Een soort moderne 'Schuld en boete', zo zou je Brian
Masters 'Killing for company' kunnen beschrijven. Biograaf Masters verdiepte zich dit keer
in het leven van de Engelse seriemoordenaar Dennis Nilsen. Why? is de vraag die hij zich
stelde, en het antwoord daarop wordt degelijk aangepakt.
Masters voerde gesprekken met Nilsen en dat zou hij weten:
iedere dag ontving hij minstens één brief van Nilsen, die ook worstelde met het waarom.
Het boek is ingedeeld in de hoofdstukken Arrest, Origins, Childhood, Army, Police and
Civil Service, Victims, Disposal, Remand, Trial en Answers. Er staan foto's in, er zijn
tekeningen bijgevoegd van de slachtoffers door Nilsen in de gevangenis gemaakt, en er
staan stukken in uit de brieven en de dagboekherinneringen van Nilsen.
Door de sobere en de sensatieloze stijl van Masters is het
boek een fascinerende speurtocht geworden naar de drijfveren van Nilsen, en een verkenning
in de wereld van 'goed en kwaad'.
De lezer leert Dennis Nilsen kennen, geboren in 1945 in een
Schotse vissersplaats, als derde kind van de Schotse Sylvia Whyte en de Noorse soldaat
Olav Nilsen. Pa schitterde door afwezigheid, en Dennis trok het meest op met zijn
grootvader Andrew, die overleed toen Dennis zes was. Nilsen schreef:'My troubles started
here. It blighted my personality permanently. I have spent all my emotional life searching
for my grandfather and in my formative years no one was there to take his place.'
De wandelingen langs de zee, waarin hij bijna verdronk
(maar werd gered door een oudere jongen), en het vinden van een verdronken man ('He
reminded me of my grandfather, and the images were fixed firmly in my mind...I could never
comprehend the reality of death.') zorgden voor een fascinatie van 'images of death, and
images of love.'
Toen Nilsen vijftien was had hij geen vrienden gehad en
geen enkele seksuele ervaring. Hij bleef veilig op een afstand door een klasgenoot te
aanbidden, dol te zijn op een tekening van een jongen in een Frans leerboek en zijn
slapende broertje te bekijken.
Nilsen ging als 'boysoldier'in het Engelse leger. Daar zou
hij elf jaar blijven, en kreeg een opleiding tot kok. Homoseksuele gevoelens moesten in
het leger verborgen blijven, maar Nilsen werd verliefd op de heterosexuele Terry Finch.
Hij maakte o.a. films waarin Finch stil moest liggen (play dead) en dat vond hij enorm
opwindend.
'Perhaps he enjoyed the sense of being in control of
someone, even if it was only feigned.' Na een jaar bij de Metropolitan Police ging Nilsen
als ambtenaar werken bij een Jobcentre in Londen. Daar werkte hij tot zijn arrestatie in
1983.Daarnaast stak hij veel vrije tijd in vergaderingen van de International Socialists.
In 1973 had hij zijn eerste seksuele ervaring, en bezocht
homobars, maar het lukte hem niet om een bestendige relatie van de grond te krijgen. Koos
hij altijd verkeerde mannen uit?
Op zijn werk vond men hem 'talkative and articulate, but
occasionally boring, and he lacked the sense to recognize when he had said enough (even
when people held newspapers in front of their faces) and went on talking as if the most
profound interest had been shown.'
Nilsen bleef in alle opzichten een loner. "Loneliness
is a long unbearable pain. I felt that I had achieved nothing of importance or of help to
anyone in my entire life(...)I was in daily contact with so many people but quite alone in
myself.'
Hij zoekt troost in fantasieën.'My most fulfilling sexuale
feasts were savoured with the image of myself in the mirror. To detach this image for
identifying it directly with me, it evolved from being an unconscious body into a dead
body.'
Hij ging zover dat hij zichzelf opmaakte als een lijk, zich
insmeerde met een rode vloeistof die op bloed leek en kogelgaten in zijn t-shirt maakte.
Voor de spiegel fantaseerde hij dat hij gevonden werd door een 'hermit' die hem naar zijn
hol sleept, hem uitkleedt, wast, begraaft, weer opgraaft en masturbeert.
Daarna beginnen de moorden. Waarom is een vraag die Nilsen
niet kan beantwoorden.Het zullen er vijftien worden in vier jaar. Toch zijn er veel meer
mannen die levend het huis van Nilsen verlieten. Sommige worden zelfs na een wurgpoging
weer bijgebracht door Nilsen en met zorg omringd.
Schrijver, lezers, advocaten en psychiaters vragen zich af
waarom de meeste mannen het er levend afbrachten, maar andere niet.'Killing for company' ,
zo was Nilsen er zeker van dat hij altijd gezelschap had, waarover hij kon beschikken. Hij
bewaarde de dode mannen onder de houten vloer, haalde ze er weer uit, waste ze, kleedde ze
aan, lag ermee in bed, sprak ertegen, zette ze in stoelen en keek samen met ze naar de tv.
'I thought that his body and skin were very beautiful, a
sight that almost brought me to tears after a couple of drinks.' 'I took his hand and
talked to him about the T.V.programmes(...) I remember being thrilled that I had full
control and ownership of this beautiful body.'(...) I was fascinated by the mystery of
death.'
De lijken moesten uiteindelijk worden opgeruimd, en hierbij
kwam de koksopleiding van Nilsen handig te pas. Ik zal het hoofdstuk Disposal maar
overslaan voor gevoelige lezers...
Bij het uitvoerig beschreven proces tegen Nilsen was de
vraag of hij toerekeningsvatbaar was tijdens de moorden. Om een lang verhaal kort te
maken: ja. Hij werd dus naar de gevangenis gestuurd. Bij een foto van Nilsen, die de Old
Bailey verlaat na zijn vonnis, staat wat hij diezelfde avond schreef: 'He has committed
fifteen homicides and it is other people who think him important.'
In het hoofdstuk Answers wordt beschreven wat wat
literatuur, psychiatrie en de kerk over een dergelijke persoonlijkheid te vertellen
hebben. Het zou te ver voeren om hier uitgebreid op in te gaan.
Tot slot een verklaring van Nilsen zelf: 'They had put an
absolute trust in me and I had betrayed that holy trust by killing them, suddenly, without
any reason. Nothing that anyone can do, public, law or relatives, will ever match a heart
that will ache until it is finally still in death. I have exercised the power of pit and
gallows upon my inner mind. I am beyond any redemption. I need their vengeance, hate,
punisments, curses and screams to make the rest of my life tolerable. I have gone a
million miles beyond the pale and in the depths of my space I can't even hear myself
scream.'
Trude