Over 'Knielen op een bed violen', het boek dat
schrijver Jan Siebelink zelf zijn 'literaire en persoonlijke getuigenis
van een lang verzwegen verleden' noemt, is veel en lang gemaild. We
hebben het in januari uitgekomen boek expres pas in oktober tot
maandboek gemaakt, in de hoop dat er dan voldoende exemplaren in de
bibliotheken beschikbaar zouden zijn, maar veel boekgrrls konden niet zo
lang wachten. De eerste mails dateren van de tweede helft van februari
en ze zijn doorgegaan tot eind november.
Veel mails weerspiegelen wat juryvoorzitter Hans Dijkstal op 14 oktober
zei bij de uitreiking van de AKO literatuurprijs 2005, toegekend aan 'Knielen':
"Een boek dat je bij de keel grijpt en onthutst achterlaat". Een greep
uit de mails:
"Een
beklemmend boek."
"Ik
MOEST het uitlezen!"
"Zeer
indringend."
"Een
bijna verstikkend beeld van een milieu waarin voor levensvreugde pas
plaats is ná de dood. Althans, voor één van de romanfiguren."
"Het
heeft mij diep getroffen."
"Een
boek dat beklijft."
"Ik
heb het af en toe echt weg moeten leggen omdat ik het vreselijk vond hoe
deze Hans Sievez zijn gelukkig huwelijk/gezin en zijn werk waar hij
gepassioneerd van houdt op de proef stelt door zo'n fanatiek en orthodox
geloof aan te hangen."
"Ik
heb maar zelden dat ik bijna moet huilen bij het lezen van een boek,
maar 'Violen' heeft mij bijna zover gebracht."
"Ik
heb het vóór de zomer achter elkaar uitgelezen en naar nu blijkt zit het
nog steeds als een film in mijn hoofd."
"Een zwaar boek. Het wil niet uit m'n hoofd; je blijft eraan denken."
"Je
ziét de hoofdpersoon eigenhandig zijn leven vernielen."
De gebeurtenissen in het boek riepen vaak woede
op. Soms stond dit appreciatie niet in de weg, integendeel.:
"En
daarna, als de godsdienstwaan toeslaat, de vervreemding van zijn gewone
leven, de zalvige gluiperigheid van de orthodoxe christenen (...) de
onmacht om zich daaraan te onttrekken. Dat maakt me ook weer boos en ik
hoop tegen de klippen op dat het allemaal weer goedkomt. Maar je
voelt goed dat het niet zo zal gaan (...) Wat een mooi boek.. zucht.."
Maar diezelfde woede leidde bij andere grrls tot
gemengde gevoelens:
"Aanvankelijk
las ik het met plezier. (...) Toen die engerds op de proppen kwamen met
hun enige echte ware geloof, werd ik alleen maar steeds kwader. (...)
Maar ik heb het wel uitgelezen. Ik vond het verder ook niet slecht
geschreven, anders zou ik er denk ik ook wel mee opgehouden zijn. En
toch, en toch ... Ik betrap me erop er in gedachten vaak mee bezig te
zijn. (...) Ik denk dat het de sterfscène is die dat veroorzaakt. Dat
vond ik het toppunt van triestigheid. Mijn kwaadheid ging toen over in
moedeloosheid: wat een jammer leven."
"Ik
heb het in EEN ruk uitgelezen en werd boos en steeds bozer tot dat
afschuwelijke hoogte/dieptepunt van het sterven van de hoofdpersoon. Ik
was zo verontwaardigd dat ik alleen maar min of meer stamelde dat ik het
een rotboek vond. Misschien is het juist een heel fantastisch goed boek
omdat het me zo heeft aangegrepen, zo lang nog mij bezig hield."
Uitgesproken negatieve geluiden waren er ook::
"Het
(...) is in mijn ogen een veredelde streekroman."
"Dit
is gewoon niet mijn soort boek."
De grrls hebben zich afgevraagd of de weerzin die
sommigen tegen het boek voelden samenhing met het milieu waaruit men
zelf voortkwam:
"Ontzettend
goed verwoord, maar (ik) kan mij voorstellen dat mensen die nooit met
dit geloof in aanraking zijn geweest het niet mooi vinden, misschien
niet eens kunnen begrijpen."
"Ik
heb de mensen die dit geloof aanhangen van dichtbij meegemaakt en ik kon
bijna de geur ruiken van die mannen in die lange zwarte jassen. Heel erg
goed beschreven.".
