In het voorwoord schrijft Márai dat de lezer bij de beschrijvingen van
zijn held direct aan Giacomo Casanova zal denken. Hij ontkent ook niet
dat het over deze legendarische avonturier gaat maar het enige dat een
historisch feit is in dit boek is de ontsnapping van Casanova uit de
Piombi de beruchte Loden Kamers van Venetië. De rest berust op Márai's
fantasie.
Het verhaal begint na deze ontsnapping. Samen met Balbi, een uit zijn
orde gezette monnik, is Casanova op weg naar Bolzano. Haveloos en
bebloed komt hij daar aan om in de herberg op arrogante wijze de beste
kamers, wijn en eten op te eisen. Het plaatsje is gelijk in rep en roer.
DE man waarvoor iedereen heimelijk bewondering heeft vanwege zijn
brutale ontsnapping, in hún stadje. Zijn reputatie is hem vooruit gegaan,
de mannen zijn op hun hoede, de vrouwen besteden meer aandacht aan hun
uiterlijk en lopen opvallend vaak langs de herberg in de hoop een glimp
van hem op te vangen. Casanova zelf denkt maar aan een ding, slapen! De
dochter van de herbergier laat haar vriendinnen in zijn kamer om een
blik op de beroemde man te kunnen werpen. Als Casonova plotseling
ontwaakt houdt hij een vlijmscherpe tirade, waarbij hij niets heel laat
van de vrouwen. Om daarna heel onverwacht te veranderen in een
zachtaardige vriendelijke man.
In Bolzano wonen de graaf en gravin van Parma. De gravin, Francesca, is
misschien de enige vrouw waar Casanova ooit echt van gehouden heeft. Zij
is zijn gelijke en dat weet hij. Hij heeft diverse keren met de graaf
gedueleerd om haar en moest steeds het onderspit delven. Casonova heeft
moeten beloven dat hij nooit meer in haar buurt zou komen en toch... is
hij nu in Bolzano.
Giacomo heeft ondertussen geld weten los te peuteren bij een goede
vriend en beschermheer van hem. Hij kleedt zich weer als een vorst en
laat elke dag de kapper komen om zijn haar te modelleren en zich te
laten scheren. Deze kapper vertelt hem dat de graaf van Parma hem wil
zien. Dit gegeven houdt Casanova vast in Bolzano, hij gaat op onderzoek
uit waar de graaf en gravin wonen en probeert zoveel mogelijk informatie
in te winnen. Tot zover het verhaal, wat hier eigenlijk pas begint....
In de 8 dagen dat Casanova in Balzano is maak je kennis met de
innerlijke wereld van Casanova zelf, een man met zeer wisselende
stemmingen, van melancholiek, neerslachtig, tot uitgelaten en opgewekt.
Via zijn overpeinzingen ervaar je wat de gevangenisstraf voor hem
betekent heeft, hij de vrijbuiter en avonturier opgesloten! Ook beziet
hij zijn gevoelens voor Francesca en kom je er achter wat er nu
werkelijk gebeurd is.. Net als in Gloed gaat het hier ook feitelijk om 3
personen, 2 mannen en een vrouw. Ook hier gaat het om gebeurtenissen in
het verleden die nu nog zijn sporen dragen. Het is uiteindelijk
Francesca die de uitkomst van de gebeurtenissen bepaalt en wel op
schitterende wijze. Zij is degene die de touwtjes in handen heeft of
trekt Casanova toch aan het langste eind?
Voor mensen die Gloed een mooi boek vonden is De gravin van Parma zeker
een aanraden. Ook hier zijn de zinnen prachtig en is het eind
adembenemend. Hoewel het gedeelte over Casanova zelf wel iets minder
lang had gekund. Als eenmaal de graaf en gravin in het verhaal
beetrokken worden dan raak je weer onder de indruk van Márai's
schrijfstijl. Márai heeft een diepte en inzicht die weinig schrijvers
weten te evenaren.
Oorspronkelijke titel: Vendégjáték Bolzanóban
Vertaling: Margreeth Schopenhauer
gebonden 13x21 cm
256 blz
isbn 90 284 2040 1
Dettie
|
Het Hoorspel van
dit boek besproken bij de Boekgrrls |