Ed van Thijn heb ik altijd bewonderd. Als politicus, als BM en de laatste
jaren, door zijn boeken, dwingt de mens Van Thijn ook steeds meer respect
af. Ik las 'Achttien adressen', hierna kortweg 18 te noemen. Eerst
aarzelend. Wat zou er nog voor nieuws gezegd kunnen worden? Staat het verhaal niet al in 'Het Verhaal'? Nee, dus. 18 begint waar 'Het
Verhaal' ophoudt. Het is een document voor alle mensen die in WOII met gevaar voor
eigen leven Joodse kindertjes hebben gered. Wat betekent vervolging voor
een kind? Dat maakt Van Thijn meer dan duidelijk. Het is een voortdurende
angst afgewisseld met een normaal leven. Want een kind neemt alles zoals
het komt.
Eerst is er de scheiding van de ouders. Dit grijpt 'Eddie' minder aan dan
de andere kinderen.
"Sommigen zijn daar nog vol verwijt over: hoe hebben mijn ouders dat kunnen doen, hun kind afstaan aan vreemden? Ze voelen zich
verstoten, tot op de dag van vandaag. Ik heb dat gevoel nooit gehad. Is dat omdat ik , zo klein als ik was (ik zou drie dagen later negen
worden), toch al wel besefte wat er op het spel stond? Ik was immers al in
Westerbork geweest?"
Ed van Thijn was als kind ziekelijk en astmatisch en is daarom van adres naar adres gezeuld en vaak als 'niet te
handhaven' betiteld. Kleine en grote dingen markeren zijn ervaringen. Een ruzie met
een vriendje. Een - een ander woord kan ik er niet voor verzinnen - aanranding door een dochter uit het huis van de redders. En steeds is er
de angst van verraad en razzias.
De paradox is dat Van Thijn de mensen die hem de oorlog door hebben geholpen immens dankbaar is en dat die
dankbaarheid tegelijkertijd deel uitmaakt van zijn oorlogstrauma. Dat hij
in dit boekje voor het eerst volledig onder ogen ziet. Hij kan maar niet
begrijpen dat 'de redders' - aan wie hij het boek opdraagt - hun werk als
'niets bijzonders' zien.
Het boek wisselt voortdurend van perspectief in laten zien wat Eddie meemaakt (zonder in dat leed te blijven hangen) en
wat iedereen voor hem doet. Dat maakt Achttien Adressen tot een bijzonder
document. Dat bewondering afdwingt. Alweer.