"Ik
heb het (...) in een adem uitgelezen maar met zeer gemengde gevoelens (doopsgezind
opgevoed?)"
"Ligt
het eraan dat ik niet veel van dit milieu weet? Ik vond het boek dus
niks."
"(Misschien)
omdat ik vroeger met 'stichtelijke' boeken ben doodgegooid dat ik het
niet meer kan waarderen of het mooie kan zien. (...) Voor mij voegt dit
boek niets toe."
"Ik
vond het een prachtboek, heb het in één adem uitgelezen. En ik ben
inderdaad tot de conclusie gekomen dat dat komt omdat ik in hetzelfde
milieu ben opgegroeid: de Nederlandse Hervormde Kerk, de christelijke
school enzovoorts."
"Als
inmiddels 'afvallige' domineesdochter was ik in eerste instantie wat
beducht voor dit boek. Nee - niet weer, zo'n verhaal over een 'zware'
jeugd. Dat weten we nou wel.. Maar dit was nog veel erger."
"Niet
zo opgevoed (wel zeer katholiek!) maar Siebelink heeft een prachtig werk
neergezet waarin je meegezogen wordt of je wil of niet."
"Zelf
zeer katholiek opgevoed, en ik kan de beklemming van het mystieke leven
bijna aanvoelen bij dit boek."
"Goed
en gedegen maar voor mij vooral ook verrassend omdat ik een milieu werd
'ingezogen' dat ik als (vrije, blije) roomskatholiek nauwelijks ken."
"Al
met al: ik vind het een prachtige roman die je een wereld inzuigt die
mij totaal vreemd was. Een verhaal dat niet alleen beelden maar ook
sferen en geuren en allerlei gevoelens -van mededogen en ontroering tot
weerzin en afschuw- oproept die blijven hangen, ook maanden nadat je het
gelezen hebt."
"Het
was een boek dat ik niet uit mijn hoofd kreeg. (...) En dat terwijl ik
zo onderhand mijn bekomst wel heb van al die Nederlandse schrijvers die
hun gereformeerde of anderszins religieus verleden van zich af moeten
schrijven, hoe begrijpelijk ook, ik weet het nou wel. (...) Maar Jan
Siebelink wist het zo sober en onopgesmukt te brengen dat de beklemming
onontkoombaar was."
Geen eenduidige reacties dus en een van de grrls
concludeerde dan ook:
"Ik
krijg toch zo langzamerhand de indruk dat het helemaal niets uitmaakt
wat voor opvoeding de lezer genoten heeft. Er zijn voor- èn
tegenstanders onder de mensen die een strenge religieuze opvoeding
hebben gehad, als ook onder mensen die niets religieus hebben
meegekregen."
Waar zat het gebrek aan appreciatie bij een aantal
grrls dan wel in? Dat lag deels aan de stijl...:
"Ik
begon het op het laatst vervelend te vinden, weer stiekeme ontmoetingen
in de tuin, weer stiekem lezen, weer hetzelfde en hetzelfde en hetzelfde."
"Het
is te fragmentarisch, voor mij ontstond er geen geheel."
... en deels aan de inhoud. Waar de een mededogen
las ("Zeer integer en vol mededogen geschreven") las de ander juist een
gebrek daaraan:
"Wat
ik écht mededogen had gevonden is als Siebelink dit boek nooit
geschreven had. Siebelink komt er zelf niet uit en rekent met dit boek
af wat hém dwars zit. (...) Als hij echt mededogen had gehad dan had hij
het gelaten voor wat het was en niet publiekelijk gemaakt hoe zijn vader
niet opgewassen was tegen de personen van dat geloof. Had hij niet
publiekelijk gemaakt dat zijn vader ondanks de moeilijke financiële
tijden toch maar boeken (onder druk) bleef kopen. enz. enz. Dat
zou ik mededogen hebben gevonden."
Uiteraard gaf dit aanleiding tot verdere discussie:
"Als
ik je goed lees, is je probleem gelegen in het feit dat Siebelink er
geen geheim van maakt dat aan de figuur van Hans zijn vader ten
grondslag ligt. Was het een verzonnen personage geweest, dan had het
misschien anders gelegen? Maar daarmee impliceer je ook dat voor jou het
boek niet boven het persoonlijke uitstijgt. Dat ben ik niet met je eens.
