Een heel bijzonder boek. De veertienjarige Susan Salmon wordt
vermoord. Vanuit de hemel ziet zij toe hoe het leven verder gaat. Hoe
vergaat het haar ouders, haar zusje, haar broertje, haar vrienden, haar
moordenaar? De ik-persoon is Susie, die zich als ziel vrij kan
verplaatsen en dus alles ziend, alwetend is. Contact maken met de
levenden kan ze niet, maar toch weer wel. Vaak voelen haar nabestaanden
haar aanwezigheid, zoeken die op in die momenten van rouw die
eenzaamheid vraagt, in herinneringen, op bekende plaatsen. "Life's
a bitch and then you die" - hoe luchtig we ook vaak in grapjes over
de dood doen, het eeuwige afscheid nemen grijpt toch altijd diep
in. En zeker als het zo plotseling en zo gewelddadig is. Het lichaam van
Susie wordt nooit gevonden, een extra bron van ellende.
Nog jaren en jaren houdt Susie alles nauwlettend in de
gaten, begaan als ze blijft met het lot van haar zo dierbaren. Langzaam,
heel langzaam, verschuift de herinnering aan haar.
Van overal en altijd, via vaak, naar soms, naar op heel
bijzondere momenten. Dan is voor haar ook de tijd gekomen om vrede te
hebben met haar dood. Of brei ik nu ten onrechte een conclusie aan een
verhaal wat zo prachtig zoekend is, zo vol hoop?
Ina
|
relevante
links:
|