  vorige / terug naar tekst