Harry Potter Deel 5


Met een zacht plofje sloot ik vanmiddag voor de laatste keer Harry Potter deel 5. De zachtheid was vooral bedoeld om mijn zoon niet te alarmeren. Elke keer dat ik hij mij zag lezen de afgelopen dagen vroeg hij dringend 'watisergebeurdweetjealwieerdoodgaatisVoldemorteralweerikhoopnietdathetRonis'. Degene die vond dat ouders omwille van hun kinderen moesten wachten op de Nederlandse vertaling trof me. Mijn hemel, mag ik ook een leven? Ik heb de eerste vier delen voorgelezen, en nog een keer, de film 78 keer met hen gezien, mag ik mijn verslaving - die de hunne is geworden (en niet andersom!) - lekker botvieren?

Zo proevend mogelijk, ik lees altijd veel te snel, heb ik de 768 bladzijden tot me genomen. Als het huis in rust was tot de kleine uurtjes. En nu, zes dagen na verschijnen, is het uit. Een boek als de andere vier en toch weer niet. Rowling heeft met name in de karakterontwikkeling een grote stap gemaakt in dit laatste deel. Behalve het James Bond gedeelte (achtervolgingen met spreuken rond de zoveelste ontmoeting met het Kwade) vond ik het een prachtig boek. Dat je weet dat er iemand doodgaat verhoogt de spanning zeker. De ontgoocheling (sic) van Harry als zijn vader niet altijd de held blijkt te zijn geweest is fraai.

Wat is er nu zo leuk aan Potter? Laat ik een poging doen en me tot vijf ingevingen beperken.

  1. Je groeit erin, als lezer. Het is geen fantasy in  die zin dat je op de eerste pagina al een trol in je nek hebt, een fee aan je voet en een kabouter in je zak. Het begint met een tamelijk gewoon, beetje saai jongetje van bijna elf jaar, die tot zijn eigen verbazing een tovenaar blijkt te zijn. Maar door deze blijvend verbaasde ogen lees je mee. De wereld van Harry Potter wordt langzaam onthuld.
  2. De simpelste dingen zijn bij tovenaars heel anders of juist precies hetzelfde. Dat levert hilarische taferelen op. Zo komt in deel 5 iemand in het ziekenhuis terecht. Als iedereen ten einde raad is, de wond wil maar niet helen, wordt een alternatieve geneeswijze toegepast: iets dat Dreuzels (zij die niet kunnen toveren) 'hechten' noemen. Ik verklap niet of het helpt ;-) Maar in datzelfde ziekenhuis wordt in de wachtkamers de leesportefeuille gelezen: een maandenoude versie van Witches Weekly.
  3. Rowling is uniek, hoewel ze vaak doet denken aan de meesterwerken van Roald Dahl. Wat dat mens niet allemaal bij elkaar fantaseert, is grenzeloos knap. Als je wat dan ook van welke brit dan ook hebt gelezen (Enid Blyton voorop) ken je de kostschoolgewoontes (indeling in 'torens', het verplichte sporten, de outcast die altijd gepest wordt, de kinderen die zich rijk voordoen, maar arm blijken, semesters, de maaltijden, waarbij het lerarencorps aan een aparte tafel toezicht houdt, de mores van de school, van de diverse afdelingen, de beroemde en beruchte alumni). Rowling gebruikt deze allemaal. Maar dan binnen de context van een kostschool voor tovenarij en hocus-pocus.
  4. Harry en de zijnen worden langzaam ouder. Zoals alle recensies terecht imho roepen is deel 5 prachtig in het beschrijven van een chagrijnige puber. Het is niet goed, of het deugt niet. Je zou 'm regelmatig achter het behang wensen, onze held. In deel 5 krijgt een aantal mensen meer reliëf, heel boeiend. Snape/Sneep (maar van hem hield ik al, ook flat), Neville Longbottom/Marcel Lubbermans.
  5. Het Engels is heel mooi en grappig en de vertaling is tot nu toe subliem. Een extra genot om beide te lezen.

Ina

 

      relevante links:

 

 

Boekgrrls

Laatste keer bijgewerkt: 31/12/04  Eisjen

Terug naar top pagina