"De zondaar" van Alie Smeding
(in 2 delen, uit 1927) 


Soms is er niets leukers dan oude boeken! Dit keer heb ik in 1 ruk De zondaar (in 2 delen, uit 1927) van Alie Smeding uitgelezen. Alie Smeding was in in die jaren een enorm populaire schrijfster en met dit onderwerp wist ze zich verzekerd van een groot publiek. Ze durfde het wel aan, ondanks het feit dat ze getrouwd was met een gereformeerde predikant in Enkhuizen. Ik zou de kritieken over dit boek graag eens willen zien! 

In deel 1 was het me nog niet duidelijk waarom hoofdpersoon Dirk Hartsen een Zondaar was. Hij was onderwijzer, en met het traktement uit die dagen kon hij niet aan een huwelijk met collega Toos denken. Pas na vijf jaar zwoegen op de M.O.-akte Nederlands, èn een baan als leraar zou hij kunnen trouwen. Toos echter berekende dat het met uiterst zuinig leven wel zou kunnen. Maar dan moesten er natuurlijk geen kinderen komen! "Maar jij kan er wel voor ....oppassen, hè?", vroeg ze schichtig, "dat 't niet gebeurt?, ja dat kàn je, is 't niet zoo?, want deze tijd toch ook, 't heele jaar...?'' Dirk past op, studeert hard door, en wordt leraar te Amsterdam. Toos denkt gelukzalig: "n Meid, en 'n huis met 'n salon en 'n serre en 'n tuin, en om zes uur warm eten en om twaalf uur koffie-drinken. En geen wasch in huis meer. En om de veertien dagen 'n naaister en menschen bezoeken en menschen ontvangen..." Niets kan hun geluk meer in de weg staan, maar wat is er toch met Toos? 

"Onverklaarbaar," tobde hij-in een mat-gevoel-van-schaamte- dat Toos zoo raar-teruggetrokken werd. Je ging in de beste stemming naar bed, er was niets...Ja, zei ze, elke keer, goed... En dan ineens stuitte je op dat geniepig-onwillige, waar je niks tegen doen kon, dat je machteloos maakte..." (...)  "Wil je liever niet?, had hij gevraagd, zeg 't dan maar. En zij: "wat doe ik dan anders dan willen, Hartsen?" (...) God, god, lag er 'n vrouw in bed, of 'n stuk hout?" 

Gefrustreerd door Toos' afwijzende houding "Als ik niet tè moe ben, stelde ze koel in het vooruitzicht", besluit Dirk dat het tijd wordt voor een openhartig gesprek. ""Och," soebatte hij (...) Je weet immers wel, hòe het is: dat afbreken ineens en te vroeg, en dan...dàn... God, 't is zoo ellendig, 't geeft je zo'n smerig gevoel." Zijn stem sprong over. "Vroeger, als ik wel 's aanvechtingen had, op m'n eentje, in m'n kamer, dacht ik, als ik eerst maar getrouwd ben, en nou..." Toos heeft een afkeer van seks:"Dat zal met alle nette vrouwen wel zoo wezen. Maar ik weet dat als je trouwt, je dan ook plichten op je neemt en die kom ik na.(...) Want als dát alleen 't huwelijk was: uitsluitend dat eene, en dat voor twee intellectuele menschen van beschaving, nietwaar?, dat zou toch wel afgrijselijk tragisch wezen?" Het huwelijk sleept zich voort, Dirk doet geen oog meer dicht, en klaagt wederom zijn nood. "Ik wil m'n eigen vrouw tot vrouw, zonder geknoei, en als er 'n kind komt...'t zal me welkom wezen."(...)  Haat verminkte haar glimlach, en het was alsof haar ogen hem staken. "Ja! Ben jíj zóo gesteld op 'n kamer met vieze luierluchtjes?", tartte ze listig, "hou jij er zoo erg van om 's nachts wakker gescheeuwd te worden uren aaneen?, om nooit meer 's rustig te kunnen eten?" En Toos verwijst Dirk kil naar de Sanitaswinkel, want ze wil geen enkel risico meer lopen. Anders hoeft het niet. Er gebeurt niets meer in het echtelijke litsjumeaux. 