Niet voor niets reageerden sommige grrls met enigszins vergelijkbare
achtergronden met kippenvel op het boek en worden ook lezers met een
heel andere achtergrond geboeid: hij tilt de geschiedenis van het puur
individuele naar het algemeen menselijke. Dat hoort literatuur ook te
doen. Zoals Siebelinks vader was wat hij was, zo is Siebelink wat híj
is: een schrijver. In interviews zegt hij dat hij alleen uit eigen leven
kán putten, geen beschikking heeft over andere bronnen. Zolang hij die
bronnen gebruikt zonder een oordeel uit te spreken vind ik dat hij geen
grenzen overschrijdt. Het oordeel dat jij erin leest, geef je zelf denk
ik. Siebelink boekstaaft, maar oordeelt niet. Het is geen afrekening,
het is rekenschap."
De consequenties van het (auto)biografisch
karakter van het boek werden nog wat verder uitgediept:
"(...)
Ik (heb) het gevoel dat Siebelink ondanks het feit dat hij al meer
boeken over hetzelfde thema heeft geschreven, toch wat te weinig afstand
heeft gehad tot zijn onderwerp. Dat overheersen van het persoonlijke
boven het literaire laat zich hier en daar zien in ongelijkmatigheden in
de stijl. Dat neemt niet weg dat ik veel bewondering heb voor het
inlevingsvermogen, de liefde en de eerlijkheid waarmee hij het leven van
zijn ouders en dat van hemzelf en zijn broer als kinderen op papier
heeft gezet."
"(...)
Ik ben het gedeeltelijk met (je) eens dat zich soms wreekt dat de
schrijver weinig afstand tot zijn onderwerp heeft, maar dat stoort mij
maar een heel enkele keer. Naast een autobiografisch verhaal heb ik het
boek ook gelezen als een persoonlijke zoektocht van Siebelink naar wat
zijn vader bewoog. Een poging om het alsnog, na al die jaren, te
egrijpen. En de manier waarop hij dat heeft gedaan vind ik erg mooi
omdat het juist zo afgewogen is: het levert een genuanceerd beeld op van
een man die zichzelf zo verliest in zijn zoektocht naar het ware geloof
dat hij daar -onbedoeld- alles aan opoffert.
Wat dan wel die motieven van Hans Sievez zouden
zijn, was ook onderwerp van een aantal mails. Het element 'armoede' dat
hierin volgens Siebelink (in een interview) mede een rol heeft gespeeld
vond bij de ene grrl meer begrip dan bij de andere:
"Ik
vroeg mij af wat het geloof dan eigenlijk voor die vader betekend heeft.
Wat Siebelink zegt is dat als ze geen geldgebrek hadden gehad, zijn
vader niet zo extreem gelovig was geworden. In mijn ogen zegt hij dan
dat het geloof van zijn vader een farce was."
"Als
lezer had ik ook de indruk dat geldgebrek en zakelijke tegenslagen een
grote rol speelden bij de bekering van vader Sievez. Zo vreemd is dat
niet, armoede maakt wel vaker bevattelijk voor (extreem)geloof."
Dat armoede het enige motief zou zijn geweest zegt
Siebelink zelf niet ("Het geloof van mijn vader had ook met romantiek te
maken. De hunkering naar iets anders, het willen reiken naar iets hogers.
Het hiernamaals veroveren - daar kom ik dan op uit" en ook de boekgrrls
geloven daar niet in:
"Dat
maakt het verschijnsel zo eenduidig, terwijl het boek je juist een
complexe, onbegrijpelijke situatie voorschotelt. De vader laat zelfs
klanten lopen om maar in zijn boeken te kunnen lezen. (...) Je ziet
nogal eens dat een zoon die worstelt met zijn vader geneigd kan zijn om
een andere autoriteit te zoeken in godsdienst of politiek en daar dan
buitensporig fanatiek mee in de weer gaat en de vrouw wegschuift die
eigenlijk de grote (in zijn ogen hem verzwakkende!) liefde is. Is dat
een van de oorzaken? Ook in dit boek zie je die worsteling met de
vaderfiguur, de wrede scène in de varkensstal komt meer dan eens terug.
De Broeders zijn zijn ingang bij God. De gezonde reacties van zijn vrouw
wijst hij af. Wat een angst is er in het leven van de hoofdfiguur. En
wat spelen de Broeders in op de angst."
Al met al is het duidelijk dat 'Knielen op een bed
violen', om het zacht uit te drukken, verreweg de meeste boekgrrls niet
onberoerd heeft gelaten.