Jorge Semprun: De grote reis



Buitengewoon prachtig en indrukwekkend, deze roman. Ik had nooit iets van Semprun gelezen (wie van jullie wel?), en wilde eigenlijk z'n laatste publicatie uit de bieb halen - De Dode met mijn Naam, uit 2003. Maar ze hadden 'm niet. Dus heb 'k dit boek maar meegenomen en 't werd een grote verrassing.

Eigenlijk had 'k vrij intellectualistisch proza verwacht, maar niks daarvan. Soms nuchter/ironisch, soms emotioneel/ bezwerend, soms filosoferend vertelt Semprun (1923) zijn verhaal. Zijn biografie is natuurlijk in grote lijnen wel bekend (Wim Kayzer!). Spanjaard, kindertijd in Den Haag (vader is gezant), student-in-ballingschap (Sp. revolutie) in Frankrijk, na de oorlog in Spanje leider communistische partij, uit de partij gezet, minister van cultuur, auteur.In Frankrijk neemt ie deel aan het verzet, wordt opgepakt en in '43 als politiek gevangene naar Buchenwald getransporteerd. En dat transport staat centraal in deze roman, met name de vierde nacht. 

120 Mannen opgepropt in een wagon, onderweg naar een onbekende bestemming. Bij het schrijven van zijn verhaal gebruikt Semprun een aantal literaire technieken. Het boek is natuurlijk 'op afstand' geschreven: S heeft de oorlog overleefd en kan terugkijken. Maar in het verhaal is ie in de trein en heeft nog geen idee. Tegelijk weet ie er alles van. De vertelprocedure die S. hanteert is in dit verband sterk associerend. Hij zit (sorry - staat) in de trein, ziet soms iets van de buitenwereld (het Moezeldal, een perron bij-nacht), en de ene herinnering volgt op de andere. Sommige van voor - sommige van na die kamptijd. En die overgangen verlopen soms zeer abrupt - je moet als lezer wel even opletten!

Van Semprun is bekend ( interview VN, jan. '04) dat ie zich in z'n romans niet houdt aan een letterlijke beschrijving van 'hoe het ging'. Als de essentie er maar uit komt. Soms introduceert hij een fictief personage, vaak een 'samenvatting' van mensen die hij leerde kennen. In de trein staat ie bv. naast 'de jongen uit Semur', een nuchtere boerenknaap, ook opgepakt wegens verzet. Ze kletsen wat en houden elkaar soms letterlijk overeind. Die jongen - die zeer ontroerend wordt getekend - was misschien niet in 't echt ook in die trein, maar iemand die S uit een andere setting kende.

Ik geef een voorbeeld van S's wijze van vertellen. Al op pag. 9 maakt hij duidelijk dat 'de jongen uit Semur' de reis niet heeft overleefd. Dat doet ie als volgt. Hij kijkt naar buiten en denkt aan z'n vrienden uit 't verzet:

" Maar de dood van Julien zal ik je (= 'de jongen' ) niet vertellen, waarom zou ik je de dood van Julien vertellen? Hoe dan ook, ik weet nog niet dat Julien dood is. Julien is nog niet dood, hij zit op de motor, met mij, we racen naar (.....) Ik zal je de dood van Julien niet vertellen, er zouden teveel doden te vertellen zijn. Jij zelf, jij zult dood zijn voor het eind van deze reis. Voor we van deze reis terugkomen".

Dit ene citaat maakt veel duidelijk, dunkt me. Het geflits in de tijd. Achteruit en vooruit. En die woordherhaling. Een stijlmiddel dat Semprun in dit boek geregeld toepast. Het had op mij een wat bezwerend effect - nee, geen goed woord - hallucinerend? "Nee, ook niet' .. 'Malen' - daar gaat het misschien over. Het hoofd van de schrijver loopt om, terwijl hij zijn verhaal vertelt. En de lezer maalt met hem mee.


Mart


 

relevante links:

Nauwgezet en Wanhopig
Wim Kayzer 
Het pratende gezelschap mocht er natuurlijk wezen en de vraag zou zich kunnen voordoen of de jury niet eigenlijk de kwaliteiten van de acteurs Marquez, Kanrád, Semprun en Steiner bekroont. Die immers op indrukwekkende wijze, deels via hun autobiografie, de geschiedenis van deze gruwelijke eeuw vertelden en de vragen rond ideologieën, goed en kwaad, hoop en wanhoop en die naar de zin van liet bestaan, trachten te beantwoorden.
Zilveren Nipkowschijf

De oorlog, die voor Jorge Semprun al in 1936 begon, had de familie Semprun in ballingschap gedreven. Zijn vader, hoogleraar staatsrecht en een liberale katholiek, meende de republiek trouw te moeten blijven, ook nadat Franco die ten val had gebracht. Jorge bezocht noodgedwongen een Haags gymnasium en studeerde filosofie in Parijs. Die twee activiteiten pasten nog wel in het intellectuele en aristocratische milieu van de schrijver. Het lidmaatschap van de PCF vormde echter een breuk met de familietraditie.
De Groene 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 05/02/05  Eisjen

Terug naar top pagina