Dirk overweegt moordplannen, denkt gek te worden, en alsof dat nog niet genoeg is moet hij dames die avances maken van zich afslaan. Maar nog steeds is hij geen Zondaar. 

Deel 2.  Eindelijk: Dirk bezwijkt voor de charmes van dienstbode Diet. Die zit nergens mee in: "Ga jij je gang maar hoor. En wees niet ongerust nou, ik-ik weet er wel wat op." "En Toos dacht: "t Is net of 't beter met ons gaat, de laatste tijd." Ze neuriede.

Lang duurt deze tevredenheid niet, want Toos maakt zich zorgen over de plotselinge onverschilligheid van haar man. Ze gaat naar een dokter om te vragen of haar echtgenoot soms overspannen is. De dokter vraagt door: "Voldeed de geslachtelijke omgang hem altijd? (...) En u ook?" (...) Hooghartig trachtte ze te antwoorden: "Ik deed altijd mijn plicht, dokter." De arts staat erop de onwillige Toos inwendig te onderzoeken op de divan. "haar handen gleden vluchtig over het leeren bekleedsel van de bank, en het glipte griezelend door haar heen:"Vóor jou hebben er ook anderen op gelegen, bijna naakt of heelemaal...Wie weet...die akelige dikke man die voor je was, misschien ook. Toch vies, want 't was de vraag of dat leer telkens na 't gebruik afgezeemd zou worden." (...)  De dokter suste: "Kom, nu even flink wezen, u hoeft nergens bang voor te zijn. 't Kan heusch geen kwaad." Ze knikte berustend, en steunde meteen:"Nee-nee-oh..." Toen begreep de dokter meer van haar huwelijksleven, dan tijdens het voorafgaande gesprek." 

Op advies van de dokter gaat Toos een tijdje naar het platteland om tot rust te komen. Dirk heeft de tijd van zijn leven met Diet. Met de gordijnen dicht wordt er in de huiskamer naakt op de foxtrot gedanst. Op de dag dat Toos weer thuis zal komen, vindt Dirk Diet bebloed in bed. "Och 'n kind...schei uit! 't Was maar een begin...toch al puur. En ik- ik kon 't maar niet los krijgen. Op-laatst...'n paardemiddel: heet water en-de irrigator. 't Is los geweekt...meer geluk dan wijsheid." 

Toos ontslaat de dienstbode meteen, nadat ze het bebloede bed gezien heeft. Ze laat Dirk door een detective volgen, die de man snapt terwijl Diet hem mee heeft genomen naar haar kamertje op haar nieuwe werkadres in de Nicolaas Maesstraat. Die detective was eigenlijk niet nodig, want Diet laat een vriendin Toos opbellen om Dirks brieven voor te lezen. 

De ellende is groot. Dirk wordt door iedereen met de vinger nagewezen, en het is nog maar de vraag of hij zijn betrekking kan behouden. Toos blijft bij hem omdat ze geen zin heeft om bij haar broer te gaan wonen en weer voor de klas te gaan staan. Eén vriend heeft Dirk nog over: "Ik ken jóuw ellende, want 't is-in mindere of meerdere mate-míjn ellende-maar ezel...!" Hij gaf Dirk een duw over het tafeltje heen."De menschen houën toch geen rekening met je ellende?, maar enkel met het fatsoen...Je bent nu eenmaal getrouwd, je hebt 'n vrouw, doet er niet toe hoe ze is, je hebt je aan háar te houën..." (...) "Jij weet natuurlijk ook dat ik 't met-met... Je meid hield," viel Hubbink er op in, en gaf hem weer een duw. "óok zo verrekt stom! Had er een uit je eigen stand zien te krijgen, die zwijgen nog veel liever dan jij-zelf..." 

Er rest Dirk niets anders dan een hel thuis, gesmiespel op school, en 's avonds stiekem naar Diet, die zich inmiddels voor haar diensten laat betalen...

  

Trude


 

Relevante links:

Alie Smeding

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 09/04/02  Eisjen

Terug naar top pagina