Alvorens iets over dit boek te schrijven probeerden we natuurlijk eerst
een recept. De Kantonese Gebakken Rijst was heerlijk. Er staan niet
zoveel
recepten in dit boek en ze zijn ook niet allemaal maakbaar maar
eigenlijk
zijn de recepten ook helemaal niet zo belangrijk. Veel belangrijker zijn
de beschrijvingen van de enorme verschillen in Chinese en Amerikaanse
cultuur. Zo verschillend dat het leden van één gezin uit elkaar drijft.
De vader van de schrijfster is door en door Chinees en zijn vrouw is,
ondanks
haar Chinese voorouders, echt Amerikaans. De drie dochters worden
grootgebracht met spaghetti, aardappelpuree, kip en vooral veel vet.
Maar
dan komt, na 8 jaar ballingschap op Cuba, de Chinese grootmoeder in huis
die het bewind in de keuken volledig overneemt. Ze spreekt geen Engels
en
zal dat ook nooit leren zodat de meisjes slechts moeizaam met haar
communiceren.
Ze begint direct na aankomst Paksoi te zaaien in de
zandbak
en neemt ook de rest van de tuin in beslag om haar eerste Chinese
groententuin aan te leggen. Ze plukt de soepgroente van de groenstrook
tussen twee snelwegen uit en hangt zo af en toe een kip te drogen op het
balkon. De meisjes vinden geen snoepgoed meer in hun luchpakket maar
stukken gedroogd vlees. Een cultuurschok die door het hele gezin gaat en
die de zo zorgvuldig weggestopte Chinese afkomst in alle hevigheid doet
opbloeien.
In het eerste deel van het boek nemen beschrijvingen van
maaltijden een belangrijke plaats in. Chinezen communiceren niet alleen
door minimale gebaren en gelaatsuitdrukkingen maar ook door het maken
van
bepaalde gerechten die soms meer kunnen zeggen dan een uitgebreid
gesprek.
Leslie Li wil in eerste instantie helemaal niet Chinees zijn. Van eten,
laat staan koken, moet ze al helemaal niets hebben. De jaren met haar
grootmoeder dompelen haar echter zo onder in haar eigen geschiedenis dat
ze zich gaat interesseren voor haar afkomst en vele malen China bezoekt
om
informatie voor haar boeken te verzamelen. De familie is weliswaar van
eenvoudige afkomst maar grootvader bracht het wel tot eerste
democratisch
gekozen vice president van China. Haar vader komt naar Amerika om te
studeren maar wordt, in zijn gevoel, nooit meer dan de zoon van. Het
lukt hem niet om de kloof tussen de twee werelden waarin hij leeft te
overbruggen.
De schrijfster schildert in prachtige zinnen het
familieverhaal van een gezin waarvan de leden, mede door dat grote
verschil in cultuur, elkaar kwijtraken maar uiteindelijk toch ook weer
terugvinden. De sfeer van het boek is goed te proeven in de wijze waarop
de schrijfster haar relatie met haar vader beschrijft:
Het grootste deel van mijn leven leefden mijn vader en ik in twee
verschillende werelden. Vanaf de kust van die werelden hadden we een
stenen brug gebouwd, onstabiel en onaf. Ik wilde, ik verwachtte, dat
mijn
vader als een soort Superman over die oceaan zou springen die ons van
elkaar scheidde, dat gat dat tussen zijn onafgemaakte deel van de brug
en
dat van mij gaapte. Als hij een goede vader was zou hij die sprong wel
wagen, uit liefde voor mij. Ongetwijfeld verwachtte hij hetzelfde van
mij,
als gehoorzame dochter. Maar het beste wat we voor elkaar kregen was dat
we daar beiden stonden, elk op ons meest recent aangelegde stukje brug,
naar elkaar gebarend, elkaar smeekbedes toeroepend die door het gefluit
van de wind en het geraas van de oceaan slechts half hoorbaar waren,
zodat
we uiteindelijk terwijl we onze teleursteling met een air van
onverschilligheid trachtten te verbergen, weer naar onze afzonderlijke
kusten terugkeerden.
Een prachtig boek en het lezen meer dan waard. Wat ik een beetje mis
zijn
foto's. Niet van de gerechten maar van de mensen. Die gaan in de
beschrijvingen zo leven dat je ze eigenlijk wel even zou willen zien.