Een
groot, vervallen en eenzaam landhuis. Een familie met Een Geheim. Een
krankzinnige, hoewel niet opgesloten op zolder, maar wel gevangen in zijn
medicatie. Onmogelijke liefdes. Een jonge vrouw die hierin terecht komt en probeert te ontdekken wat er aan de hand is.
Kortom, met Het Labyrinth zet Ruth Rendell de traditie van de Engelse Gothic Novel
voort. En ze doet dat overtuigend.
De Zweedse Kirsten Kvist krijgt een baantje in Engeland als
persoonlijk verzorgster van John, een man waarvan de familie beweert dat
hij schizofreen is. John deelt het landhuis met zijn excentrieke zusters
en zijn zo mogelijk nog excentriekere moeder. Al gauw komt Kirsten er achter dat John beslist niet schizofreen is, maar de vraag is wat er dan
wel met hem aan de hand is. Een van de zusters bereidt zich inmiddels voor op een huwelijk met de plaatselijke
dominee, terwijl ze in het geheim een relatie heeft met een kunstenaar, waar overigens ook haar
zuster verliefd op is. De datum van het huwelijk nadert, en het wordt duidelijk dat het verhaal afstevent op een dramatische climax. Uiteraard
weet Ruth Rendell deze ingrediënten te vermengen tot een overtuigend
verhaal, dat met vaart verteld wordt en vanaf het begin spannend is.
Toch stoort het boek in een aantal opzichten. Het lijkt erop of Rendell haar lezers
onderschat. Ze heeft vaak de behoefte om even naast het verhaal te stappen en zaken uit te
leggen. In de meeste gevallen volstrekt overbodig. Zo weet ik heel goed dat er in de jaren
zestig, waar het verhaal zich afspeelt, nog geen gsm's waren, dat hoeft Rendell
me echt niet te vertellen. En dat soort opmerkingen maakt ze vaak. Of wanneer je als lezer zelf een conclusie getrokken
hebt, bijvoorbeeld dat het gedrag van de kunstenaar zo egocentrisch is dat het in de buurt van
autisme komt, lees je twee regels verder dezelfde conclusie van Rendell.
Natuurlijk is het leuk om je eigen mening bevestigd te zien, maar tegelijkertijd voel je je niet helemaal serieus genomen want blijkbaar
gaat Rendell ervan uit dat de lezer hier zelf niet op komt.
Met Het Labyrint bewijst Rendell opnieuw dat ze een vakvrouw in het
genre van de psychologische thriller is. En ach, die kleine
onhebbelijkheden vergeef ik haar graag.
Petra.
Ik koop blind alles van Rendell, of van haar alter ego Barbara Vine. 2005
is een goed jaar. Een echte Rendell, the thirteen steps, in pocket uit te
komen en een nieuwe Vine. Dat was alweer een tijdje geleden! Via de boekgrrls kreeg ik al snel het boek in handen, om - leuk, met z'n vieren -
te recenseren. Naief als ik soms ben was de teleurstelling groot toen ik
me realiseerde dat het hier om een vertaling gaat. Ik lees graag engels,
en zeker Rendell leest soepel. Al op de eerste pagina stoorde ik me aan de
fonetische wijze waarop het door engelsen uitgesproken 'Kerstin' wordt
verbeeld. Wie weet waarom de voetbalcommentator Herman Kuiphof vaak Tsjuiphof werd genoemd, snapt dat Kerstin zelf zichzelf niet als Sjesjtin
zal voorstellen. Toch nog eens checken of Rendell dit zelf ook zo heeft
gedaan. Minotaur is ook een veel betere titel dan Labyrint.
Ze heeft het weer voor elkaar gekregen om karakters te introduceren die nog in geen ander boek zijn opgevoerd. Mensen met alles aan eigenschappen
wat mensen mooi en lelijk maakt. Nu weer een gezin met moeder, zoon en vier dochters. Ik ben, zelf afkomstig uit een meidengezin, dol op verhalen
met veel zussen. En wat een portretten zijn het. De introductie van een gouvernante-achtig figuur, ook nog uit een buitenland, is slim. Nu heeft
ze een onpartijdige blik van buiten af, die in dubbele betekenis als voice-over fungeert: terugkijkend en vertellend over 35 jaar geleden en in
haar dagboek.
Het aantal verwijzingen naar wat nog moet komen is storend
onuitputtelijk. "Toen wist ik nog niet dat ..." "... zou ik pas later begrijpen... " "
....maar dat was toen nog niet ...." "... had ik toen geweten dat ....".
Het zou aan de vertaling kunnen liggen, maar op een gegeven moment dacht
ik 'kom op met je plot en rond af, mens'. Jammer, dat heb ik nog nooit gehad bij Rendell.
Ik klink te negatief. Het is weer een prachtig boek met plaatjes, types en
een plot dat zich in me zal nestelen. Ik meen zo nu en dan ook Lady Rendell zelf beter te leren kennen. Haar aversie van toad-in-the-hole
lijkt me authentiek. En zo ook haar koele beschouwingen van het pragmatische wel en wee rond de anglicaanse kerk.
Het was leuk het boek zo snel na verschijnen gelezen te hebben. Zodra de
engelse pocket uit is doe ik het nog eens over. Edith, Ita en Petra: heel
veel plezier. Ben erg benieuwd naar jullie bevindingen.
Ina